De wekker gaat, ik draai me nog een keer om en hoor: “Goedemorgen meneer Faber, ik zie dat u net wakker bent. Denkt u eraan dat u straks muziekles heeft? De les begint om 10.00 uur. Er zijn geen vertragingen op uw route. Fijne dag gewenst!” Best handig zo’n systeem dat mij informeert over mijn planning en activiteiten. Tenminste, dat vind ik nu en alleen maar zolang ik zelf kan kiezen of ik de mededelingen wil horen en de meldingen ook kan uitzetten.
Maar stel dat dit meldingssysteem is geïntegreerd in een robot; die mij even wakker schudt, mij medicatie verstrekt en mij helpt met mijn steunkousen? Zou ik daar als zorgbehoevende 80-jarige straks moeite mee hebben? Ik vermoed het niet, best handig zo’n extra hulpje. Maar wat nou als deze robot mijn eerste en soms enige aanspreekpunt van de dag is? Nou, van dat beeld word ik eerlijk gezegd toch iets minder vrolijk. Oftewel: kwalitatief goede zorg bestaat voor mij uit menselijk contact en nabijheid. Daarbij hecht ik grote waarde aan zelfredzaamheid en zie ik zelfbeschikking als de belangrijke waarde in de zorg.
En u? Wat vind u belangrijk bij het ontvangen of het verlenen van zorg? Nieuwigheden geven de zorgverlening een ander karakter. De inzet van digitale hulpmiddelen heeft impact op ons beeld van goede zorg. Ga daarom wat vaker met elkaar in gesprek over de waarden die u belangrijk vindt!
Waarden heroverwegen
Nadenken over goed handelen – ethiek – gaat iedereen aan. Zorgverleners wikken, wegen en praten met elkaar over dilemma’s om te komen tot goede zorg. De inzet van digitale hulpmiddelen in hun dagelijkse zorgverlening roept nieuwe vragen bij hen op. Is bijvoorbeeld beeldbellen wel persoonlijk genoeg? Wordt het gebruik van een video-observatiesysteem per definitie ervaren als een inbreuk op de privacy? Dat deze vragen worden gesteld, is niet zo vreemd. Sterker nog, ze zijn wat mij betreft vereist voor vooruitgang. Je slaat immers een onbekende weg in en er zijn vaak nog geen praktijksituaties voorhanden om van te leren.
Neem nou het voorbeeld van het beeldbellen. Dat gaat onder meer over nabijheid van een zorgverlener bij de patiënt. Wat is dan beter, 24 uur per dag bereikbaarheid van een zorgverlener via beeldbellen of 8 uur per dag aanspraak kunnen doen op een zorgverlener die in de buurt is? Misschien ben je geneigd om te kiezen voor een zorgverlener die fysiek aanwezig is en op wie je een beroep kunt doen als dat nodig is. In het verlenen van zorg denken we vaak aan direct, menselijk contact. Het lijkt misschien wel op een keuze tussen ‘warme’ menselijke zorg en ‘koude’ digitale zorg. Dan lijkt het al snel een kwestie van goed óf fout.
Zoek de nuance
Wat mij betreft ligt de waarheid over het goed inzetten van digitale hulpmiddelen vaak in het midden. Als ik even stil sta en nadenk, kom ik erachter dat menselijk contact en nabijheid voor mij niet gebonden is aan een locatie. Veel belangrijker vind ik het dat ik een beroep op iemand kan doen als ik snel iemand nodig heb. Dit oproepen zou wat mij betreft best digitaal mogen. Als er maar iemand zo snel mogelijk met mij kan communiceren. Hoe zit dit bij jou? Want wat maakt nou dat goede zorg voor jou uit fysieke nabijheid bestaat? Welk beeld heb je eigenlijk over de eigen regie van de cliënt in de keuze van zijn zorgverlening? Deze vragen gaan over jouw waarden en waaraan ‘goede zorg’ volgens jou moet voldoen. Wees nieuwsgierig naar de waarde van je gesprekspartner en zoek in gezamenlijkheid naar jullie definitie van goede zorg.
Het goed inzetten van digitale hulpmiddelen is wel wat zoeken en soms gewoon pionieren. Natuurlijk stel je vooraf vragen, maar ga ook zeker aan de slag. Soms komen er pas bij het daadwerkelijk gebruiken van innovatieve technologie ook nieuwe, ethische kwesties naar voren. Bijvoorbeeld de kwestie van het opbouwen van een emotionele band tussen mens en robot. Moet die emotionele band worden voorkomen? Een terechte vraag. Als ik 80 jaar ben dan hoop ik van harte dat ik hiervan zelf wat mag en kan vinden. Hulde aan iedereen die vraagtekens durft te plaatsen en kritisch blijft bij digitale zorg. Ben ik tegen innovatie? Nee zeker niet, verre van. Waar ik vooral voorstander van ben, is samen met cliënt, organisatie en collega in gezamenlijkheid te zoeken naar wat goede zorg is. Alleen in die gezamenlijke zoektocht zie ik dat digitale zorg succesvol kan zijn. Vooruitgang, door even stil te staan.