Ggz-organisaties komen steeds verder van hun cliënten af te staan. Ze zijn bezig met het voldoen aan regelgeving. Terwijl ze veel meer zouden moeten kijken naar wat de cliënt nodig heeft. Hoe wordt hij of zij zo goed mogelijk geholpen?
Soms druist wat nodig is wel eens in tegen wat intern of extern is opgelegd. Het is echter de vraag of je elke regel letterlijk moet monitoren, en hoe je dit doet.
Organisaties willen graag dat hun mensen aan de juiste knoppen draaien. Maar (financiële) keuzes die je kunt maken in een ggz-organisatie zijn vaak voor velerlei uitleg vatbaar. Als je in control wilt blijven, is het daarom nuttig je af te vragen wat het aanwezige managementcontrolsysteem (MCS) doet met het gedrag en de gevoelens van de mensen die er dagelijks mee te maken hebben, namelijk de zorgprofessionals.
Aan welke knoppen draaien zij om uitkomsten te beïnvloeden? Vloeien bepaalde keuzes voort uit wat hun extern is opgelegd, door verzekeraars of de overheid? Passen ze bij de doelen van de organisatie? Of passen ze misschien bij de doelen of wensen van de medewerker zelf?
Financiën én inhoud
Waarbij het goed is je te realiseren dat ‘de medewerker’ niet bestaat: bestuurders maken andere keuzes dan behandelaars of mensen met een zorgachtergrond; binnen de ggz zijn er duidelijk twee werelden. Een nuttige vraag om te stellen is daarom: leidt wat we doen ook tot wat we willen als organisatie? Houd daarbij rekening met verschillende percepties die medewerkers kunnen hebben. Financials zullen eerder kijken naar de productieplafonds, zorgprofessionals naar de dossierverplichting. Kijk bovendien niet alleen naar de financiën, maar ook naar de inhoud. De laatste jaren is gebleken dat er een efficiencyslag nodig was, maar je kunt ook doorslaan door alléén nog maar door de financiële bril te kijken. Het kan heilzaam zijn om met elkaar mee te kijken als professionals; op de juiste momenten de focus op de inhoud leggen kan ervoor zorgen dat het gehele proces uiteindelijk betaalbaarder wordt.
Meer financieel bewustzijn
Bovendien: een managementcontrolsysteem kan nog zo goed zijn, als het management er niet aan gecommit is, blijft het een papieren tijger. Maar als doelen niet gehaald worden, heeft dat gevolgen, vaak financieel. Afspraken zijn er om je aan te houden, en ze mogen best meer verbonden zijn met de financiële werkelijkheid. Meer financieel bewustzijn in de hele organisatie is geen overbodige luxe. Het voorkomt dat de continuïteit van de instelling onder druk komt te staan.
Cliënt en medewerker centraal
Hoe bereik je dat nou? Door bij het inrichten van het MCS verder te kijken dan de materie. Door de mens en zijn kennis en kunde centraal te stellen in het werk, en niet alles in te bedden in regels waaraan iemand zich moet houden. Afvinklijstjes zijn niet zonder meer van toegevoegde waarde. Want je wilt helemaal niet dat medewerkers een lijstje afvinken, maar dat ze het gedrag laten zien dat erbij hoort. Herdiagnostiek heeft bijvoorbeeld alleen zin als je dat doet om te kijken of de cliënt de juiste zorg krijgt. Het heeft geen zin als een inhoudelijke maatregel ineens een controlemaatregel wordt en je van de verzekeraar duizend herdiagnoses per jaar moet doen. Dus geef mensen de vrijheid om beslissingen te nemen in het belang van de cliënt, dan bereik je als organisatie het meest.
Durf keuzes te maken!
En tot slot: stuur niet op alle KPI’s, maar focus op de visie van de organisatie en kies er een paar relevante uit die daarmee samenhangen. Zoals de bedbezetting, de productiviteit, de risicobeheersing, medewerkers- en cliënttevredenheid. Durf ook hier bewuste keuzes te maken, in plaats van alles dicht te timmeren en te monitoren. Zo voorkom je keuzestress in het MCS.
Hoe gaat het eigenlijk met de keuzestress in jouw MCS? Neem gerust contact met mij op als je daarover eens van gedachten wilt wisselen.
Registercontroller bij Public Search