Voor wie zich bezighoudt met Value Based Health Care (VBHC) was het ICHOM congres in Rotterdam een mooi moment om te horen wat er allemaal gebeurt. Te veel om hier allemaal te bespreken maar hieronder drie opvallende zaken:
1 VBHC is springlevend: 1200 deelnemers, waarvan ‘slechts’ 400 Nederlanders
2 VBHC is een aanpak van de lange adem, zo verzuchtte veel deelnemers en sprekers. Hier liggen twee zaken aan ten grondslag: de implementatie van een nieuwe werkwijze en het op orde krijgen van bijpassende IT neemt vaak jaren in beslag. Dit laatste is cruciaal voor o.a. het meten van PROMs.
3 Ondanks de lange adem zien we toch een aantal hoopgevende en inspirerende voorbeelden (ook uit Nederland).
Gla:d
De meest in het oog springende vond ik Gla:D ® (geen typefout) uit Denemarken. Dit staat voor: Good Life with Osteoarthritis in Denmark, Gla:d ® werkt via het implementeren evidence-based best-practice behandelingen van knie- en heup-OA in de kliniek. Het gestandaardiseerde behandelplan bestaat uit twee onderwijssessies aan patiënten en 12 neuromusculaire oefentherapie sessies, in plaats het gebruik van paracetamol, anti-inflammatoire geneesmiddelen en opioïden. Vijf jaar na implementatie zijn meer dan 40.000 patiënten op deze manier behandeld, met betere uitkomsten rondom pijn, functie en kwaliteit van leven en gelijkblijvende tot lagere kosten. Zie hier voor meer info.
Declaratiedata en zinnige zorg
Wat mij echter vooral opviel was de beperkte aandacht voor twee zaken, namelijk:
– Het gebruik van declaratiedata voor het meten van kwaliteit en kosten: Waar veel partijen klagen over de toegenomen registratie last, zag ik weinig over een eenvoudige oplossing, namelijk het gebruik van declaratiedata als bron voor (tijdelijk) het meten van (proxy) uitkomsten. Ook hier in Nederland (bijvoorbeeld in de cardiologie, oncologie of wijkverpleging) is bewezen dat declaratie data een zinvolle bron van zowel (proxy-) uitkomsten (kwaliteit) als kosteninformatie is.
– Weinig aandacht voor gepastheid van zorg: Bijna iedereen heeft aandacht voor het verbeteren van uitkomsten, maar er is weinig expliciete aandacht voor of de zorg wel zinnig is. Zolang dit niet het geval is, dan hoeft een verbeterde uitkomst maar weinig te zeggen. Een bekend probleem zijn bijvoorbeeld vruchtbaarheidsbehandelingen (IUI of IVF). Als je te vroeg behandelt zijn de uitkomsten top (echt goede case mix correctie is lastig), maar de toegevoegde waarde van de zorg erg laag (want het merendeel zwangerschappen waren ook behaald zonder zorg, en mogelijk zijn complicaties een neveneffect).
Klopt de VBHC-formule wel?
De grote vraag die daarmee rijst is of de formule van VBHC (waarde = uitkomsten / kosten) eigenlijk wel klopt. Mijn stelling: zolang je gepastheid niet meeneemt, gaat de formule niet op. Onder meer de CEO van Virginia Mason onderstreept dit. De formule moet eigenlijk als volgt zijn: waarde = gepastheid (=zinnige zorg) * (uitkomsten / kosten).
Dit verklaart mijns inziens het wat kunstmatige schisma tussen de “VBHC adepten” vs. “Zinnige Zorg adepten”, die elkaar, ook in Nederland, vrolijk de loef afsteken. Dit leidt onder meer tot een knip in de landelijke programma’s: we hebben programma’s rondom het verbeteren van uitkomsten én we hebben programma’s rondom Zinnige Zorg. Ik denk dat het tijd is om beide aanpakken te combineren. Als we dan ook eens pragmatisch kijken naar wat we allemaal al aan (proxy) uitkomsten uit declaratiedata kunnen halen, zetten we weer een hele stap vooruit. Wat denkt u ervan, doet u mee?