Het is de uitspraak van een zorgbestuurder tijdens een overleg waar het gaat over het terugdringen van de arbeidsmarkttekorten. Ik probeer mijn lachen in te houden maar het lukt niet. De meest voor de hand liggende oplossing als het gaat om personeelsbehoud, namelijk met de mensen zélf hier het gesprek over voeren, wordt als net bedachte oplossing gepresenteerd.
Eureka! Ongelofelijk dat de kloof tussen de top en de uitvoering in sommige zorgorganisaties nog zo groot is. Dat het nog steeds vooral gaat over contracten met zorgverzekeraars, vastgoed en ICT, in plaats van over strategisch personeelsbeleid. Langzaam dringt door dat het misschien wel verstandig is om mensen zélf te vragen wat ze nodig hebben om te (blijven) werken in de zorg.
Landelijke actiedag
Morgen doen verreweg de meeste medewerkers in ziekenhuizen mee met de landelijke actiedag. In bijna alle ziekenhuizen vinden acties plaats. Niet eerder werd er zo massaal actiegevoerd. In de media gaat het veelal over een ‘landelijke stakingsdag’. Maar in tegenstelling tot de boeren, onderwijzers en automobilisten, kun je als verpleegkundige beroepsgroep niet zomaar een dag naar het Malieveld. Er worden dus door het hele land zondagsdiensten gedraaid. De afgelopen tijd is er enorm veel tijd en energie gestoken in een goed verloop van deze zondagsdiensten. We organiseren deze met de plaatselijke actiecomités. Een zondagsdienst betekent dat er op een doordeweekse dag gewerkt wordt zoals op een zondag: dus werken met een kleinere bezetting, geen poli-afspraken, alleen spoedgevallen. Voor elke locatie is er een draaiboek, zijn er met de bestuurder afspraken gemaakt en wordt ervoor gezorgd dat de spoedzorg door kan gaan, net zoals andere noodzakelijke zorg. Patiëntveiligheid staat voorop. Dat betekent ook dat we afdelingen waar bijvoorbeeld zorg aan kinderen wordt gegeven en oncologie worden ontzien bij de acties. De medewerkers die voor morgen ingeroosterd staan, zijn dus ook gewoon aan het werk. Ze kunnen niet naar het Malieveld. Hoogstens hebben zij het een dagje minder druk. De tijd die over is wordt veelal vooral aan de patiënt besteed. Zo ziet actievoeren in de zorg eruit: zeer zorgvuldig en voorzichtig voor jezelf opkomen.
De trigger voor de acties is salaris. Het gat tussen wat de NVZ biedt en wat wij als vakbonden eisen is simpelweg te groot. Dat het in andere sectoren wel lukt om tot goede afspraken te komen, maakt dit traject extra pijnlijk. De cao voor ziekenhuispersoneel is per 1 april van dit jaar al afgelopen. De laatste loonsverhoging dateert uit juli 2018. Het is tijd dat we ook komen tot een goede ziekenhuis- cao waar beide partijen trots op kunnen zijn.
Emancipatorisch effect
Actievoeren is een uiterste redmiddel. Het voelt ook wel eens dubbel in een tijd dat we hard werken aan een positieve uitstraling voor de zorg en aan instroom en behoud van werknemers voor onze sector. Maar actievoeren heeft ook een enorm positief effect. Naast dat we straks hopelijk een mooie cao binnenslepen, laat de beroepsgroep zich zien en van zich horen. Uit het werk van de actiecomités blijkt enorme potentie en betrokkenheid. Ik zou als ziekenhuisbestuurder blij zijn met het emancipatorisch effect dat deze acties hebben. Gerustgesteld zijn door het feit dat medewerkers voor zich op durven komen. Nieuwsgierig zijn naar de oplossingen die zij aandragen. Zodat het gesprek vanzelfsprekend wordt, in plaats van een uitzondering.
‘Uiteraard zijn we hierover regelmatig in gesprek met onze medewerkers’, wordt dan het nieuwe uitgangspunt.
Voorzitter CNV Zorg & Welzijn