Ten eerste onderstreept deze crisis hoe belangrijk de publieke gezondheidszorg is, en hoe onverstandig het is geweest daar het afgelopen decennium op te bezuinigen. Nu de Covid-19 pandemie weer lijkt op te laaien kijken we allemaal gespannen naar de GGD’en in Nederland, ons primaire afweersysteem tegen het virus.
De waarde van samenwerking
Ten tweede heeft de crisis laten zien hoe waardevol samenwerking in de gezondheidszorg is. Tussen instellingen zoals ziekenhuizen onderling, maar ook tussen de publieke gezondheid en de curatieve zorg. Voor de crisis was samenwerken vaak moeilijk en zat marktwerking ons nogal eens in de weg. De afgelopen maanden kenmerkten zich door veel wat wél kon.
Verdwenen gevoel van urgentie
Tussen 2004 en 2009 werkte ik voor de GGD Eemland in Amersfoort. Het was een periode waarin we, wakker geschud door de SARS-uitbraak van 2003, veel opbouwwerk deden om slagvaardig te kunnen zijn bij een mogelijke pandemie. Helaas volgde de financiële crisis, verdween het gevoel van urgentie uit de maatschappij en bij de GGD-besturen, en daarmee ook de financiering ervan.
Niet sexy, wel cruciaal
Hopelijk is het belangrijkste positieve resultaat van deze vreselijke crisis dat het de politiek opnieuw wakker schudt hoe belangrijk instituten zoals de GGD’en in Nederland zijn, deze keer blijvend. De publieke gezondheidszorg in Den Haag was lang niet erg sexy, en hoewel we een crisis zoals met Covid-19 niet kunnen voorkomen, zijn instituten zoals de GGD wel cruciaal bij het beperken van de impact.
De officiële politieke evaluatie moet nog komen, maar het zou me verbazen als daar niet in staat dat de publieke gezondheidszorg meer aandacht moet krijgen, en structureel meer geld.
Samenwerking vanuit intrinsieke motivatie
Het tweede dat ik graag zou meenemen is de ruimte die er de afgelopen maanden ontstond voor samenwerking. De crisis heeft geleid tot samenwerking tussen professionals vanuit de intrinsieke motivatie om de patiënt de beste zorg te geven. Ziekenhuizen verdeelden onderling patiënten en maakten afspraken over wie het beste welke non-coronazorg kon bieden.
Van tijdelijk naar structureel
Vóór de crisis zou dit zeer ingewikkeld zijn geweest. Voor bijvoorbeeld de samenwerking tussen het BovenIJ Ziekenhuis, Amsterdamse huisartsen en andere zorg- en welzijnsprofessionals was medewerking van de NZa nodig. Deze tijdelijke ontschotting moet structureel worden, met veel meer ruimte voor professionals om die samenwerking te zoeken.
Blijvende waardering voor de zorg
Het is een cliché, maar uiteindelijk is de vraag hoe we sterker uit deze crisis komen. Ik denk dat dat kan door enerzijds een structurele herwaardering van de publieke gezondheidszorg, met blijvende maatschappelijke (en politieke) waardering voor het cruciale belang ervan en anderzijds meer ruimte voor samenwerking in de gezondheidszorg.
Regionale afstemming
De oplossing zit deels in het bevorderen van regionale samenwerking tussen de zorgprofessionals: regionale netwerken die de publieke, preventieve en curatieve zorg bestrijken. Dit moet gebaseerd zijn op vertrouwen in de professional, die daar mee ook de ruimte krijgt.
Dat vraagt om politieke moed, en ik hoop dat die er – met de verkiezingen in zicht en het onderwerp gezondheidszorg nadrukkelijk op tafel – gaat zijn.
René Héman voorzitter artsenfederatie KNMG
Dit blog verscheen eerder op de website van KNMG.