Verderop in die week deed demissionair minister de Jonge (die op het moment dat er investeringen gevraagd worden van het kabinet, vooral aangeeft zich niet met de cao-tafel te willen bemoeien…) er een schepje bovenop door het eind bod ‘mooi in lijn met het SER-advies’ te noemen. Ik was onderdeel van de SER-commissie die adviseerde over de arbeidsmarkt in de zorg en kan u zeggen, dit is niet wat we voor ogen hadden met het advies.
Het eindbod
Allereerst over het eindbod. De NFU biedt specifieke functies (vooral verpleegkundige en verzorgende) binnen specifieke salarisgroepen een eenmalige uitkering van 3,5 procent over het jaarsalaris en 3,5 procent salarisverhoging vanaf augustus 2022. Voor 2023 liggen er geen harde afspraken. Een eenmalige uitkering en een loonsverhoging van 3,5 procent over een periode van drie jaar is een beperkte salarisstijging, ook vergeleken met wat we de afgelopen jaren afspraken in andere zorg-cao’s. Ik noem bijvoorbeeld de ambulancezorg en de ziekenhuizen met een salarisverhoging van bij elkaar 8 procent in twee jaar (20/21). Onder het mom van ‘het gat dichten voor de functies waar de achterstand het groots is’, krijgt deze groep een salarisstijging in de goede richting, maar gaat dit, in tegenstelling tot andere zorg-cao’s, ten koste van hun UMC-collega’s die in drie jaar tijd maar 1 procent loonsverhoging krijgen. Willen we het SER-advies opvolging geven, dan is er iets extra’s nodig voor de middengroepen in de zorg, zonder dat dit een kaalslag voor de rest betekent.
Differentiëren prima, maar dan goed
Let op: wij zijn absoluut niet tegen differentiëren in salarisontwikkeling. Integendeel. Maar met het eindbod dat nu op tafel ligt, krijgt een medewerker in schaal zes die 2700,- euro bruto verdiend, er in drie jaar slechts 1 procent bij. 27 euro bruto, en dan ook pas vanaf augustus volgend jaar. Aftoppen aan de bovenkant, bij de veelverdieners, vinden wij geen enkel probleem. Sterker nog: dat wordt ook onze inzet voor de komende cao onderhandelingen. Maar degene met de laagste salarissen zó weinig bieden, is simpelweg onfatsoenlijk. Juist als je kijkt naar de prima financiële positie van de UMC’s.
Aparte cao V&V
Als CNV zijn we geen voorstander van een aparte cao voor verpleegkundigen en verzorgenden. Eerder zetten we in op harmonisatie tussen zorg- en welzijn-cao’s. Die harmonisatie is extra belangrijk vanwege de regionalisering van de arbeidsmarkt en de toenemende branchevervaging in de sector zorg en welzijn. Een voorbeeld: in één wijkteam is het niet logisch om met zes verschillende cao’s te werken, dus is het belangrijk om te harmoniseren waar mogelijk. Tijdens de corona-uitbraak is maar weer duidelijk geworden dat iedereen een belangrijke rol speelt. Van degene die de roosters probeert dicht te puzzelen, tot de degene die de triage-tenten opbouwen en uiteraard al die verpleegkundigen en verzorgenden die het verschil maken in het leven van patiënten. De onderlinge solidariteit is hoog. Laten we dat zo houden.
Anneke Westerlaken
Voorzitter CNV Zorg en Welzijn