‘Effect substitutie niet wetenschappelijk bewezen’ konden we dinsdag 7 maart lezen op Skipr. Aanleiding: het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde publiceert het onderzoek ‘Substitutie in de zorg, wat weten we, wat moeten we weten, wat moeten we doen?’ Een goede reden dus om te kijken naar het welbevinden van de patiënt in dit verhaal.
Ik citeer even uit het artikel in NTvG: Substitutie van zorg is het “waar mogelijk voorkomen dat mensen in de tweede lijn terecht komen” door een “actieve adequate invulling van de poortwachtersfunctie van de huisarts”.
Het doel ervan is de zorgkosten inperken want eerstelijns zorg is nou eenmaal goedkoper dan tweedelijns zorg. Althans, dat was de beleidsmatige aanname. Het onderzoek van professor Ruwaard e.a. laat zien dat die aanname op dit moment niet hard te maken is.
Misschien is dit wel goed nieuws. Want dit maakt de weg vrij voor een ander soort gesprek. Tot nu toe was de discussie over substitutie voornamelijk door geld gedreven: hoeveel geld kunnen we van de tweede naar de eerste lijn verschuiven? Terwijl we eigenlijk moeten kijken naar welke zorg de patiënt nodig heeft en welke zorgverlener in de keten deze het beste kan geven.
Verschijningsvormen
Juiste zorg op het juiste moment op de juiste plaats heeft verschillende verschijningsvormen. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat in een zorgtraject het deel van de zorg dat in een ziekenhuis geleverd wordt, kleiner wordt dan het deel eerstelijnszorg. Het kan zijn dat zorg van een academisch ziekenhuis deels verschuift naar een algemeen ziekenhuis zo nodig bij een complexe zorgvraag weer tijdelijk terug gaat naar het umc. Of dat zorg vanuit een algemeen ziekenhuis of umc verschuift naar de thuissituatie, zoals gebeurt bij thuisdialyse. Ook verschuift soms zorg volledig van het ziekenhuis naar de huisarts zoals bij diabeteszorg wel gebeurt. Mogelijk met ondersteuning van de huisarts of het ziekenhuis.
Tegelijkertijd zien we dat ziekenhuizen in meerdere regio’s grote problemen ervaren met de opvang van kwetsbare ouderen. Ouderen die langer zelfstandig blijven wonen maar lang niet altijd zo zelfstandig meer zijn. Dat gaat soms lange tijd met kunst- en vliegwerk goed totdat een ongelukkige val leidt tot een acuut probleem en de enige oplossing de spoedeisende hulp is waarna de oudere niet zomaar thuis terug te plaatsen is. Dan verdwijnen de mooie substitutieverhalen als sneeuw voor de zon terwijl we juist willen voorkomen dat mensen in de tweede lijn terecht komen als dat niet nodig is.
Ondersteunen en evalueren
Wat is daar nou precies voor nodig? De Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen en de Federatie voor Medisch Specialisten beschrijven het al in hun beider toekomstvisie over de zorg. Daar is voor nodig dat zorgverleners in de regio met elkaar plannen maken over zorg en nieuwe vormen van samenwerking.
Dan is het ook nodig dat deze plannen ondersteund worden door zorgverzekeraars en vastgelegd worden in meerjarenafspraken. Laten we er voor zorgen dat de substitutie-initiatieven en proeftuinen die er zijn, van begin af aan geëvalueerd worden.
En als dan blijkt dat deze initiatieven inderdaad leiden tot de juiste zorg op de juiste plaats met als gevolg lagere zorgkosten en tot een beter welbevinden van de patiënt, dan zijn we op de goede weg. Dán heeft substitutie zin.
Directeur NVZ