Eén van de grootste bedreigingen voor de gezondheid zijn chronische ziekten zoals obesitas, COPD en diabetes. Deze ziektes beperken mensen enorm in hun dagelijks leven en hebben ook effect op hun familie.
Het is tijd dat we deze ziekten gaan verslaan in plaats van ermee te leren leven. Het CDA wil daarom gezondheidszorg bekijken vanuit gezondheid en gedrag in plaats van ziekte en zorg.
Preventie
Dat betekent dat het noodzakelijk is om preventie een veel belangrijker plek te geven. Dat geldt niet alleen voor situaties in de gezondheidszorg, maar ook op school, op het werk en in de eigen wijk. Dat hoeft wat mij betreft niet te gaan om geboden en verboden en het opgeheven vingertje. Met een pot azijn vang je geen vliegen. Het draait erom, dat je voor mensen het leven juist makkelijker kan maken. Voorbeelden: sportparken in de wijk, veilige fietspaden, gezonde sport-, school- en werkkantines. Maar natuurlijk ook dat zorgverleners meer ruimte krijgen om samen met hun patiënten aan preventie te doen.
Investeren in preventie loont
Inmiddels ligt er steeds meer bewijsmateriaal dat aantoont dat investeren in preventie loont. Ook het recente CPB-rapport “Gezondheid loont, tussen keuzen en solidariteit” concludeert dat preventie, in de zin van gezonde leefstijl, grote baten heeft voor de mensen zelf: langer genieten van het leven, van een grotere inzetbaarheid en van het pensioen.
Het rapport stelt ook vast dat de overheid ervan profiteert als mensen hun betere gezondheid aanwenden om langer te leren en meer te werken, omdat men dan meer belasting en pensioenpremies afdraagt. Dat laatste schrijf ik vooral om de boekhouder-bewindspersonen in het huidige kabinet te overtuigen dat investeren in preventie geen weggegooid geld is.
Nationaal programma preventie
Vanwege de grote positieve effecten van preventie heb ik samen met D66 in 2012 een voorstel tot een nationaal programma preventie gedaan. Bedoeling was om tot structurele aanpak van preventie te komen. De betrokken bewindspersonen hebben deze handschoen opgepakt. Er ligt nu een nationaal programma preventie. Goed in het plan is de betrokkenheid van vele partijen, een aanzet tot integraal denken en het begin van een visie.
De lat kan echter hoger. Dit concluderen ook de organisaties met wie Pia Dijkstra en ik om tafel zijn gaan zitten. Ik som ze niet volledig op, maar GGZ Nederland, KNMG, NOC-NSF, NISB, LHV, NHG, KWF, GGD Nederland (Vereniging voor Publieke Gezondheid en Veiligheid Nederland), STAP, Trimbos instituut en Rutgers WPF waren onder meer aanwezig.
Concrete doelstellingen
Zij wisten feilloos de vinger op de zere plek te leggen: de bewindspersonen willen zich niet vastleggen op concrete doelstellingen zoals het verminderen van hart- en vaatziekten in de komende twintig jaar. Juist die ziekten hebben van alles te doen met roken, drinken, overgewicht en dergelijke. Ondanks herhaaldelijk verzoek kiest de regering voor een korte looptijd van het programma. Ze laten een unieke kans lopen om over hun eigen kabinetsperiode heen te regeren. Er worden ook nauwelijks nieuwe middelen ingezet, wetenschappelijk onderzoek is een ondergeschoven kindje en preventie voor ouderen schijnt niet de moeite waard te zijn.
Structurele aanpak
Kortom, ik vind het goed, dat het kabinet een aanzet tot een nationaal programma preventie heeft gedaan. Maar dit plan biedt nog niet de oplossing om preventie structureel op te pakken en gezondheid en gedrag centraal te stellen.
Hanke Bruins Slot
Tweede Kamerlid CDA