Samen met mijn schoonvader van 102 bezoek ik de rommelmarkt in het plaatselijke verzorgingshuis. “Handig, die rollator”, constateert hij. Hij gebruikt hem nog niet zo lang. Nu ontdekt hij het gemak van het bijgeleverde bagagemandje voor het meenemen van de gekochte tweedehandsboeken. Als we een kopje koffie drinken, kijkt hij om zich heen. “Het is toch wat”, verzucht hij, “Al die oude mensen. Nee, da’s niks voor mij”. Hij is blij met zijn seniorenappartement in de buurt en realiseert zich niet dat hij verreweg de oudste bezoeker van de rommelmarkt is.
Toch is mijn schoonvader niet maatgevend voor de voorkeur van ouderen. Het verzorgingshuis is bezig met een revival, lijkt het wel. Vonden we een aantal jaar geleden dat het bejaardenhuis volledig uit de tijd was, nu de overheid daadwerkelijk de toegang beperkt, zijn er opeens heel veel fans. In veel gevallen lijkt het me een reflex die vaker optreedt bij veranderingen, maar twee ontwikkelingen laten wel degelijk zien dat er toekomst is voor het verzorgingshuis in een nieuwe jas.
All inclusive
De eerste ontwikkeling is die van het all inclusive woonzorgconcept in bestaande verzorgingshuizen. Onderzoek van Platform 31 en Kenniscentrum Wonen-Zorg onder twaalf koplopers toont aan dat het mogelijk is om in verzorgingshuizen een nieuw woonconcept te ontwikkelen dat aantrekkelijk is voor ouderen en ook voor mensen met een kleine beurs betaalbaar is. Voor die betaalbaarheid zijn wel voorwaarden: de kosten voor het vastgoed moeten laag zijn, het is geen harde voorwaarde dat het gebouw volledig is afbetaald.
Ten tweede is er de ontwikkeling van buurtfunctie van verzorgingshuizen. Een verzorgingshuis is niet alleen een plaats waar mensen wonen, maar waar ook mensen uit de wijk kunnen eten, gezelligheid vinden bij bijvoorbeeld een biljartclub of waar de dagbesteding voor mensen met dementie is ondergebracht. Zorgorganisaties gaan de samenwerking aan met de gemeente om bijvoorbeeld ook de lokale bibliotheek onderdak te geven, zoals in De Weyert, in Dwingeloo. Instellingen bieden via een plint in het woonzorgcentrum (de begane grond waar de algemene voorzieningen zich bevinden) ruimte aan diensten zoals de apotheek of een kinderopvang. Die buurtfunctie maakt het verzorgingshuis tevens onmisbaar in de wijk of het dorp: de diensten die er worden geboden, verdwijnen als het verzorgingshuis moet sluiten.
Praktische aanpak
Waarom vind ik dit overtuigende ontwikkelingen? Omdat het hier niet gaat om een verheven visie op vastgoed en voorzieningen maar om een praktische aanpak die gelijk laat zien of er belangstelling voor is. Als leegkomende appartementen in voormalige verzorgingshuizen vlot verhuurd worden, er zelfs sprake is van een wachtlijst en als de koffieochtend bomvol zit en ook ouderen van buiten het verzorgingshuis er activiteiten willen organiseren, dan heeft het verzorgingshuis nog steeds een duidelijke functie. Ouderen stemmen met hun voeten, al dan niet met een rollator als hulpje. Natuurlijk is het niet de oplossing voor elke oudere. Dat maakt mijn schoonvader me wel duidelijk. Maar in het palet aan woonvariaties voor ouderen is het verzorgingshuis nog niet afgeschreven.
Daniëlle Harkes
Manager van het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg
—
Skipr is per 28 september 2015 een themakanaal rijker. In de ‘vertical vastgoed’ brengt Skipr het relevante nieuws over het Nederlandse zorgvastgoed. Bekijk de vertical op www.skipr.nl/vastgoed