Blijkbaar hebben veel Nederlanders er moeite mee dat de bomen niet meer tot in de hemel groeien. De zorg hoort toch zo goed als ‘gratis’ te zijn? En de premie voor de basisverzekering moet elk jaar verder omlaag.
Dalende premie
Dat dit niet kan, is – vanzelfsprekend – de schuld van de zorgverzekeraars. Zij gelden als ‘zakkenvullers’. Hun bestuurders verdienen te veel en hun panden zijn te groot. Dat is het vooroordeel. Er is ook een andere werkelijkheid. In 2013 daalde de premie voor de basisverzekering al een beetje. En komend jaar gaat hij weer omlaag. In 2014 hoeft er per verzekerde op jaarbasis zo’n 108 euro minder te worden betaald. Toch mooi 10 procent lager.
Kritiek
Akkoord, daar staat tegenover dat de premie voor de aanvullende zorgpolissen omhoog gaat. “Verzekerden krijgen daar minder zorg voor terug,” beweert Peter Ruys van zorgkiezer.nl in de Volkskrant. Klopt dat wel? Nee. Neem CZ. Daar blijft de aanvullende premie ook komend jaar gelijk. Toch blijft er kritiek op de manier waarop de zorgverzekeraars werken. Keer op keer wordt er beweerd dat ziekenhuizen onder druk worden gezet. Voor het gemak verklaren bestuurders van ziekenhuizen de zorgverzekeraars ‘de oorlog’. Slaafs volgen de media deze informatie.
Uit de reacties op het interview met André Rouvoet in Skipr magazine 12 blijkt dat veel ‘reaguurders’ nog altijd een stap verder gaan. In dat gesprek zegt Rouvoet, voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland (ZN): “Wij knijpen de zorg niet uit.” In een – uiteraard anonieme – reactie op Skipr.nl staat: “Rouvoet je kletst uit je nek”. Een andere anonieme gast stelt: “Stelletje frauderende schoften zijn jullie.” Een derde meent dat zowel de apotheker, het ziekenhuis als de huisarts “over de kling” worden gejaagd. Toepasselijke beeldspraak trouwens. Waarom overheerst in dit soort discussies de emotie? Neem de premiedaling voor 2014.
Dit zijn de feiten:
• Om de zorgpremie te kunnen vaststellen, moeten zorgverzekeraars de zorgkosten in 2014 inschatten. Maar ook de kosten van eerdere jaren spelen mee. Lastig, want niet alle ziekenhuizen hebben hun facturen uit 2012 al ingediend, laat staan die van 2013.
• In 2012 en 2013 hebben de zorgverzekeraars positieve bedrijfsresultaten behaald, in sommige gevallen een half miljard euro. Dat geld wordt nu deels vrijgemaakt om de premiedaling te bekostigen.
• Zorgverzekeraars wordt verweten dat ze onnodig geld oppotten voor winstuitkeringen. Maar ze hebben geen winstoogmerk. Het zijn bijna allemaal coöperaties met leden, de verzekerden. Die profiteren van de premiedaling.
• Ongeveer 3 cent van elke premie-euro gaat naar beheerskosten. Dus naar huisvesting en salarissen. Neem weer CZ. Daar leidt elke euro minder premie tot 35 miljoen minder inkomsten. Een zorgpremie die 3 euro lager is, betekent 105 miljoen euro minder in kas. De personeelslasten bedragen er 140 miljoen euro, de totale beheerskosten 157 miljoen, inclusief onderhoud en apparatuur.
• De Nederlandsche Bank (DNB) eist dat zorgverzekeraars behoorlijk wat geld reserveren om de solvabiliteit op peil te houden. Dat is de verhouding tussen eigen vermogen en totale omzet, bij verzekeraars de schadelast, op de balans. Het eigen vermogen moet minimaal 11 procent bedragen. In de praktijk ligt die eis hoger, de informele toets van DNB is anderhalf keer zo hoog.
• Blijft er onnodig geld op de plank liggen, zoals zorgverzekeraars vaak te horen krijgen? Meer dan drie maanden zorgomzet is er meestal niet in kas. Bovendien wordt er geïnvesteerd in de zorg, zoals in de ondersteuning van huisartsen of valpreventie.
• Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) stelt elk jaar de rekenpremie vast, het uitgangspunt voor de zorgverzekeraars om hun eigen zorgpremie te berekenen. Dat heeft de verzekeraar geen zeggenschap over. Zo werd een jaar geleden door VWS opeens het opleidingsfonds voor de opleiding tot medisch specialist in de rekenpremie voor 2013 verwerkt. Een dure tegenvaller voor de premiebetaler. De premie voor 2013 kon desondanks omlaag, doordat zorgverzekeraars veel hadden bespaard op farmacie en hulpmiddelen.
• Zorgverzekeraars hebben via de rekenpremie de afgelopen tijd veel geld teruggestort in het Zorgverzekeringsfonds. In 2013 samen liefst 1,7 miljard euro. Dat was nodig om eerdere tekorten bij de zorguitgaven te dekken. De tekorten zijn nu weggewerkt, waardoor er in de premie voor 2014 niet meer voor hoeft te worden betaald.
• Zorgverzekeraars kopen scherp in. Hoe scherper er wordt ingekocht, hoe lager de premie. Dat is ook van belang voor de lange termijn.
Toekomstige zorgpremies
Uiteraard is dit overzicht onvolledig. Maar het zegt iets over de totstandkoming van de zorgpremies. En over de toekomstige premies, zoals die voor 2015. Dat roept de vraag op of de zorgpremie in dat jaar gelijk blijft, blijft dalen of toch omhoog schiet? Het staat vast zeker dat de ‘extramurale verpleging en verzorging’, dus de intensieve thuiszorg, vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) in 2015 wordt overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet. Dat heeft staatssecretaris Martin van Rijn van VWS bepaald. Deze zorg kost 4 tot 4,2 miljard euro.
Zorgkosten
Als er geen maatregelen worden getroffen en de rekenmodellen gelijk blijven, dan kost de overheveling van de intensieve thuiszorg omgerekend naar de premie 100 tot 125 euro per verzekerde. Dat bedrag wordt nu nog betaald uit de AWBZ. Ongeacht de ontwikkelingen betekent 125 euro extra dat de zorgpremie over 2015 met 10 procent kan stijgen.
Over een jaar weten we meer. Dan wordt duidelijk hoe de zorgverzekeraars in 2014 met hun geld zijn omgegaan. Hebben ze hier rekening mee gehouden – dus genoeg geld ‘op de plank laten liggen’ om een mogelijke stijging te dempen? Want ook daarvoor houden ze, verplicht, een behoorlijk eigen vermogen aan. De speelruimte is klein. Want de overheid bepaalt de regels van het spel. En De Nederlandsche Bank houdt scherp toezicht. Graag uw reactie.