Op sociale media duiken allerlei memes op over de onmisbare ‘vitale’ beroepen en daarmee ook direct wie wij blijkbaar gemakkelijk missen. En daar was Pieter Derks op de Radio, die de nuttelozen ook graag een hart onder de riem stak.
Van ’presteren’ naar stilzitten
Gedurende deze tijd speelt het thema nutteloosheid vooral bij mijn generatie. Ik kom uit Generatie Y (1980-1995), ook bekend als de prestatiegeneratie. Een generatie waarin iedereen authentiek, creatief en speciaal wil zijn en grenzeloze ambities heeft.
Iets wat zich blijkbaar voornamelijk uit op professioneel vlak. Want nu ieders carrière een langere periode op een laag pitje staat behalve die van de cruciale beroepen, slaat de onzekerheid toe. En niet alleen bij degenen zonder cruciaal beroep. Om mij heen heb ik verschillende mensen die werken in de gezondheidszorg, alleen niet op plekken die gerelateerd aan corona kritiek zijn.
Aangezien reguliere zorg vrijwel stil ligt, zitten zij grotendeels zonder werk. Een dagblad licht het probleem onder waarnemend huisartsen uit. Diensten zijn binnen twee minuten weg. Niet hoofdzakelijk om het inkomen, maar vooral omdat je als arts in deze tijd niet stil wilt zitten.
De keerzijde
Een keerzijde van dit nutteloze gevoel is dat er bijzondere initiatieven worden gestart om zo toch iets te kunnen betekenen. Briefjes in de bus van de buurvrouw waarmee je aanbiedt boodschappen te doen, inzamelingen voor de voedselbank en vrijwillig oppassen bij wie het nodig heeft.
Nu stel ik voorop dat niet iedere baan nu buiten de spotlights, direct onder het fenomeen bullshitjob te scharen is. In een werkende maatschappij kan niet iedereen IC-arts of verpleegkundige zijn. Er zijn veel banen belangrijk en onmisbaar. Maar toch hoop ik dat deze situatie nieuwe inzichten met zich meebrengt. Laten wij, mijn generatie en wellicht breder, proberen onze eigenwaarde minder te koppelen aan onze professionele carrière en het werk dat we doen.
De definitie van zorgen
Je betekenisvol voelen heeft namelijk te maken met iets kunnen doen voor een ander. Wat zich in principe uit in zorgen voor. Zorgen gaat verder dan alleen het medische, waar nu de spotlights op staan. De Van Dale definieert zorg als: liefderijke bezorgdheid. En dat is precies de manier waarop veel mensen zich in deze coronatijd nuttig hebben proberen te maken. Door om te kijken naar een ander.
Laat deze periode ons leren dat altruïsme en egoïsme hand in hand kunnen gaan. En dat daar ook in de maatschappij ruimte voor wordt gemaakt. Is het werken van veeertig uur per week aan die ene baan nog wel het uitgangspunt?
Verwachtingen en druk
Deze houdingsverandering kan ook voor de zorgprofessionals zaken veranderen. De verwachtingen en druk zijn ook voor deze periode voor hen hoog. Het aantal artsen dat kampt met een burn-out stijgt al jaren. Enerzijds door administratie en de complexe wijze waarop het zorglandschap is georganiseerd. Anderzijds omdat zorgprofessionals naast medische zorg ook aangekeken worden op deze onuitputtelijke liefderijke bezorgdheid. Wij zien hen als degenen die er zijn om te zorgen voor.
Laten wij op dit laatste punt onze rol pakken als maatschappij én als nuttelozen. Moeten onze zorgprofessionals maar doen wat er gevraagd wordt of kan een deel van verlichting uit de maatschappij komen? Samen zorgen wij voor elkaar en daarbij ook voor onze zorgprofessionals. Meer liefderijke bezorgdheid. Als generatie Y zou ik het een prestatie van formaat vinden.
Eefje van Wichen
Junior adviseur TwynstraGudde