Sinds enkele jaren ben ik pleegouder. Terwijl ik mij inzet om kinderen met oog op hun toekomst een stabiele basis te bieden, verwondert het mij dat de bij het gezin betrokken organisaties er niet in slagen de ondersteuning met elkaar af te stemmen.
Nadat onze eerste pleegzorgplaatsing na zes jaar afgebroken werd, hebben mijn man en ik contact gezocht met de gemeente en de twee betrokken jeugdzorgorganisaties. Wat bleek: ze hadden bij de beoordeling van de aanvragen niet bij elkaar geïnformeerd naar wat de ander bijdraagt. En ze waren ook allemaal niet verantwoordelijk voor het brede resultaat: de toekomst van de kinderen. Wij liepen van het spreekwoordelijke kastje naar de muur. Ergens hebben wij met pijn in het hart de kinderen los moeten laten. Hebben we niet voor ze kunnen zorgen zoals we beloofd hadden.
Nieuwe kans
Onlangs hebben wij twee nieuwe pleegkinderen in ons hart gesloten. Prachtige kinders en heerlijk om ze een kans te kunnen bieden. Ook hier zijn weer meerdere instanties betrokken bij de zorg. Je begrijpt dat wij scherp zijn op samenwerking tussen deze partijen. Het afbreken van een pleegzorgplaatsing is namelijk behalve verdrietig voor ons allen ook slecht voor de kinderen.
Oplossing?
Vier jaar na de transitie van de jeugdzorg zie ik nog altijd versnippering. Het is nog steeds niet vanzelfsprekend dat partijen elkaar zoeken én vinden om gezamenlijk met ons verantwoordelijkheid te nemen voor de kinderen en het gezin waarin ze opgroeien. Als pleegouders zijn wij het nu die het initiatief nemen voor een gezamenlijk overleg maar we zijn lang niet zeker van succes. Is het dan reëel om te denken dat een beetje ‘bijsturen’ door het kabinet, zoals de minister aankondigde (Skipr, 8 november 2019), wel naar de heilige graal gaat leiden? Ik denk het niet.
Verantwoordelijkheid nemen
Verantwoordelijkheid nemen voor meer dan je eigen afgebakende taak is niet iets wat de overheid ons gaat brengen. Zorgverleners en hun organisaties moeten zelf anders leren kijken. Vanuit de wetenschap dat er verschillende perspectieven zijn én dat er verschillende organisaties zijn met elk hun eigen expertise. Het samenbrengen van deze expertise is de verantwoordelijkheid van iedereen tezamen. Zodat de puzzelstukjes van de zorg in elkaar kunnen vallen en het geheel meer wordt dan de som der delen. Dat lukt alleen wanneer iedereen over zijn eigen schaduw heen kijkt. Niet mijn organisatie of mijn status of mijn taak is van belang. Onze gezamenlijke maatschappelijke opgave is ons belang. Nee, dat bijsturen van het kabinet, daar moeten we het niet van hebben.
Intrinsieke overtuiging
Wat zou kunnen helpen is de intrinsieke overtuiging dat we alleen in gezamenlijkheid kans maken onze missie te laten slagen. Dat elke zorgverlener zich bewust is van het feit dat je het alleen niet kan. Dat het alleen doen verspillen van energie is. Dat kinderen laten opgroeien tot verantwoordelijke volwassenen onze gezamenlijke taak is. Wanneer we deze taak allemaal op ons netvlies hebben en daarnaar handelen, kunnen we over de grenzen van ons eigen belang heen kijken en samen het goede doen. Dat is waarvoor jeugdzorg bedoeld is.
Directeur/bestuurder Stichting Perspekt