Burn-out onder artsen is een groeiend probleem. Steeds meer artsen hebben te maken met overbelasting, en dat kan een directe impact hebben op de patiëntveiligheid.
In mijn werk denk ik dit probleem graag om en praat ik liever over vitaliteit. Vitaliteit is niets meer of minder dan een goede balans tussen enerzijds stressoren in het werk en anderzijds het op een goede manier regelen en aanspreken van energiebronnen in het werk. Voorbeelden van energiebronnen zijn vrijheid in de uitvoering van het werk, vertrouwen in leidinggevenden, hulp van collega’s en een open cultuur.
Perfectionistisch
Typerend voor artsen is dat zij bijna allemaal perfectionistisch zijn. Zij leggen de lat hoog voor zichzelf, wat ook logisch is voor goede patiëntenzorg. Zij werken in een omgeving die in razendsnel tempo verandert: door wet- en regelgeving, door hogere verwachtingen van mondiger patiënten, door toenemende ‘concurrentie’ van artsen onderling. Als er dan iets gebeurt in de energiebronnen, bijvoorbeeld door een conflict, dan kan de vitaliteitsbalans de verkeerde kant op doorslaan. Veel artsen negeren dat en gaan door ‘omdat dat moet’, waarbij zij voorbij gaan aan hun eigen grenzen. Deze worden continu opgerekt. Dat kan alleen goed gaan zolang er voldoende energiebronnen zijn.
Regelmatig houd ik sessies met artsen en specialisten, waarbij ik hen van tevoren een quick scan laat invullen van hun stressoren en energiebronnen. De resultaten bespreek ik met ze en dat levert ontzettend open en boeiende gesprekken op. De eerste belangrijke stap die zij hiermee zetten is bewustwording. Van henzelf, van de factoren die hun beïnvloeden en die zij zelf kunnen beïnvloeden.
Zelfreflectie
Vitaliteit begint met zelfreflectie: het kritisch kijken naar het eigen functioneren en de eigen wensen en verwachtingen. Eigenlijk zou elke arts zich aan het einde van de werkdag moeten afvragen: wat ging er goed, waar ben ik tevreden over en wat kan beter? Heb je daar invloed op, dan kun je iets doen, heb je er geen invloed op dan moet je het accepteren en loslaten.
Als je open staat voor continu leren en reflecteren maak je keuzes die bij jou passen, ook bij het verdelen van taken binnen een vakgroep bijvoorbeeld. Wanneer je vaart op je interne kompas put je uit eigen kracht, in plaats van steeds het gevoel te krijgen dat alles op je af komt. Dan neem je de regie, reduceer je stress én draag je uit wie jij echt bent.
Operationeel directeur CarrièreCentrum Zorg