Herenboeren is een initiatief waarbij kleinschalige boerderijen worden opgezet die eigendom zijn van een coöperatie van 250 huishoudens uit een lokale gemeenschap. Elke boerderij heeft een tot drie professionele boeren in (parttime) loondienst. Het doel is om op een duurzame en verantwoorde manier voedsel te produceren, waarbij de coöperatieleden betrokken zijn bij het hele proces, van het kiezen van gewassen en dieren tot het oogsten en verdelen van de opbrengst. De leden betalen een eenmalig bedrag om coöperatielid te worden en vervolgens een maandelijks bedrag waarvoor ze groente, fruit, eieren en – voor wie wil – vlees krijgen.
De eerste Herenboerderij werd opgericht in 2016 in Boxtel en op dit moment zijn er in Nederland achttien draaiende Herenboerderijen. Daarnaast zijn er 42 initiatiefgroepen bezig een nieuwe boerderij op te richten; tien daarvan starten in 2024.
46 uitdagingen
Herenboeren is een concept dat is ontwikkeld door Geert van der Veer. Hij had van jongs af aan de droom om boer te worden. Na zijn opleiding aan de Hogere Agrarische School, liep hij echter tegen een financieel probleem aan. De investeringen die je moet doen om zelf een boerderij op te zetten zijn enorm en als je niet uit een boerenfamilie komt met eigen grond en boerderij, is boer worden praktisch onmogelijk. Na een tijd in de sector te hebben gewerkt bij een branchevereniging en vervolgens een eigen bedrijf te hebben opgezet, ontstond in 2012 het idee voor Herenboeren. De basis hiervoor waren de uitdagingen die de sector op dat moment had. Hij maakte een lijst met 46 uitdagingen, zoals onder andere:
- Van elke euro die aan voedsel wordt uitgegeven, is maar 10 cent voor de boer. Met alle investeringen die daar tegenover staan is dat echt marginaal. Een belangrijke oorzaak hiervoor zijn alle schakels tussen de boer en de klant. Die keten moet korter!
- Hierop aansluitend is er de toenemende noodzaak om duurzamer te verbouwen met meer biodiversiteit. Maar met kleine marges en grote risico’s is het financieel heel moeilijk om hier iets aan te doen. ‘Het is ingewikkeld om groen te doen als je rood staat!’. Er moet dus meer geld naar de boer, zodat deze groener kan doen.
- Voor veel mensen is de supermarkt de bron van eten en is de verbouw ervan een abstract, ver-van-hun-bedproces. Doordat men niet weet welke wereld hierachter schuilgaat, is er geen begrip en besef hoe belangrijk het is om de natuur niet voor lief te nemen en deze te waarderen.
Meer geld beschikbaar
Met het concept worden een boel uitdagingen aangepakt. Bijvoorbeeld dat de financiering door de eenmalige inleg en het vaste maandbedrag door een grote groep mensen gedragen wordt (en financieel gezond is). En alle schakels tussen de boer en de klant zijn verdwenen, waardoor er meer geld overblijft voor de boer. Daardoor wordt het vervolgens ook gemakkelijker om voor duurzamer en meer biodiversiteit te kiezen. Er is simpelweg meer geld voorhanden om deze stap te zetten. Ook door het feit dat je als coöperatielid wekelijks op de boerderij komt om je eten op te halen, meepraat over het teelplan en bijvoorbeeld vrijwillig meewerkt op de boerderij, ben je veel meer betrokken bij de productie van je eten.
Bron van sociale relaties
Wat daarnaast ook een mooi bijkomend voordeel is, is dat Herenboerderijen vaak een bron van nieuwe sociale relaties en activiteiten blijken. Met mensen die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de productie van hun eigen eten.
Natuurlijk ging het opstarten van de eerste boerderij niet vanzelf. Het was het resultaat van vele gesprekken om het idee te toetsen en aan te scherpen en op een gegeven moment is Van der Veer het ‘gewoon’ gaan doen. ‘Op reis gegaan’ noemt hij het zelf, want hij wist niet precies hoe het allemaal zou lopen. In eerste instantie met vrienden en bekenden, maar langzaamaan begon het te groeien. Inmiddels is er een overkoepelende stichting die het gedachtegoed bewaakt en nieuwe boerderijen helpt opstarten. En, prettig in de huidige arbeidsmarkt: personeel wil graag op de boerderijen komen werken!
En de zorg dan?
Wat we van Herenboeren kunnen leren, is dat als je echt iets wilt veranderen, dat met een goed concept ook écht mogelijk is. Met een win voor consumenten én een win voor het milieu. Zelf met een aantal burgers een ziekenhuis opzetten is denk ik nog wel een stap te ver voor onze maatschappij. Maar bij Herenboeren moest ik wel gelijk denken aan de zogeheten ‘Knarrenhofjes’.
Stichting Knarrenhof, opgericht in 2012, helpt senioren hun woonwensen helder te krijgen en die te realiseren. Zij doen dit inmiddels al in tientallen gemeentes. Bij een Knarrenhof wordt een combinatie gemaakt van de hofjes van vroeger, de gemakken van nu en het feit dat het overheidsbeleid erop is gericht om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Het is de bedoeling om veilig zelfstandig te wonen met veel privacy en tegelijkertijd alle voordelen te hebben van wonen met gelijkgestemden.
De bewoners helpen elkaar op een vrijblijvende manier met hun kennis en ervaring en zien naar elkaar om. Dit is ideaal voor de moderne senior die zelfstandig wil blijven wonen en die steeds minder op mantelzorg en kinderen kan terugvallen. Bovendien verhoogt het de doorstroming van ouderen vanuit een huis naar een Knarrenhof en daarmee de beschikbaarheid van woningen. Wat een win-win met het huidige woningtekort!
Zomaar twee inspirerende voorbeelden waarbij in gezamenlijkheid problemen worden aangepakt én opgelost. Kent u er nog meer? Of nog beter: kunt u er wat mee in uw eigen praktijk?
Dank je wel voor het leuke gesprek dat wij hadden Geert van der Veer, oprichter van Herenboeren! En jij ook dank voor de tip Lennart Stoker!
Abonneer op mijn nieuwsbrief om geen van mijn blogs te missen door hier te klikken.
De andere blogs uit mijn reeks zijn hier te vinden.