De laatste jaren valt op dat Nederland het sterkst vertegenwoordigde land is bij internationale kwaliteitscongressen in de zorg. De ontwikkelingen op het gebied van value based healthcare spelen hier een rol in.
Neem bijvoorbeeld het deelnemersveld van het International Forum on Quality and Safety in Healthcare. Het Internationale Forum is een van de grootste jaarlijkse zorgcongressen over kwaliteitsverbetering en veiligheid. Het deelnemersveld omvat een brede vertegenwoordiging van professionals in de zorg: van artsen, verpleegkundigen tot managers, bestuurders en kwaliteitsmedewerkers. Van de in totaal 3414 deelnemers kwamen maar liefst 375 mensen uit Nederland (zie Figuur 1).
Hiermee stond Nederland in absoluut aantal inschrijvingen op plek drie. Plek één was voor het Verenigd Koninkrijk en plek twee voor Zweden. De eerste en tweede plek zijn niet vreemd voor een congres dat georganiseerd werd in Gotenburg door onder anderen een Engelse organisatie (BMJ). Wat daarnaast opvalt is dat slechts zeven deelnemers uit Duitsland aanwezig waren.
Wat betekent dit? Houden we ervan om naar congressen te gaan of zijn we sterk gericht op kwaliteitsverbeteringen in de zorg? Misschien een beetje van beiden. En misschien speelt ook een rol dat er financiering beschikbaar wordt gesteld voor medewerkers van ziekenhuizen om naar deze congressen te gaan?
Maar toch lijken deze verklaringen te makkelijk en de kern niet echt te raken. Het lijkt niet realistisch om te zeggen dat we in Nederland sterker gericht zijn op kwaliteitsverbetering dan in Duitsland.
Value based healthcare
Een recente ontwikkeling in de zorg helpt mogelijk om deze positie van Nederland beter te duiden. Op dit moment wordt steeds meer gesproken in de zorg over value-based healthcare. Value based healthcare is hip. En als zelfs Ben Tiggelaar er over begint weet je dat het mainstream gedachtegoed aan het worden is.
Value based healthcare is als idee erg eenvoudig en charmant: zorg zou georganiseerd moeten worden rondom waarde (value) voor patiënten. Waarde is hier gedefinieerd als de resultaten van behandeling (uitkomsten) ten opzichte van de kosten van behandeling. Het gedachtegoed is ontwikkeld op Harvard Business School door managementgoeroe Michael Porter. Wat hij al jaren verkondigt is dat de realisatie van value-based healthcare start met het meten en bespreken van uitkomsten.
Landen die opvallen door hun activiteiten op het gebied van value based healthcare zijn de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Denemarken en Zweden. De Cleveland Clinics in de VS meten en rapporteren bijvoorbeeld als sinds jaar en dag hun uitkomsten via jaarlijkse uitkomstboeken en de NHS in het VK gebruikt metingen van de kwaliteit van leven van patiënten na operaties als onderdeel van de financiering van ziekenhuizen.
Koploper
Waar dit zich in deze landen beperkt tot initiatieven van individuele ziekenhuizen of organisaties, is er in Nederland in de afgelopen jaren een explosieve groei geweest in het aantal activiteiten op het gebied van value based healthcare. Nederland wordt dan ook steeds meer gezien als een van de internationale koplopers in dit onderwerp.
Voorbeelden zijn de stichting Meetbaar Beter (meten en verbeteren van uitkomsten van zorg voor hartpatiënten), de Santeon ziekenhuizen (meten en verbeteren van voornamelijk oncologische zorg), DICA (registratie voor een groot aantal aandoeningen waar in toenemende mate naar uitkomsten wordt gekeken), en ParkinsonNet. Ook heeft een aantal ziekenhuizen een organisatiebreed beleid of strategie waarin value-based healthcare een belangrijke rol speelt, zoals ErasmusMC en St. Antonius Ziekenhuis.
Dit is niet alleen een subjectieve observatie van Nederlanders. Dit is namelijk ook pregnant zichtbaar bij het congres van het internationale consortium voor uitkomstmetingen in de zorg (ICHOM). ICHOM – opgericht door Harvard Business School, Karolinska Institutet en Boston Consulting Group – ontwikkelt sinds enkele jaren internationale standaardsets rondom ziektebeelden om resultaten van zorgverlening te kunnen meten en internationaal tussen ziekenhuizen te kunnen vergelijken.
Tijdens het congres in 2016 kwamen van de 694 ingeschreven deelnemers maar liefst 147 deelnemers uit Nederland. Hoewel het congres plaatsvond in Londen, overtrof het aantal deelnemers uit Nederland zelfs het aantal deelnemers uit het organiserende land (143). Gecorrigeerd naar inwoneraantal wordt dit verschil nog veel pregnanter; per inwoner komen er vier keer zo veel Nederlanders naar dit congres dan mensen uit het Verenigd Koninkrijk en 36 keer zo veel Nederlanders dan Duitsers. Ook bij het deelnemersveld van het prestigieuze value-based healthcare seminar aan Harvard Business School is dit verschil zichtbaar (zie Figuur 1).
Cultuur van transparantie
En hoe helpt dit om de deelname van Nederland te verklaren in internationale zorgcongressen? Wij denken dat de transparantie van zorg en de openheid om van elkaar te willen leren en resultaten te delen hier een erg belangrijke rol in speelt. Dit is een belangrijk onderdeel van value based healthcare: resultaten worden gemeten om ze vervolgens te bespreken met patiënten, te publiceren in rapportages, te gebruiken om in vertrouwen resultaten binnen het ziekenhuis multidisciplinair te bespreken of tussen artsen van verschillende ziekenhuizen om van elkaar te leren. Dat we dit in Nederland graag en goed doen heeft veel te maken met onze cultuur van transparantie, openheid, gelijkheid en gebrek aan hiërarchie. Mogelijk verklaart dit ook het verschil met Duitsland?
Kwaliteit van zorg
De toekomst zal leren of we ons hierdoor ook echt gaan onderscheiden in kwaliteit van zorg ten opzichte van andere landen. De introductie van value based healthcare zit nu in een cruciale fase. Steeds meer worden uitkomstindicatoren gemeten, maar het stroomt nog niet over van de concrete verbeterinitiatieven. Op dit punt zijn in Nederland al wel de eerste veelbelovende voorbeelden beschikbaar: binnen de Santeon ziekenhuizen is op basis van analyses van overlevingscijfers een rekenregel ontwikkeld die leidt tot een betere behandelkeuze voor patiënten met prostaatkanker.
Binnen Meetbaar Beter zijn op basis van uitkomstmetingen diverse verbeterinitiatieven gestart, waaronder de uitrol van de peri-operatieve Safety Check, ontwikkeld vanuit de Isala Kliniek. Binnen het Dutch Institute for Clinical Auditing (DICA) komen concrete aanknopingspunten voor verbetering naar voren uit de variatie tussen ziekenhuizen in het percentage patiënten dat na een ablatieve ingreep voor borstkanker een directe borstreconstructie krijgt. En binnen St. Antonius Ziekenhuis zijn op basis van uitkomstanalyses aanpassingen doorgevoerd in de samenstelling van het operatieteam bij het uitvoeren van een cystectomie bij patiënten met blaaskanker. Over een paar jaar zal zichtbaar worden of dit alles leidt tot structurele verbetering van patiënt-relevante uitkomsten.
Paul van der Nat, senior adviseur raad van bestuur St. Antonius Ziekenhuis
Douwe Biesma, voorzitter raad van bestuur, St. Antonius Ziekenhuis
Leontien Boekema, stagiair, St. Antonius Ziekenhuis
—
Op 17 november organiseert Skipr de Masterclass Value Based Healthcare: waarde voor wie? . Sprekers zijn: Detlef Loppow (geschäftsführer Martini-Klinik Hamburg), Erik Gerritsen (secretaris-generaal bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en Maarten Akkerman (Vice President, Medical Affairs & Value-based Healthcare, Europe, Middle East & Africa van Medtronic)