Vergroot ICT de kwaliteit van leven? Hoewel ik al jaren in de ICT werk, houdt deze vraag me nog doorlopend bezig. In Thailand is het heel normaal dat kinderen hun bejaarde ouders in huis nemen om voor ze te zorgen. In Nederland stoppen we onze ouderen en gehandicapte familieleden in een tehuis. We komen af en toe langs voor een verplicht kopje thee en gaan dan weer. Onze goede daad zit er op. Opgelucht.
De overheid zegt nu dat we een beroep moeten doen op onze zelfredzaamheid. De participatiemaatschappij is here to stay. Het geld om minder functionerende familieleden weg te stoppen is op. Wat een azijnpisser, denkt u misschien. Mooi, u bent wakker.
Creativiteit
De participatiemaatschappij is iets moois. Ze dwingt ons weer om er voor elkaar te zijn. De politiek heeft hier echt iets goeds tot stand gebracht. Geldtekort leidt tot creativiteit. We willen onze verzorgingsstaat, die we zorgvuldig hebben opgebouwd, niet in een paar jaar om zeep helpen. Zoals sommige bedrijven, maar ook zorginstellingen dit wel voor elkaar weten te krijgen. De reden? Niet op tijd inspelen op veranderingen, maar vasthouden aan bestaande gewoontes en gebruiken.
Duwtje in de rug
Ik sprak onlangs met bestuurder Frank Holtman van Dichterbij. Bij alles wat Dichterbij doet stelt Frank zichzelf de vraag: hoe kunnen wij de burger faciliteren om een kwalitatief goed leven te hebben? Dat betekent dat de burger zelf de regie voert. Hij krijgt zorg en ondersteuning op het moment dat daar behoefte aan is. Dat hoeft niet perse fysieke hulp te zijn, maar even sparren op afstand via een beeldscherm is vaak ook al goed. Veel zorgtaken zijn te voorkomen als een cliënt af en toe een duwtje in de rug krijgt, meent Frank. “Dat hij/zij even zijn hart kan luchten of gewoon iets kan vragen aan een professional. De burger weet zelf heel goed wat voor hulp hij nodig heeft en kan er zelf om vragen. Maar dan wel op een veilige manier, want de burger moet ook inzage hebben in zijn eigen gezondheidsdossier. Mensen zoals zorgprofessionals of wettelijke vertegenwoordigers moeten ook toegang kunnen krijgen tot (delen van) het dossier.”
Digitaal communicatieplatform
Om deze visie vorm te geven participeert Dichterbij in Quli. Dit is een consortium van organisaties dat bezig is met de ontwikkeling van een gelijknamig digitaal communicatieplatform. De mogelijkheden van Quli zijn op zichzelf niet bijzonder, want afzonderlijk bestaan ze al. Nee, het is het samenkomen van al die technieken op één platform en koppelingen met andere systemen zoals het Elektronisch Cliëntendossier (ECD) dat Quli bijzonder maakt.
Dit stelt burgers in staat om zorg te kunnen vragen aan diverse zorgverleners rondom hen heen en te communiceren met hun netwerk. E-health zal echter nooit de zorg vervangen, maar is een aanvulling op bestaande zorg, stelt Frank. Daar ben ik het mee eens. Het uitgangspunt moet betere zorg zijn, niet goedkopere. De bestuurder van Dichterbij wil mede door gebruik van e-health voorkomen dat er zorg nodig is. Dat zal niet altijd lukken, maar vaak voorkomt ondersteuning dat er echte en dus dure zorg nodig is. Bijvoorbeeld door contact op afstand via beeldbellen. Dat betekent dat werkprocessen hieraan faciliterend moeten zijn. Van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’.
Eigen regie
Zorgverleners worden coaches die mensen helpen om de regie te kunnen voeren in hun eigen leven. We moeten de horizon verleggen naar 2020 en niet paniekerig doen. Het pleidooi voor ‘eigen regie’ van minister Schippers van VWS is volgens Frank Holtman geweldig. “Eigen regie mag echter niet vanuit de contouren van de jaren zestig worden gezien, maar in het licht van 2020. Hoe maken we dingen mogelijk, daar gaat Dichterbij van uit. Het regeerakkoord kwam ons eigenlijk goed uit.”
Kwalitatieve investering
Die nieuwe technologie heeft een prijs, maar voor Frank verdient de investering zich al terug als hij merkt dat eerst enkele tientallen en nu al enkele honderden klanten en medewerkers er blij van worden. Dat zijn kwalitatieve investeringen en daar gaat het hem om en daar rekent de klant hem ook op af. Uiteindelijk is het, vertelt Frank, de bedoeling dat alle klanten gebruik gaan maken van Quli. En als ze daar niet toe in staat zijn, hun netwerk. “Even beeldbellen met je kind voor het slapen gaan, zomaar op afstand een spelletje spelen met oma, of even kijken in het dossier hoe je gehandicapte neef de dag heeft beleefd. Die kleine dingen leiden tot kwaliteit van leven.” De spijker op zijn kop.
Na dit gesprek kwam de vraag weer bij mij op: vergroot ICT de kwaliteit van leven? Ik kon de vraag nu volmondig met ‘ja’ beantwoorden. Het kan, maar je moet er wel voor open staan en dat vergt een andere manier denken. En een land als Thailand dan, waar de mensen nog echt voor elkaar zorgen? Die kant gaat het in Nederland ook weer op, maar –zoals het voorbeeld van Dichterbij en Quli leert-: fysieke ondersteuning is niet altijd nodig. Steun op afstand volstaat vaak ook. Laat de klant maar aangeven wat de voorkeur heeft.
Productmarketingmanager en lid van het management team van Unit4 Gezondheidszorg