Pringles zag het levenslicht in 1967. Een van de belangrijkste redenen dat de fabrikant Procter & Gamble destijds voor de afwijkende verpakkingsvorm koos, kwam voort uit het oplossen van algemene problemen met traditionele aardappelchips. Er was veel sprake van breuk en ze gingen op zoek naar de beste chipsverpakking. Uitvinder Frederic Baur bedacht een vacuümdichte buis waarin goed stapelbare, zadelvormige chips pasten.
Het is lastig om omzetcijfers op te sporen, maar alleen al in hun fabriek in Mechelen (een van hun 7 fabrieken wereldwijd) worden er 2 miljoen bussen per dag(!) geproduceerd. Aardig succesvol dus.
Standaardisatie
Elke Pringles-chip is identiek in vorm, grootte en dikte. Naast dat deze standaardisatie de kans op schade tijdens transport en opslag vermindert, maximaliseert het ook de efficiëntie in de productie- en verpakkingsprocessen. Net zoals IKEA door de introductie van hun bouwpakketten onverwachts ondervond dat het transport door de compacte goed stapelbare verpakkingen vele malen goedkoper werd, geldt dit voordeel ook voor de Pringles-verpakkingen. Bovendien zorgt het ontwerp ervoor dat de consument gemakkelijk bij de inhoud kan, wat de gebruikerservaring verbetert.
Pringles worden gemaakt door een mengsel van deeg dat wordt gerold, gevormd en vervolgens in de perfecte Pringles-vorm wordt gesneden. Dit proces is aanzienlijk anders dan dat van traditionele chips, die meestal worden gesneden uit hele aardappelen. Het gebruik van deeg stelt Pringles in staat om verspilling te minimaliseren en constante kwaliteit in het eindproduct te garanderen. Een grappig feit is dat door de samenstelling van het deeg, met slechts 40 procent aardappelen, Pringles in Engeland wettelijk als ‘koekjes’ worden gezien in plaats van als ‘chips’. Gevolg: ze vallen in een gunstiger btw-tarief waardoor ze veel goedkoper zijn.
Allemaal voordelen die ze niet van tevoren verwacht hadden; ze waren alleen op zoek naar een manier om schade tijdens transport en opslag te verminderen!
En de zorg dan?
In de zorg zijn we vaak heel goed in het bedenken van redenen om dingen niet te gaan doen. De ‘Ja, maars’ vliegen je om de oren. Is het wel geschikt voor iedereen? Wordt het wel vergoed? Koppelt het wel met het epd? En nog 1001 andere redenen om het vooral niet te gaan doen. En dat terwijl er wel degelijk veel moet gebeuren om bijvoorbeeld kosten te verlagen, met minder personeel wel hetzelfde (of het liefst meer) werk te verzetten of het werken in de zorg aantrekkelijker te maken. Hier zijn ook al allerlei oplossingen voor, maar de introductie ervan gaat vaak heel erg langzaam.
Een belangrijke reden daarvoor zijn al die beren op de weg waar we bang voor zijn. Alle dingen die mis kunnen gaan als we nieuwe processen, apparaten of werkwijzen gaan introduceren. Maar je kunt het ook gewoon gaan doen: Just do it! Mijn ervaring is namelijk dat als je wél gewoon begint, je ook vaak onverwachte voordelen tegenkomt. Net zoals dat bij Pringles gebeurde. En die kun je niet van tevoren voorspellen; daarvoor moet je gewoon beginnen!
Een mooi voorbeeld hiervan in de zorg kwam ik tegen bij Zorggroep Stroomz uit Eindhoven. Zij vertelden mij dat zij de procedure rondom urineweginfecties hadden aangepast. Voorheen was de procedure dat patiënten bij klachten de praktijk moesten bellen en dan het advies kregen: ochtendurine inleveren en bel ons om 14:00 uur. Dan hebben we sowieso de uitslag. Gevolg was echter een enorme piekbelasting op dat tijdstip, van patiënten met klachten die al de hele dag aan het wachten waren. Niet prettig voor zowel de praktijk als de patiënten. Ze besloten het anders te gaan doen. De nieuwe werkwijze werd: bel niet de praktijk, maar de praktijk stuurt u een e-consult (een beveiligd berichtje via de computer).
Weg piekbelasting
Gevolg: om 14:00 uur geen piekbelasting meer van de praktijk. Maar ook dat vaak al veel eerder een uitslag bekend is, omdat er toevallig in de ochtend al even een moment is om het urineonderzoek te doen. En dan hoeft de patiënt dus veel minder lang met zijn klachten te wachten en kan dan al veel eerder naar de apotheek voor een antibioticakuur. Voordelen voor zowel de praktijk als de patiënt dus! Het onverwachte bijkomende voordeel was daarnaast, dat zowel de doktersassistentes als de patiënten veel meer ervaring kregen met het versturen van e-consulten, waardoor ze dit ook veel meer gingen inzetten voor andere vragen! Daar waren ze natuurlijk nooit achter gekomen als ze niet gewoon waren begonnen!
Hoop dat het u op goede ideeën kan brengen! Just do it!
Joris Arts is auteur van het boek ‘Wat de zorg kan leren van … – 46 eyeopeners uit andere sectoren’. Hij plaatst elke week op woensdag een blog op zijn eigen LinkedIn-pagina. Die blogs verschijnen ook op Skipr. Die reeks is hier te vinden.