Wenswachtenden: mooi woord. Heeft iets van een zachte landing. Klinkt veel beter dan ‘actief wachtende’.
Dat laatste is stressen. Als er voor je gekozen word, zo blijkt ook uit de cijfers van Nieuwsuur, dan weet je het wel. Wachtlijsten in de zorg zijn een met een zekere regelmaat terugkerend verschijnsel. Ze horen een beetje bij het systeem. Meestal worden ze opgelost met extra geld, maar dat is deze keer niet nodig, want zo verzekert de staatssecretaris, aan geld geen gebrek.
Iedereen zijn eigen gelijk
De reacties van de betrokken partijen op het nieuws van Nieuwsuur passen in het geijkte patroon. De zorgkantoren (verzekeraars) zeggen gezagsgetrouw te zijn aan het beleid van de rijksoverheid. Zij voeren als verlengde arm de AWBZ uit en dat moet met minder geld. En voor wachtenden die actief dreigen te worden is er altijd nog de overbrugging.
Bij zorgorganisaties staan kamers leeg, óf omdat de huisvesting uit de tijd is óf omdat overproductie –ook al is het geïndiceerde zorg- niet door het zorgkantoor wordt vergoed. Tel uit je verlies in tijden van bezuinigingen en transities.
De cliëntenorganisatie legt de vinger op de zere plek door er op te wijzen dat het vooral over systemen gaat en nauwelijks over mensen. En laat nou net het rijksbeleidsmotto voor de transitie in de zorg het tegenovergestelde zijn: “van systemen naar mensen” (Kamerbrief 8 februari 2013).
Het rijk constateert dat er voldoende geld beschikbaar is en er vorig jaar zelfs geld op de plank is blijven liggen. De redenering zal zijn dat de bezuinigingen betrekking hebben op de ‘lichte’ zorg waarvoor niet meer geïndiceerd wordt en lege kamers horen nu eenmaal bij de afbouw van de verzorgingshuizen.
Iedereen heeft zo zijn eigen gelijk. En dat geldt zeker voor de cliënt met een indicatie, maar tussen gelijk hebben en krijgen zit in de zorg een wachtlijst of moet je zeggen wenswachtlijst.
Van recht op zorg naar gegund maatwerk
Over één ding kan geen verschil van mening bestaan: een AWBZ-indicatie geeft recht op zorg. En om misverstanden te voorkomen; het zorgkantoor of de zorgaanbieder kan niet op eigen houtje aan de indicatie af- of toedoen. Overbruggingszorg kan soms een prima oplossing zijn, maar alleen met instemming van de cliënt die een indicatie op zak heeft.
Zolang de AWBZ vigeert, zoals het er formeel naar uitziet is dat tot 1 januari 2015, geldt de zorgplicht onverkort. Het is het niet meer dan logisch alle indicaties die zijn afgegeven nog dit jaar te honoreren. Het rijk en de zorgkantoren zullen het niet op hun geweten willen hebben de transitie te benutten om de cliënten de geïndiceerde zorg te onthouden en de ‘ontvangende’ partijen –gemeenten en verzekeraars- te verrassen met een wachtlijst in de boedel. Een wachtlijst die overigens in termen van recht in de Wmo niet bestaat, omdat het ‘verzekerd recht’ wordt ingeruild voor ‘gegund maatwerk’.
Modulair pakket als bypass
De wachtlijsten oplossen met een analyse van het ‘eigen gelijk’ zal op korte termijn niet tot resultaat leiden. Met nog vier maanden te gaan, is het beter een beetje onorthodox te werk te gaan. Door het geïndiceerde zorgzwaartepakket om te zetten in een modulair pakket (functies en klassen) kan per module een gemiddeld tarief worden vastgesteld en de optelsom van de geïndiceerde modules voor een cliënt is het voor de aanbieder beschikbare budget.
In de recent verschenen nota van wijziging op de Wlz wordt deze formule –die ook nu al in de AWBZ kan- gepresenteerd als een voor de cliënt maximale flexibiliteit voor zorg thuis. Door niet alleen de thuis te verlenen zorg, maar ook de functie verblijf van een tarief te voorzien kan de geïndiceerde zorg van alle wachtenden worden omgezet in een modulair pakket. De cliënt kan dan zelf de zorg regelen in een instelling of thuis en aan het zorgkantoor opdracht geven die zorg te betalen. Een snelle en effectieve bypass die recht doet aan de AWBZ-geïndiceerden een discussie over de productieafspraken van zorgkantoren met zorgorganisaties voorkomt.
Zachte landing of smokkelroute
Een bypass is ook goed voor het overgangsrecht voor cliënten met een verblijfsindicatie die nog thuis wonen. Deze voorkomt dat de mogelijkheid om nog een jaar na 1 januari 2015 een indicatie te verzilveren een onderhandelingstraject wordt over de status van (wens)wachtenden. En niet onbelangrijk met het oog op de nieuwe aanspraak wijkverpleging is dat in de inkoopgids van ZN wordt gesteld: “In het kader van de taakstelling wordt er verwacht dat zorgaanbieders alle verzekerden in zorg op 1 mei 2015 hebben geïndiceerd conform de nieuwe aanspraak wijkverpleging”. Overgangsrecht voor een zachte landing of toch een smokkelroute voor bezuinigen?
Hand aan de ploeg en tien vingers aan de pols
De tijd dringt, maar wanneer alle betrokken partijen de handen i een slaan, is in vier maanden veel mogelijk. Het CIZ beschikt over alle afgegeven indicaties. Zorgkantoren en zorgaanbieders weten gezamenlijk wie de wachtenden zijn. Zorgkantoren kunnen de indicaties gaan beprijzen. Zorgorganisaties kunnen inzicht geven in hun mogelijkheden zorg te verlenen in een instelling en thuis. De cliënt en de cliëntenorganisaties doen er goed aan het zorgkantoor aan te spreken op zijn zorgplicht en de indicaties nog dit jaar te effectueren. Dat doet recht aan de indicatie en voorkomt herindicaties met alle onzekerheid van dien. Met een staatssecretaris die tien vingers aan de pols houdt, moet de hand aan de ploeg een mooi en dankbaar resultaat opleveren en kan het woord wenswachtenden verbannen worden naar het AWBZ-archief.
Gerard van Pijkeren