November 2020: Een week in het leven van een GGD-arts.
Maandag
Na een weekend lezen ter ontspanning met de auto naar het werk. De verwarring neemt toe, nu we zowel te maken hebben met het coronavirus als met een beginnende griepepidemie. De media weten niet goed te onderscheiden of experts gedreven worden door vakkennis, of door het genot van zichtbaarheid in een praatprogramma.
Vergadering gepland in het souterrain. Ventilatie slecht. Een klapraam en bijna acht meter verderop een deur naar buiten. Dat levert geen goede ventilatie op. Twee collega’s zijn een beetje snotterig naar het werk gekomen. Ze geloven niet in het gevaar van corona. Dus wat doen we? Ik opper om de ventilatie in de gaten te houden met een CO2 meter. Die geeft aan wanneer het moment gekomen is dat de ventilatie te miniem is. De verkouden collega’s doen niet mee. Gevraagd of ze een mondkapje willen voordoen zolang ze verkouden zijn. Ik zie ze de rest van de dag niet meer. Vergadering gaat niet door.
Dinsdag
Ik wandel naar mijn werk. Goed om te bewegen. Een enkeling op straat heeft een mondkapje voor. Dat zijn natuurlijk de mensen die een verkoudheid hebben opgelopen, maar wel naar het werk mogen. Het RIVM heeft daar mee ingestemd. Wetenschappers zijn het uiteindelijk eens geworden dat mondmaskers in de buitenlucht bij verkoudheidsklachten een toegevoegde waarde hebben om andere mensen te beschermen tegen besmetting.
De snelle kennismobilisatie, waar ik aan mee werk, tracht te achterhalen welke invloed deze fase van de coronacrisis heeft op de werkzaamheden en organisatie van bedrijven, instellingen en zelfstandigen. Welke lessen kunnen worden getrokken nu we ook nog de griep erbij hebben gekregen? Kernboodschap blijft: rekening houden met anderen, betrokken zijn bij het welzijn van kwetsbare mensen en bepaalde activiteiten tijdelijk niet doen. Dat gezegd hebbende kunnen we ook wel eens voorzichtiger zijn met andere mensen wanneer er “alleen maar” een infectieziekte rondgaat.
Woensdag
Bezoekje aan het ziekenhuis: nacontrole via het nieuwe telezorgsysteem. Toch even langs komen voor een behandelplan. De ziekenhuizen draaien weer volop. Afdelingen waar veel patiëntencontact nodig is hebben meer ruimte gekregen. Er zijn geen wachtkamers meer in smalle gangen. Ook hier geen mondkapjes. Als de wachttijden oplopen, worden mensen verwezen naar een andere wachtkamer die volop geventileerd kan worden.
Aanhoudende discussies over vaccinaties op televisie. De eerste vaccins tegen Covid-19 lijken te werken. Maar er is veel aarzeling bij mensen. De meest simpele boodschap: mensen moeten meer gemotiveerd worden om elkaar te beschermen in dit tijdperk van individualisme. Het is lastig de goede informatie te vinden in de brei van boodschappen in de landelijke communicatie.
Mee eens dat de verantwoordelijkheden en keuzen naar de burger zelf verschuiven. Tegelijkertijd vind ik het de taak van de overheden om de burger bij te staan om afgewogen keuzen te kunnen maken.
Donderdag
Vandaag een concreet dilemma. Vrienden, net teruggevlogen uit Spanje, willen een hapje gaan eten met ons. Ze zijn, hoewel nu gebruikelijk, niet getest. Wel moeten ze zelf in de gaten houden of ze klachten krijgen en een beetje terughoudend zijn met al te uitbundige contacten in de eerste week na terugkeer. Wat kan nu wel of niet? Het restaurant heeft goede ventilatie volgens de website. Naast recensies over het eten kunnen gasten nu ook gegevens vinden over het ventilatiesysteem. Dat heeft een enorme boost gegeven aan een beter binnenmilieu in Nederland. Eindelijk worden ook scholen beter geventileerd. De eisen in het bouwbesluit zijn zelfs aangepast.
Ik overleg met onze vrienden. Geen knuffels deze week. Ook iets meer afstand van elkaar dan gebruikelijk. Wel zorgen dat we met schone handen aan tafel komen. en voorwerpen die we gemeenschappelijk gebruiken (fles wijn, peper en zout) niet besmetten. Wat eerst onwennig gedrag was, maken we nu bespreekbaar. Maar helaas wel nog wat gecompliceerd. Gezellige avond.
Vrijdag
Ik moet iets kopen in de stad. De winkelstraat is druk. Sommige mensen dragen een mondkapje. Sommigen alleen voor de mond en niet over de neus. Kijken ze nou een beetje waterig uit de ogen? Recent onderzoek van het RIVM laat zien dat de bereidheid om te testen steeds verder afneemt. Teveel gedoe, helemaal naar de teststraat.
Van ieder willekeurig persoon, die mij passeert, komt een verdunde luchtstroom mijn neus en luchtwegen binnen. Ik adem van alles in: fijnstof, geurstoffen, zweetluchtjes en zeker ook bacteriën en virussen. Mijn gezonde leefstijl houdt mijn weerstand op peil. Zo is het altijd geweest en zo zal het altijd blijven. Het is ook een kwestie van mindset. Het enige dat ik nu niet doe, is langere tijd bij één persoon stilstaan.
Overdenking
Veel mensen hebben net als ik overpeinzingen en verwondering. Informatie online biedt eerste hulp. Aan de ene kant verwachten we daadkracht van overheid op het gebied van publieke gezondheid en niet alleen op het gebied van zichtbare daadkracht rondom ic-bedden. Aan de andere kant zijn er maatregelen nodig die dicht bij ons als individu moeten staan en waarin we zelf keuzen kunnen maken. Dus de taak van de overheid moet verschuiven om ons hiervoor te ondersteunen.
Wie zorgt voor een betere persoonlijke dialoog? Verwachten we dit van de huisartsen? Hoort het bij de gezondheidsbevordering van de ggd? Is het een kerntaak voor de gemeentelijke bevolkingszorg? Het her- en erkennen van de dilemma’s is belangrijk.
O ja. Nog niet gezegd. Ik ben man, 66 jaar, opa, volop in het leven. Ben ik nu kwetsbaar of niet?
Peter van den Hazel Denkgroep Publieke Gezondheid rondom Covid-19