De verwachtingen van e-health zijn hooggespannen. Al jaren. Toch komt de toepassing ervan, die daadwerkelijk het verschil gaat maken, niet op grote schaal van de grond. Wanneer komt de doorbraak van e-health?
Er is wel een verklaring waarom de immense belofte van e-health nog altijd niet ingelost wordt. Tegelijk zijn er goede kansen om met inzet van e-health beter de brug tussen arts en patiënt te slaan waardoor de patiënt zich beter begrepen en bediend voelt en de werkdruk van medische professionals verlicht kan worden.
Oplossing op zoek naar probleem
In het Financieele Dagblad legt Roland Fiele, hoogleraar van de Universiteit van Tilburg en adjunct-directeur van onderzoeksinstituut Nivel, wat dat betreft de vinger op een belangrijke zere plek. Hij zegt: “Er zijn veel bedrijfjes die allerlei appjes en toepassingen voor de zorg ontwikkelen. E-health is nu nog vaak een oplossing op zoek naar een probleem. Al die ict-oplossingen zijn vaak gericht op één specifieke pathologie. Zo ontstaat er een lappendeken van afzonderlijke apps, die niet met elkaar communiceren en geen winst opleveren voor de zorg als geheel.”
Daar komt nog iets bij. Technologie wordt nog te vaak als oplossing gezien en niet als wat het eigenlijk is: een middel. Het doel is de zorg efficiënter, effectiever en patiëntvriendelijker maken. De meeste winst is dan te boeken op het snijvlak van patiënt en medische professional. Als je er bijvoorbeeld voor kunt zorgen dat patiënten niet naar het ziekenhuis hoeven om gegevens door te geven, scheelt dat veel tijd. Artsen weten zo beter voor wie een herhaal- of controlebezoek niet noodzakelijk is en hebben dan meer ruimte voor de patiënten die wel extra zorg nodig hebben. Dan boek je structurele winst.
Laagdrempelig en gebruiksvriendelijk
Dat vraagt echter niet om hoogdrempelige en complexe toepassingen. Juist voor de connectie tussen arts en patiënt is het nodig dat oplossingen gemakkelijk en logisch in het gebruik zijn. Voor nog steeds een substantieel van de bevolking – en voor een nog groter deel in andere regio’s in de wereld – vormen slimme ict-toepassingen vooral een drempel. Die spreken liever dan dat ze typen of swipen. Niet iedereen is data driven en taal is nog altijd het beste medium om te communiceren.
Een belangrijk aspect in de gezondheidszorg is dan ook juist spraakcommunicatie. Veel patiënten zijn het gelukkigst als ze hun gegevens – bloedwaarden, gewicht, gevoel – in een gesprek kunnen doorgeven. Chatbots en virtuele assistenten zijn tegenwoordig zo bedreven in het begrijpen van natuurlijke taal, dat ze niet alleen antwoord geven op vragen, maar ook ervoor zorgen dat de doorgegeven informatie in het juiste dataveld terecht komt. Ook voor medische professionals is het praktisch en prettig om gespreksverslagen en bevindingen tijdens zaalrondes te kunnen inspreken, waarna de gesproken woorden direct in uitgetypte tekst in het EPD staat. Dat ontlast de arts en tegelijk het medisch secretariaat dat vaak gespreksverslagen moet uitwerken.
E-health wordt alleen een succes als er een duidelijk breed gedragen beleid achter zit, er voor structurele en niet afzonderlijke oplossingen wordt gekozen en als de ict-toepassingen laagdrempelig en zeer gebruiksvriendelijk zijn, voor zowel patiënt als medische professionals.