Acceptatie en aanpassing
Als revalidatiearts en bestuurder in de medisch specialistische revalidatiezorg werk ik zowel in de cure, als de care. Wanneer iemand bijvoorbeeld een beroerte heeft gehad, gaat het in mijn werk naast herstel vaak vooral om acceptatie en de aanpassing aan een nieuwe realiteit. Dan werk je aan een goed leven met de restverschijnselen; dingen kunnen doen waar die persoon blij van wordt.
Rekening houden met iemands omgeving
Het zit in onze aard als revalidatiearts om naar de persoon én zijn omgeving te kijken. Daarom waren we ook zo blij met het RVS-advies Hoor mij nou!. Wij kijken immers al langer op welk levensdomein een patiënt vast zit. Daarin ligt volgens ons echt dé sleutel voor goede zorg.
Begeleiding van patiënt en naasten
Vanuit onze visie is netwerkvorming ontzettend belangrijk. In dat netwerk kan je samen toewerken naar wat een patiënt zelf kan en wil bereiken. Denk aan een patiënt die niet van de pijn af te helpen is, maar wel heel graag weer aan het werk wil. Revalidatieartsen kunnen zo iemand én zijn naasten, dat laatste is heel belangrijk, daarbij begeleiden. Maar waar wij moeite mee hebben, is om de systeemwereld te laten zien wat wij daar allemaal mee bereiken. Dat is echt een dilemma.
Individuele wensen zijn het uitgangspunt
Wij worden in de huidige systemen tegengehouden om te doen wat de patiënt nodig heeft. Het bereiken van doelen die individuele patiënten stellen, is tot nu toe onvoldoende evidence voor de zorgverzekeraar. Voor hem moeten de resultaten vergelijkbaar en controleerbaar zijn. Maar dat is heel moeilijk als je de individuele wensen van mensen als uitgangspunt neemt. Wij willen zorg verlenen die bij de patiënt aansluit en we geloven dat dat uiteindelijk ook kosten bespaart. Hulpverleners doen dan namelijk alleen wat nodig is voor de patiënt.
Samen Management
De RVS pleit voor een proces van Samen Begrijpen, Proberen, Reflecteren en Leren. Dat sluit uitstekend aan bij de praktijk van de revalidatiezorg. Bij kinderrevalidatie is een beweging naar Samen Management ontstaan. Samen met ouder en kind kijken hoe je de langdurige ondersteuning vormgeeft. Dat betekent enerzijds ouder en kind leren zoveel mogelijk zelf te doen. Anderzijds betekent het artsen trainen in de rol van coach. Als coach kunnen zij mensen in het netwerk rond het kind leren hoe zij het beste hun rol kunnen vervullen.
Emancipatie komt op gang
De gezondheidsbeschrijving van Machteld Huber helpt artsen meer naar de persoon en zijn omgeving te kijken. Nu die ook door de Federatie van Medisch Specialisten (FMS) wordt omarmd, merk ik dat er anders wordt gekeken – een soort emancipatie – naar wat revalidatieartsen doen. Voorheen moesten we dat altijd uitleggen, omdat het zo anders is dan hoe de meeste medisch specialisten werken.
Behandelen is meer dan repareren
Die emancipatie bestaat vooral uit het bewustzijn dat een vergelijkbaar medisch probleem voor de één veel meer verstorend is dan voor de ander. Een pianospeler die het pedaal van zijn instrument moet bedienen, heeft veel meer last van een teenblessure dan iemand met een kantoorbaan. De meeste medisch specialisten leren tijdens hun opleiding nog steeds onvoldoende dat ze primair moeten kijken naar wie de persoon is. Dat gebeurt steeds meer, maar toch willen artsen altijd ‘fixen’.
Generieke uitkomsten maken maatwerk onmogelijk
Als je maatwerk wilt bieden en het welbevinden van de patiënt voorop stelt, kan je in veel gevallen, met name bij mensen met complexe problemen, niet met generieke uitkomsten werken. Ik denk zeker dat uitkomstindicatoren van belang zijn, maar je schiet het doel voorbij als je daar alles qua financiering vanaf laat hangen. Ik ben ervan overtuigd dat we met elkaar een netwerk om de patiënten heen moeten bouwen en samen moeten werken aan hun persoonlijke doelen om weer deel te kunnen nemen aan de samenleving.
Pas de domeinoverstijgende benadering toe
Met de FMS zouden we moeten zeggen dat deze brede domeinoverstijgende benadering van mensen met problemen op meerdere levensterreinen de volgende stap is. De beroepsgroep heeft al een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Er wordt al anders gedacht dan vroeger, maar we zijn er voorlopig nog niet. In de praktijk werkt het nog lang niet zo.
Luikje van der Dussen
Revalidatiearts en bestuurder bij Revant, een expertisecentrum voor medisch specialistische revalidatie in West-Brabant en Zeeland
hjlinzel@hetnet.nl
Dag Luikje, dank voor je stukje wat ik weer graag als aanmoediging gebruik om als de Flevolandse Patiëntenfederatie vanuit het het positief gezondheidsmodel een bijdrage te leveren aan de innovatie van de zorg in Lelystad. Maar het is een moeizaam proces om onze collegae daarin mee te krijgen. De financieel-economische belangen zorgen voor veel barrières.
Groet, Herman Linzel
Aafke de Groot
beste Luikje, dank voor je duidelijke, krachtige betoog voor een ander perspectief. Ook in de geriatrische revalidatie lopen we aan tegen ‘quasi-indicatoren’: te algemene meetinstrumenten die geen recht kunnen doen aan de winst van een herstelgericht zorgtraject. Dit is echter wat helpt: formuleren en uitdragen waar het wel om gaat, en daar ook consequent (multi-domein) vakkennis over ontwikkelen.
Aafke de Groot