In protheseland is een aantal vreemde ontwikkelingen gaande. Een tweetal verzekeraars heeft namelijk besloten dat de tandprotheticus niet meer (zelfstandig) een deel van de werkzaamheden mag verrichten. Bij VGZ gaat het om de implantaat gedragen prothesen en bij Zorg en Zekerheid is het ‘handen af’ zodra het over de mesostructuur gaat.
VGZ gaat het verst en koopt de zorg die toeziet op implantaat gedragen prothesen niet meer in bij tandprothetici. Deze kunnen de zorg die ze leveren niet meer declareren; dat moet via een implantoloog. Een paternalistische houding met weinig oog voor het belang van de patiënt. Onder het mom van verbetering van kwaliteit als de behandeling ‘onder het toezicht van’ een tandarts plaatsvindt, wordt een hele schare patiënten aan de kant gezet die al jarenlang niet meer bij de tandarts komt omdat ze – je raadt het al – geen tanden meer hebben maar een gebitsprothese.
Outsourcing
Tot onze grote verbazing ziet de NZa (nog) geen reden in te grijpen bij de wijze van inkoop door VGZ. VGZ contracteert namelijk tot groot ongenoegen van veel tandartsen en tandprothetici slechts een handjevol implantologen en die worden dan zelf geacht – voor zover dat noodzakelijk is – overeenkomsten met tandprothetici te sluiten zonder zekerheid dat dit a) gebeurt en b) de zorgverzekeraar dus wel aan haar zorgplicht kan voldoen. Een stukje outsourcing van de zorginkoop door de zorgverzekeraar naar een bepaalde zorgaanbieder. In onze optiek onbegrijpelijk dat de NZa dit tot nu toe toestaat. Tot nu toe, want de NZa heeft wel aangegeven dit scherp in de gaten te houden. Vooralsnog neemt de NZa evenwel aan dat dit niet is verboden.
Rolstoel
Maar daarmee miskennen zowel VGZ als de NZa toch lelijk de realiteit. Er zijn, zoals gezegd, veel – vooral oudere – patiënten die helemaal geen tandarts meer hebben maar wel een gebitsprothese. Deze groep patiënten moet nu op zoek naar een tandarts als er iets rammelt aan hun prothese, pijnklachten zijn of erger. De tandprotheticus komt aan huis, maar, zo laat een concreet voorbeeld zien, de tandarts niet. Terwijl de verzekeraar stug vasthoudt aan haar beleid dat de tandprotheticus niet zelf mag declareren. Erg vervelend voor deze patiënt in een rolstoel. Hij kan namelijk niet meer bij de tandarts komen.
Op grond van de polisvoorwaarden heeft de verzekerde geen recht op vergoeding als de tandprotheticus zelf declareert. Dit geldt zelfs voor de restitutiepolissen. Dat is wel een heel aparte visie op vrije keuze bij restitutie. Dus de arme meneer in de rolstoel kan niet door de tandprotheticus geholpen worden, zelfs niet met een restitutiepolis en zelfs niet als hij een deel zelf wil betalen omdat de tandprotheticus hiervoor niet gecontracteerd is. Kennelijk moet deze manier maar even (een jaar?) op een houtje bijten, om een slechte woordspeling te gebruiken. Daarna kan hij een andere verzekeraar kiezen.
Begrijpt de patiënt het?
Verder rijst de vraag of de NZa en de zorgverzekeraars wel hebben nagedacht over of het nog wel te begrijpen is voor de verzekerde. Die sluit in goed vertrouwen een polis af maar kan vervolgens niet meer terecht bij zijn vertrouwde adres. Stom van hem natuurlijk, want hij had kennelijk moeten begrijpen dat hij mogelijk te maken zou krijgen met een ‘mesostructureel probleem’ dat aangepakt moest worden. Voor de lezer die ook niet weet wat de mesostructuur is: het gaat om de constructie die zich bevindt tussen eventueel aanwezige implantaten en het kunstgebit.
Zie je het gebeuren dat een 80-jarige patiënt in de stoel ligt bij een tandprotheticus en met open mond nog bezorgd roept: “U doet toch niets aan mijn mesostructuur he, want dat wordt niet vergoed.”
De eerlijkheid gebied te zeggen: de NZa moet nog een oordeel geven over deze vraag. Daar neemt ze dan wel ruim de tijd voor, want het verzoek tot ingrijpen of het geven van duidelijkheid is medio november vorig jaar al gedaan. Laten we hopen dat er snel uitsluitsel komt en dit probleem uit de wereld zal zijn.
Inkeer
Zolang de NZa de kaken op elkaar houdt, is dit de status quo. Is dit marktwerking? We zullen zien. De nodige zaken liggen nog voor en de NZa heeft nog de gelegenheid zich te herpakken. En zo niet, dan is er altijd nog de civiele rechter. Maar het is toch te gek voor woorden dat een verzekerde hiervoor naar de rechter zou moeten stappen. Tot slot kan het natuurlijk ook dat Zorg en Zekerheid en VGZ tot inkeer komen en alsnog een tandje bijzetten.
Directeur Organisatie van Nederlandse Tandprothetici
Partner Eldermans | Geerts advocaten
800×600
Normal
0
21
false
false
false
NL
X-NONE
X-NONE
/* Style Definitions */
table.MsoNormalTable
{mso-style-name:Standaardtabel;
mso-tstyle-rowband-size:0;
mso-tstyle-colband-size:0;
mso-style-noshow:yes;
mso-style-priority:99;
mso-style-parent:””;
mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt;
mso-para-margin:0cm;
mso-para-margin-bottom:.0001pt;
mso-pagination:widow-orphan;
font-size:10.0pt;
font-family:”Calibri”,”sans-serif”;}