De Nederlandse zorg lijkt steeds meer op de ballon waarin je blijft knijpen, maar die maar niet kleiner wil worden. De verschillende sectoren moeten daarom meer in samenhang worden benaderd om een oplossing te vinden voor de verkeerde bed-problematiek.
Onlangs werd ik uitgenodigd om in Canada een conferentie van de ministeries volksgezondheid en sociale zaken toe te spreken over de forse verkeerde bed problematiek aldaar. In Canada is de eerste lijn minder sterk ontwikkeld dan in Nederland en hebben huisartsen over het algemeen ook een praktijk in het ziekenhuis. Het zal dan ook weinig verbazing wekken dat de ziekenhuizen volstromen met kwetsbare senioren die vervolgens moeilijk weer terug naar huis kunnen. Zeker omdat er alleen private verpleeghuizen zijn om de ziekenhuizen te ontlasten. De wachtlijsten en kosten van deze verpleeghuizen zijn dusdanig dat deze weinig soelaas kunnen bieden op korte termijn.
Maar ook in Nederland zijn we er bepaald nog niet. Het NOS-journaal opende onlangs met het item dat de toestroom van senioren naar de eerste hulp fors was gestegen. Het ontslag naar huis werd bemoeilijkt door de beperkte opvangmogelijkheden daar. De Nederlandse zorg lijkt steeds meer op de ballon waarin je blijft knijpen, maar die maar niet kleiner wil worden. Niet alleen in de ziekenhuizen wordt geknepen, maar ook in de verzorgings- en verpleeghuizen, de zorghotels, de revalidatie, de thuiszorg, de begeleiding en de dagbesteding. Waar kunnen dan nog oplossingen gevonden worden voor de verkeerde bed-problematiek?
Falende samenhang
Het kan niet anders dan dat de zorg meer in samenhang wordt benaderd. Onlangs hebben partijen in Zeeland het initiatief genomen om de vraagstukken in de eerste en tweede lijn met een creatieve blik te bekijken en te zoeken naar nieuwe oplossingen. Het bijzondere is dat nu eens niet de beleidsmakers in de lead zijn maar de burgers en de huisartsen. Het zijn de burgers immers die tegen de muren aanlopen en de huisartsen die de falende samenhang in de zorg in de praktijk ondervinden. Welke oplossingen komen dan uit de koker?
In de eerste plaats komt naar voren dat de beide ziekenhuizen in Zeeland met het oog op kwaliteit hun taken beter op elkaar moeten afstemmen in plaats van te concurreren en allebei hetzelfde aan te bieden. Burgers rijden om die reden nu liever de grens over naar Knokke en Gent en dat gaat ten koste van de ziekenhuiszorg in Zeeland. De recente oproep van ZorgSaam aan het Admiraal de Ruyter Ziekenhuis om eerst samen naar de onderlinge samenwerking en taakverdeling te kijken alvorens de blik buiten Zeeland te richten kan ik goed begrijpen.
Een tweede uitkomst is dat andere tweedelijnsvoorzieningen in de ouderenzorg, gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg hun diensten steeds meer in de huisartsenpraktijken gaan aanbieden. Daar ontstaan pop-up-poli’s waar specialisten uit de eerste en tweede lijn samen naar casussen kijken en die ook daar dicht bij huis oplossen als het kan. De eerste lijn ontwikkelt zich daarmee tot een brede gemakkelijk toegankelijke integrale zorgaanbieder die de druk op de kostbare tweede lijn vermindert.
Afscheid nemen van het marktdenken
Het experiment Toekomstige Zorg Zeeland laat zien dat een andere benadering van de zorg veelbelovende perspectieven biedt. Niet over de schutting gooien, maar samen aanpakken en oplossen en dat liefst zo dicht mogelijk bij huis. De provincie Zeeland en zorgverzekeraar CZ denken hierin mee. Het wordt een interessant experiment, waarbij het afwachten is in hoeverre echt afscheid genomen kan worden van het marktdenken en de financiële prikkels van individuele zorgaanbieders. De samenwerking en samenhang die daarvoor in de plaats komt, zou wel eens veel meer kunnen opleveren.
Bestuurder van Tragel Zorg