In de zorg zijn we erg druk met uitkomstmaten vaststellen. Maar al die tijd en energie had ook gestopt kunnen worden in het verbeteren van zorg voor de patiënt.
Terwijl ik dit schrijf kunnen we terugkijken op enerverende Olympische Spelen, waar onze Nederlandse toppers volop strijd geleverd hebben om het eremetaal in Rio. Sommige medailles op de Olympische Spelen hebben we – totaal onverwacht – niet gepakt, terwijl andere disciplines juist wisten te verrassen.
De Olympische Spelen blijven een boeiend evenement. Gedurende een week of twee zijn alle neuzen dezelfde kant op gericht: de hele wereld geniet van een grote diversiteit aan sporten in één toernooi, deelnemers zetten de prestatie van hun leven neer. Een evenement dat al zo’n 2800 jaar draait om maar één uitkomst: goud.
Hippocrates, grondlegger van de geneeskunde, werd slechts driehonderd jaar later geboren dan de eerste Olympische Spelen. Toch hebben we het in de zorg pas sinds enkele jaren over uitkomsten: Uitkomsten van zorg voor de patiënt. Terwijl in de topsport record op record wordt verbroken, is de vraag of de zorg in de ogen van de patiënt ook zo’n snelle verbetering doormaakt.
Focus
De vraag die mij bezighoudt is waarom de dynamiek van vergelijken met elkaar, zoals in de topsport, slechts beperkt vruchten afwerpt in de zorg? Er hoeft in de topsport weinig discussie plaats te vinden over uitkomsten: je bent de snelste of je bent het niet, je hebt de meeste doelpunten gemaakt of niet. Daardoor ontstaat er focus op de kern waar het om gaat: Uitkomsten verbeteren, niet alleen uitkomsten van anderen maar zeker ook uitkomsten van jezelf.
In de zorg zijn we druk met uitkomstmaten vaststellen die nationaal of zelfs wereldwijd gedragen worden. Met name de drang om met elkaar te kunnen vergelijken maakt dit een langzaam traject. Al die tijd en energie had ook nu al gestopt kunnen worden in het verbeteren van zorg voor de patiënt. Zoals in onze publicatie Waardeversnellers is te lezen, kunnen we een belangrijke les leren van het Karolinska Instituut in Zweden: begin gewoon en maak van jezelf de grootste concurrent.
Patiënt
Mijn advies: zoek de uitkomstmaten in wat voor de patiënt echt belangrijk is. Houd de uitkomstmaat per diagnose in het begin zo eenvoudig mogelijk, sluit aan bij wat anderen al bedacht hebben als dat past en werkbaar is. Schaaf dit onderweg bij (Plan-Do-Study-Act, zoals Deming het bedoeld heeft). Met dit advies voel ik de tegenargumenten al aankomen: “Dan kunnen we ziekenhuizen niet onderling vergelijken!” Begrijp me niet verkeerd. Vergelijken heeft natuurlijk waarde. Zo wordt op de Olympische Spelen immers bepaald wie de winnaar is. Maar echte verbetering volgt vooral uit de vergelijking van een organisatie met zichzelf in de tijd. Kortom: Doen we het nu beter dan gisteren? Beter dan vorige week? Vorige maand, vorig jaar? Wat kunnen we van de verschillen leren? En hoe kunnen we onszelf morgen nog beter maken? Als je dat als zorginstelling nastreeft, zijn er twee gouden plakken te vergeven. Eén voor de organisatie en één voor de patiënt.
Senior manager KPMG Plexus