Zorgaanbieders zouden te weinig incidenten melden bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Maar het is niet altijd duidelijk wat wel en niet moet worden gemeld.
Kno-calamiteiten vliegen de academische ziekenhuizen om de oren en ook de gynaecologie en obstetrie zijn een dankbare bron van media-opwinding. Verontwaardigde kranten staan er vol van.
Zorginstellingen melden hun calamiteiten niet of te laat, zo lijkt de algemene opinie. De hoofdinspecteur curatieve zorg meldt op 26 februari jl. in Zorgvisie dat ziekenhuizen in 2014 twintig calamiteiten niet hebben gemeld en dat het werkelijke aantal niet-gemelde calamiteiten waarschijnlijk nog hoger ligt.
Dom of bang?
Is dat wel zo en zo ja, hoe zou dat komen? Ik noem ten aanzien van dat laatste een aantal mogelijkheden: ziekenhuisbestuurders zijn dom (1), ziekenhuisbestuurders zijn bang (2), ziekenhuisbestuurders zijn onverschillig (3), ziekenhuisbestuurders zijn onzorgvuldig (4), ziekenhuisbestuurders zijn arrogant (5) ziekenhuisbestuurders schamen zich (6) of ziekenhuisbestuurders zitten te slapen (7).
In plaats van ziekenhuisbestuurders zouden we bij 1 t/m 7 ook wel medisch specialisten en/of verpleegkundigen en/of managers kunnen invullen.
Geloven we echt dat een van deze of alle mogelijkheden de reden is voor een onvoldoende meldcultuur? Ik persoonlijk niet of in ieder geval maar zeer gedeeltelijk. Het is ingewikkelder dan het op het eerste gezicht lijkt.
Kwestie van definiëren
De media vergeten gemakshalve dat de wetgever in 1996 in de Kwaliteitswet Zorginstellingen een definitie van calamiteit heeft geïntroduceerd en in de nieuwe Wet Kwaliteit Klachten en Geschillen Zorg (Wkkgz), die op 1 januari jongstleden in werking is getreden, heeft gehandhaafd die voor zorgverleners onbegrijpelijk is en bovendien niet aansluit bij de praktijk. Volgens de wetgever is een calamiteit een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis die betrekking heeft op de kwaliteit van zorg en die tot de dood van of een ernstig schadelijk gevolg voor een patiënt of cliënt heeft geleid.
Zo hoeft een ernstige fout die geen ernstige schade aan de patiënt berokkent niet als calamiteit gemeld te worden. Waarom eigenlijk niet? Dat zou toch eigenlijk wel wenselijk zijn uit oogpunt van kwaliteit van zorg. Het is vaak toeval of een patiënt schade ondervindt van een fout of niet.
Een niet veel voorkomende complicatie die tot ernstige schade leidt moet daarentegen wel gemeld worden. Een beoogde gebeurtenis die tot ernstige schade voor de patiënt leidt, hoeft weer niet gemeld te worden. Kortom: onduidelijkheid troef. Dat probleem bestaat al vanaf 1996 en is ook algemeen bekend, maar heeft niet geleid tot verandering van de definitie.
Cultuur
Die sluit ook niet aan op de cultuur in de zorg van het intern bespreken van complicaties en deze niet te labelen als fout. Wellicht is die cultuur wel voor verbetering of wijziging vatbaar, maar dan moeten we dat met elkaar bespreken en proberen op te lossen in plaats van krokodillentranen te plengen over het slechte melden.
Als een boze patiënt of nabestaande mede door deze onduidelijkheid naar de IGZ of de media loopt, kan het zwarte pieten beginnen. Dat is slecht voor het vertrouwen in de zorg en de zorgverleners. Kwaliteit van zorg is van groot belang, overeenstemming over wat een calamiteit is en wat niet ook. Werk aan de winkel voor de beroepsgroep en de wetgever.
Advocaat/compagnon Nysingh Advocaten en Notarissen