Het gaat om een complex van factoren die samen leiden tot een gezonde en toekomstgerichte zorg- en welzijnssector. Om koesteren wat je hebt, werk maken van nieuwe instroom én om durven het anders te doen.
Koester wat je hebt
Om te beginnen is het belangrijk dat we zuinig zijn op ons grootste kapitaal, de zorg- en welzijnsprofessionals. Nog te vaak besluiten zij de sector te verlaten. Niet omdat ze het werk niet leuk vinden, maar omdat ze het gevoel hebben niet gehoord te worden. Eigentijds werkgeverschap met bijbehorende dialoog en zorg voor een positief en veilig organisatieklimaat, staan dan ook hoog op de agenda. En met resultaat! Steeds meer werkgevers zetten zich in voor betrokken medewerkers, die ruimte krijgen en invloed ervaren om hun vak uit te oefenen en te reflecteren op zichzelf, hun team en op de organisatie waarin ze werken. We zijn er nog niet, maar ik zie dat we op de goede weg zijn.
Maak werk van nieuwe aanwas
Maar met alleen met het behouden van onze huidige medewerkers gaan we de uitdagingen waar we voor staan niet oplossen. Ook nieuwe aanwas is belangrijk. Gelukkig zien we dat steeds meer mensen in zorg en welzijn willen werken. Vóór de coronapandemie zagen we al een behoorlijke toename van zij-instromers en dat is het afgelopen jaar alleen maar meer geworden. In de UWV Barometer Arbeidsmarkt Zorg die vorige week verscheen is te lezen dat door de economische situatie het aanbod van mensen is gegroeid. Maar die mensen blijken niet mee te brengen wat de sector vraagt. Daarmee blijft de arbeidsmarkt zeer krap. Het vooruitzicht om als zij-instromer jaren naar school te moeten voor een zorgdiploma, schrikt bovendien potentiële overstappers af.
Hoe dramatisch de coronacrisis ook is, het brengt ook wat goeds. We waren samen met het beroepsonderwijs al bezig met het flexibeler maken van opleidingen. Onder druk van corona zien we dat mensen sneller inzetbaar zijn gemaakt door de opleiding in delen aan te bieden. Deze delen of leereenheden kunnen gaandeweg aangevuld worden, totdat iemand een volledig zorgdiploma heeft. Voor zorginstellingen is het soms nog wel een zoektocht hoe je mensen die (nog) geen volledig diploma hebben inzet, maar veel goede voorbeelden zoals woonzorgcentrum De Koperhorst in Amersfoort, leren ons dat het mogelijk is. Daar is een functie van woonzorgassistent gecreëerd, waar mensen met een deelcertificaat aan de slag gaan. Om vervolgens door te leren naar een andere, volledig gediplomeerde functie. Resultaat: medewerkers zijn enthousiast en gemotiveerd om zich te ontwikkelen. En niet alleen de nieuwe instroom.
En er gebeurt meer. Om potentiële zij-instromers op weg te helpen vindt deze week bijvoorbeeld de Ontdekdezorg week plaats. Iedereen die geïnteresseerd is in zorg en welzijn kan praktische informatie krijgen via webinars en regionale digitale Ontdekdezorg markten, waar werkgevers uit zorg en welzijn zich presenteren.
Doe het anders
Een derde factor die ik zie voor een gezonde arbeidsmarkt, is ‘anders werken in de zorg’. Daarmee bedoel ik dat zowel zorgprofessionals als zorgbestuurders het lef moeten hebben om af te wijken van de gebaande paden door het werk anders in te richten. Het voorbeeld van De Koperhorst is er hier één van. Door met en van elkaar te leren en kennis uit te wisselen, is het maar een kleine stap om het werk anders in te richten. Mét gebruik van tijdbesparende technologie. Want ook daar is veel te winnen. Maar dat is een column op zich waard.
Jelle Boonstra
Directeur-bestuurder RegioPlus
Communicatie
Gisteren keken wij in de serie Pointer de aflevering over vrouwenquotum. Wat ik daar verbazingwekkend vond is dat er ergens opgemerkt werd dat als alle vrouwen die nu parttime werken 1 uur meer gaan werken dit 900.000 uren oplevert. Goedkopere of gratis kinderopvang voor deze groep zou dan misschien ook bijdragen aan een deel van de oplossing?