“Zondag gaan we naar opa”, klonk er tijdens het avondeten aan de eettafel. Kinderprotest: “Maar opa heeft helemaal geen Wii!”.
Jaren geleden las ik al dat ouderen maar van één ding echt gelukkig worden: (klein)kinderen. Ik las het en het kwam me toen al akelig bekend voor. Sindsdien ben ik er tijdens bezoeken aan locaties waar ouderen wonen op gaan letten, en wat bleek? De wensen van kinderen spelen geen rol bij de inrichting van de ruimte. Soms werd snel naar buiten gewezen op wat speeltoestellen, ook als het hoosde van de regen, en in één geval werd ik zelfs meegetrokken naar een speciaal kinderhoekje: onder de trap, half in het donker en het eerste wat ik zag was een stukgelezen meisjesblad Tina uit 1999.
Door alle betrokkenen op elk niveau wordt luidkeels geklaagd over het gebrek aan succesvolle vernieuwing in de zorg. Terecht. Maar de kansen op verbetering liggen voor het oprapen. Vandaag les 2: Je gaat het pas zien als je het door hebt.
Steen in mijn schoen
Al jaren zit er zo’n klein steentje in mijn schoen dat met enige regelmaat irriteert. En iedere keer als ik berichten lees over renovatie of nieuwbouw in de ouderenzorg of seniorencomplexen begint steeds datzelfde steentje weer op te spelen. Bij de ronkende berichten zijn vaak indrukwekkende foto’s geplaatst, vaak met begeleidende teksten over de innige samenwerking tussen de zorgmedewerkers, de afdeling vastgoed en facilitair en de betrokken architect. En helemaal interessant wordt het als er in de nieuwe situatie elementen van Healing Enviroment (bijvoorbeeld kleuren, geur en geluid) zijn toegepast. Super! Briljant! Veelbelovend! Maar waarom begint dat steentje dan juist op die momenten te irriteren?
‘Papa, wanneer gaan we naar opa?’
Om die vraag te beantwoorden gaan we even terug naar de eettafel met protesterende kinderen. Mooi om te weten dat (klein)kinderen opa en oma gelukkig maken maar hoe kunnen we dat dan stimuleren? Niet iedereen heeft de middelen om een Wii (of erger) aan te schaffen.
Ik zocht een uitgangspunt en heb daarom recent voor mezelf de volgende vraag geformuleerd: “Hoe maak je van het huis waar opa woont de allerleukste plek van de hele wereld?”. En opeens is het saaie gebouw een pretpark voor kinderen: Lange gangen, een trappenhuis, een lift, een grote tuin, soms een winkeltje, een piano. Alles wat ze thuis niet hebben. Je gaat het pas zien als je het doorhebt.
Van Fristi tot Pokemon
Opeens ga je je afvragen waarom er geen Fristi-automaat is. En waarom ligt er Wilhelmina pepermunt in het winkeltje? En kunnen we geen speurtocht door de die lange gang houden? En waarom benutten wij die Pokemon-rage en technologie niet om de kinderen naar onze bewoners te krijgen? Natuurlijk kan ik ook de bezwaren bedenken maar, en neem bovenstaande vragen als voorbeeld, er gaat een wereld voor je open. En tegelijk ook een waarschuwing: bedenk het alsjeblieft niet allemaal zelf maar vraag hulp.
Vraag de producent van grote luchtkussens of ze willen meedenken, vraag de studenten Vrijetijdskunde of zij in de voorjaarsvakantie een programma willen opstellen en vraag die appbouwer of ze niet een hele nieuwe markt zien voor een app of een game waarin opa en kleinzoon samen en tegen elkaar kunnen spelen. Als het bij jullie werkt, werkt het ook bij de collega’s verderop in het land.
Tot slot: Beter en goedkoper
Anders kijken naar de woonomgeving van opa maakt de zorg niet alleen beter maar ook goedkoper. Bewoners die gelukkig of tevreden zijn hebben nu minder zorg en aandacht nodig en zo snijdt het mes aan twee kanten. Wat zou het geweldig zijn als ouders, omdat we weten dat opa en oma het fijn vinden als de kleinkinderen meekomen, niet langer ellenlang hoeven te discussieren met hun kinderen of ze als-je-blieft mee willen naar opa en oma. Nee, wat zou het geweldig zijn als ze ons aan onze mouw trekken en vragen: “Papa, wanneer gaan we weer naar opa?”
Eigenaar De Luie Kameel Zorginnovatie en -technologie