Het sociale domein bruist van innovatie. Al bekend zijn sociale wijkteams, buurtcoöperaties, inloophuizen voor oncologie en dementie, maar Logeerhuis De Buren was nieuw voor mij. Een pand in een Rotterdamse wijk, gerund door vrijwilligers.
Tijdens het symposium van De Buren en het Kansfonds op 8 maart spraken meer dan 170 deelnemers over dit nieuwe concept. Vrijwilligers, ook uit de buurt, helpen bij herstel voor iedereen die na ziekte of opname in het ziekenhuis nog niet naar huis kan en niet kan terugvallen op familie, buren, vrienden of kennissen. Een aanvulling vanuit informele zorg op al bestaande zaken zoals zorghotel of eerstelijnsverblijf die al wel gedekt worden door de zorgverzekering. Ook mantelzorgers die een korte adempauze nodig hebben kunnen er terecht zodat hun zorgtaken tijdelijk worden overgenomen (respijtzorg). Gasten kunnen maximaal zes weken gebruikmaken van het logeerhuis, zonder indicatie.
Het logeerhuis beschikt over zes appartementen met in totaal veertien aparte (slaap)kamers, ieder voorzien van senioren- of hoog/laag-bed, kledingkast, kluisje en eigen tv. Daarnaast zijn er drie woonkamers voor gezamenlijk gebruik en enkele badkamers. Logeerhuis De Buren kon van start met ondersteuning van fondsen waaronder het Kansfonds, gemeente Rotterdam en giften van particulieren en kerken. Het Kansfonds helpt mensen om te zien naar de kwetsbaarsten in onze samenleving, zodat niemand buitengesloten raakt. Door de vrijwilligersbasis is het mogelijk om het logeergeld (10 euro per nacht) laag te houden, juist voor de herstellende mens met kleine beurs.
Structurele financiering
De zorgverzekering wordt hierboven niet voor niets genoemd, want nu steunt Logeerhuis De Buren nog op fondsen, maar dat is tijdelijk. De zoektocht naar meer structurele financiering, die toch de basis van burenhulp door vrijwilligers blijft koesteren, was een van de discussiethema’s van het stakeholderspanel tijdens het congres. In dat panel zaten twee verzekeraars en vier Rotterdamse en nationale politici van verschillende partijen.
Het panel werd opgewarmd met een eerste publieksstelling: ‘Een grotere rol van informele zorg leidt tot minder zorgkosten en vergroot de verbondenheid tussen mensen’. Van het congrespubliek was 83 procent het eens met deze stelling. Verzekeraars werd vervolgens gevraagd of ze de positieve business case van het Logeerhuis onderschrijven, maar dan ook een (kleine) structurele financiering willen overwegen. DSW steunt een vergelijkbaar initiatief in Den Haag, maar niet in Rotterdam omdat daar andere zorgverzekeraars actief zijn. Daarmee lopen nu de gesprekken….
Prachtige uitzondering
Je kunt er ook anders naar kijken. Moet alles wel collectief worden betaald uit premies of belastingen? Van het publiek was 92 procent het eens met de tweede stelling: ‘Informele zorg moet een aanvulling zijn op zorg die door beroepskrachten geleverd wordt en is daarmee geen vervanging’. Mensen worden ouder en blijven langer zelfstandig wonen, mede vanwege de transformatie en bezuinigingen in de zorg. Zij worden kwetsbaarder en moeten steeds meer gebruik maken van mantelzorg. Niet iedereen heeft echter een sociaal netwerk. Uitval van mantelzorg is vaak een reden voor opname in een verpleeghuis. Of een te lang verblijf in het ziekenhuis.
Burenhulp is niet meer vanzelfsprekend, mede door het aantal verschillende culturen dat in de samenleving aanwezig is. Het Logeerhuis De Buren is hierop een prachtige uitzondering. Dat verdient navolging, plus structurele financiering die de vrijwillige basis beloont.
Hoogleraar Management & Organisatie van Ouderenzorg bij het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg (EUR)