In Nederland weet elk ziekenhuis wat VIPP is. VIPP staat niet voor Very Important Person. Nee, VIPP staat voor Versnellingsprogramma informatie-uitwisseling patiënt en professional. Het programma is ontwikkeld door de NVZ in samenwerking met VWS.
Het VIPP-programma stimuleert ziekenhuizen met 105 miljoen euro en revalidatiecentra en categorale instellingen met 60 miljoen euro drie jaar lang om extra stappen te zetten om de patiënt toegang te geven tot de eigen medische gegevens en medicatieuitwissling te stimuleren. Binnenkort sluit de ggz ook aan met een programma van 60 miljoen euro.
De voorschotten worden inmiddels uitgekeerd. Krijgen de ziekenhuizen dit geld zomaar? Zeker niet. Bereikt een ziekenhuis niet de voorgeschreven doelen, dan dient het geld gewoon terug te worden gestort. In deze blog bespreek ik de drie grootste valkuilen waarin een ziekenhuis kan vallen.
Valkuil 1: Technisch implementeren portaal van EPD-leverancier
Ziekenhuizen in Nederland hebben op dit moment sterk de neiging om VIPP als een technisch project aan te vliegen. Er wordt een VIPP-projectmanager aangesteld. De standaard reflex is over te gaan tot de aanschaf en implementatie van de portaal-module van de leverancier die het EPD heeft geleverd aan het ziekenhuis. Mijn eerste boodschap is: hoe logisch het voorgaande ook is, waak ervoor het VIPP-programma technisch in te steken. Ziekenhuizen die dat doen krijgen moeite om de doelstellingen te halen die VIPP stelt aan de mate van het gebruik van het portaal door patiënten.
Met een technische aanpak dreigen ziekenhuizen hun rol in regio en keten uit het oog te verliezen. Een technische aanpak staat gelijk aan een solistische aanpak. Het resulteert in het verspreiden van de ziekte portalitis. Bij portalitis bouwt elke zorgaanbieder een eigen digitale voordeur. Patiënten worden opgescheept met: MijnZiekenhuis.nl, MijnHuisarts.nl, en DePatientHeeftGeenOverzichtMeer.nl. Wij moeten ervoor waken dat deze ziekte mede door VIPP in Nederland uitgroeit tot een epidemie. Instellingen dienen vanaf dag 1 hun patiënten te betrekken en ook zeker de zorgprofessionals niet te vergeten.
Valkuil 2: EPD leverancier zorgt voor VIPP
Een tweede valkuil is dat een ziekenhuis VIPP benadert als een programma dat enkel en alleen gericht is op het EPD en het bijbehorende patiëntenportaal. Dat is zeker niet het geval. Alle informatie die onderdeel uitmaakt van de Basisgegevensset Zorg en die binnen het ziekenhuis is vastgelegd moet volgens de VIPP-normen worden gedeeld met patiënten. Het is geen eenvoudige stap om daar geheel aan te voldoen. Dat geldt ook voor de medicatiemodules van VIPP.
Mijn tweede boodschap is: zorg ervoor dat het VIPP-programma echt uitgaat van alle registraties ten behoeve van de patiënt. Het volstaat daarbij niet om een offerte op te vragen bij de EPD-leverancier en vervolgens te wachten tot deze leverancier betreffende updates en de gecontracteerde activiteiten doorvoert.
Valkuil 3: Te laat starten met de VIPP-eindtoets
VIPP is een resultaatafhankelijke subsidie. Een instelling komt alleen in aanmerking voor de subsidie als deze goed door de eindtoets komt. Deze moet worden uitgevoerd door een IT Auditor (RE). Daar zijn er 1.600 van in Nederland. Het woord eindtoets is daarbij erg misleidend. VIPP loopt tot 31 december 2019. Een instelling die zich voor vier modules heeft ingeschreven krijgt te maken met vier eindtoetsen. De VIPP-eindtoets voor module A1 en B1 dienen uiterlijk 1 juli 2018 te worden opgestart. Mijn derde boodschap is: verdiep u in de audit-normen van de VIPP-eindtoets en bereid u tijdig voor op de eindtoets.
Hoe die 1 miljoen euro behouden?
Dat VIPP versnelt staat voor mij vast. Of dit gaat leiden tot een versnelling van informatie-uitwisseling is nog de vraag. De combinatie van geld en techniek gaat zeker niet leiden tot versnelling van informatie-uitwisseling. Doop uw VIPP-programma om in het Very Important Patient and Professional-programma, dan gloort er hoop aan de horizon.
Jan de Boer
Onafhankelijk IT-strategieadviseur en partner en eigenaar van WeDoTrust