‘Nederland verandert, de zorg verandert mee’ was vier jaar geleden de slogan waarmee grote zorgstelselwijzigingen werden aangekondigd. Een omstreden campagne die een wel heel rooskleurig beeld schetste van de veranderingen. Nu blijkt de scepsis van toen terecht.
Ondanks alle goede intenties op hoofdlijnen, verandert er in de praktijk maar bar weinig. Bij ziekenhuisfaillissementen, bij wachttijden in de ggz en bij nieuwe financiering zijn er ideeën genoeg, maar puntje bij paaltje wil niemand veranderen op een manier die niet 100 procent de zijne is. Het wordt tijd voor meer wij-denken. We veranderen immers de zorg nooit, als we steeds hetzelfde blijven doen.
Bij aangedragen aanpassingen schermen partijen vaak met beperkingen in het ‘systeem’ die verandering onmogelijk maken, zoals wet- en regelgeving of financiële schotten. Deels terecht, want het systeem kan inderdaad ernstig beperkend werken. Een veel zwaarwegendere reden van het uitblijven van verandering echter, is angst. Dat zit in onze natuur, zo zijn we ‘gebakken’. Dat oergevoel mag ons er echter niet van weerhouden de zorg aan te passen als het echt nodig is.
Ik, wij en het
De praktijk leert dat verandering ontspruit wanneer samenhang ontstaat tussen ik, wij en het (model Ik-Wij-Het, Ofman (2006)). Hierbij kijk je in de ik-wereld naar wat er in jezelf gebeurt en draait het om passie, energie en inspiratie. In de wij-wereld gaat het er om hoe we met elkaar omgaan, over samenwerken, cultuur en verbinding. Tot slot gaat het in de het-wereld om systemen en objectiviteit, over wet- en regelgeving en financiering.
De situaties waar deze drie werelden bij elkaar komen zijn beperkt, mede doordat niet iedereen de kans krijgt de het-wereld onder handen te nemen. Immers, wanneer heb je echt de kans om wet- en regelgeving aan te passen?
Toch zijn veel gewenste veranderingen mogelijk, zonder het aanpassen van het systeem. Zeker in de zorg zijn er veel professionals actief met passie, een belangrijke voorwaarde voor verandering vanuit de ik-wereld. Vers in het geheugen liggen de schrapsessies van (Ont)Regel de Zorg van begin 2018, een manier om die drive om te zetten in concrete veranderpunten om de zorg in Nederland te verbeteren. Voor het oppakken van deze punten is energie én tijd nodig. Wanneer (doorloop-)tijd oploopt, zakt de passie en energie van de professional vaak weg. Om wil tot verandering te blijven voortstuwen, is samenwerking van groot belang.
Regionale aanpak
De samenkomst van andere individuen en/of organisaties om de verandering succesvol aan te pakken vraagt om complementair gedrag (vanuit de cultuur) en goed leiderschap dat hierin ondersteunt. Om dat succesvol aan te kunnen pakken, moet de verandering niet te groot worden gezocht. Immers, op landelijk niveau bestaat er geen ‘wij’. Tussen regionale partners wel. Denk bijvoorbeeld aan regionale samenwerkingen tussen ziekenhuizen en verpleeghuizen rondom kortdurend verblijf. Of aan het initiatief van zorgverzekeraar Zilveren Kruis en ggz-instelling Arkin voor minder regeldruk.
Lokale partners, die beiden een probleem ervaren en samen een oplossing vinden. Als het een succes wordt, kan de ‘wij’ gedachte breder worden ingezet. De VWS-website De Nieuwe Praktijk biedt hier een podium voor. Dat podium bestaat al sinds 2015, maar biedt in 2019 hopelijk inspiratie voor velen. Inspiratie om niet denken vanuit ‘ik wil het’, maar om het samen op te lossen, zonder jij of je samenwerkingspartner zich verschuilen achter ‘het’.