Echte revoluties komen van buiten, schreef ik in januari van dit jaar op Skipr. Ook in de zorg. Ik hoopte toen dat we de veelgehoorde mantra’s en grote woorden uit 2019 konden loslaten en met elkaar konden gaan voor kleine digitale revoluties met grote impact.
En die revolutie kregen we. De revolutie kwam alleen in dit geval niet vanuit technologisch perspectief. Deze bleek zelfs niet direct gedreven door de wens van consumenten om meer digitale tools te kunnen gebruiken in het contact met hun arts of verpleegkundige.
Nu, vier maanden na dat artikel, blijkt de revolutie aangewakkerd door het feit dat we ineens elkaar maar beperkt konden zien en aanraken, en dat digitaal contact in een moordend tempo het ‘nieuwe normaal’ moest worden.
Op scholen, in bedrijven en in de zorg gingen we op zoek naar het nieuwe normaal. Een digitaal normaal waarbij we nieuwe werkwoorden introduceerden als ‘zoomen’. Vergaderethiek verwerd tot ‘jezelf op mute zetten’. En dat nieuw digitale normaal had ook een ongekende weerslag op de zorg. Zo ontstond er een periode ‘vóór’ corona, een tijd ‘tijdens’, en maken we ons nu op voor de tijd ‘na’.
Digitale services vóór corona
In de periode die nu achter ons ligt, concurreerden digitale toepassingen altijd met de diverse actualiteiten die in de zorg spelen of werden ze gepositioneerd in relatie tot andere ontwikkelingen (zoals JZOJP en het tekort aan gekwalificeerd personeel). Het was zoeken naar welke services je als ziekenhuis op welk moment digitaal wilde aanbieden. Maar ook of daar daadwerkelijk behoefte aan was en of het in de bedrijfsvoering van je ziekenhuis of praktijk paste
Dat er diverse kansen lagen in het digitaliseren van delen van je dienstverlening, dat zagen de meesten wel. Alleen de hamvraag was hoe daar te komen; hoe pas je digitale services in het werk van de arts, verpleegkundige of assistente in? Hoe zorg je ervoor dat je, met de kracht van de relatie voorop, aansluit bij de ‘buitenwereld’ waar we ook een appje sturen? Immers, als de wachtkamers vol zitten, en het hoofd en de beleidsagenda’s ook, wordt er beperkt urgentie gevoeld.
Tijdens corona
Maar ineens waren de wachtkamers voor reguliere zorg leeg. Ineens werden zoveel mogelijk vormen van onderling contact ongewenst, of zelfs onmogelijk.
En ineens bleek dus in snel tempo dat het heel goed mogelijk was om zorg daadwerkelijk deels online en op afstand te laten verlopen. Dat je via een slim stappenplan met de juiste metingen heel snel grote groepen mensen via een app hun symptomen kon laten controleren. Dat er barrières in de uitwisseling van data wegvielen en dat onderling contact via digitale services een waardevolle plaatsvervanger was van het echte contact. En dat zelfs sceptici de waarde van e-consulten en beeldbelgesprekken leerden kennen. Maar wat wordt dan het nieuwe normaal… gaat we dan weer terug naar volle wachtkamers?
Digitale services na corona
Even afgezien van of die volle wachtkamers weer mogelijk worden, kunnen we de keuze maken om anders met wachtkamers om te gaan. Sowieso worden ze kleiner, omdat er met inachtneming van de anderhalvemeterregel minder stoelen in passen. Maar misschien worden ze ook wel minder vol omdat we de poli in de toekomst anders gaan organiseren. Omdat er een nieuwe poli ontstaat.
Zoals we de reis van de afgelopen periode kunnen verdelen in voor, tijdens en na (corona), kunnen we ook de reis van zorgverlener en patiënt door behandeltrajecten in die fases verdelen. In een fase voor de behandeling, waarin vragenlijsten of voorbereidingen vanuit huis voor het consult op specifieke momenten relevant zijn, kun je de patiënt digitaal helpen voorbereiden.
In de fase tijdens het zorgtraject kun je verschillende vormen van contact combineren, zowel berichtenverkeer, notificaties, inzage in dossier en gegevens, digitale zorgpaden én beeldbelgesprekken. En in de fase na een zorgtraject kun je de mogelijkheid bieden om digitaal nazorg te bieden, zodat je de patiënt optimaal begeleidt zonder dat dat met fysieke bezoeken gepaard gaat.
Die fases – voor, tijdens en na – helpen om na te denken hoe je de verschillende soorten dienstverlening combineert tot één integraal zorgpad, gecombineerd uit verschillende soorten bouwstenen. Zo bouw je aan een nieuw soort dienstverlening, op basis van alle mogelijkheden die er liggen, gebaseerd op de ervaringen die de afgelopen periode in sneltreinvaart zijn opgedaan.
Volle poli’s, maar geen volle wachtkamers
En natuurlijk zijn er dan weer volle poli’s, maar zonder de volle wachtkamers; met echt digitaal contact als het kan, en daarmee ruimte voor fysiek contact als het moet. En zowel digitaal als fysiek met echte mensen, met echte aandacht.
Sander Bijl
Medeoprichter BeterDichtbij