Eindelijk lijkt het tij in deeltijdparadijs Nederland te keren. Goed nieuws voor organisaties, sectoren en de gehele economie, want we hebben met elkaar de afgelopen decennia een deeltijdnorm gecreëerd die onhoudbaar is geworden. Dat het kabinet serieus werk maakt van het stimuleren van meer werken is daarom een goede zaak. Maar ik zie veel haken en ogen in de plannen.
Voltijdsbonus
Neem de voltijdsbonus. De intentie is goed, maar in de zorg is de contractgrootte gemiddeld ongeveer 24 uur. Een voltijdscontract is voor de meeste zorgmedewerkers een te grote stap. Bovendien kán 36 uur werken in sommige delen van de zorg niet eens. Zo zijn in de wijkverpleging diensten van vier uur heel normaal. Wie fulltime werkt, moet dan negen keer per week naar het werk komen. Wie wil dit nou? Juist in de sector met het grootste personeelstekort verwacht ik dat deze bonus niet het beoogde effect sorteert.
Kinderopvang
De tweede ‘verleidingsmaatregel’ is kinderopvang nagenoeg gratis maken. Een krachtig gebaar, maar gezien het huidige tekort aan plekken in de kinderopvang ook een praktische uitdaging. En nog belangrijker; meer dan 50 procent van de deeltijdwerkers heeft geen jonge kinderen, blijkt uit het recente SCP-rapport ‘Eens deeltijd, altijd deeltijd’. Deze maatregel zal daarom beperkt effect hebben.
Ook de plannen om het complexe toeslagenstelsel te hervormen zijn een stap in de goede richting, want wat een groter contract onder de streep oplevert is vaak onduidelijk. En voor sommige groepen loont contractuitbreiding nauwelijks, dit leidt tot terughoudendheid om meer te werken. Maar een stelselwijziging duurt nog jaren: wederom geen resultaten op de korte termijn.
Werkplezier
Gelukkig kan één partij direct flink bijdragen aan de oplossing: de werkgever. Werkplezier is voor de meeste medewerkers dé motivatie voor urenuitbreiding, meer nog dan een financiële prikkel. Mensen willen vooral meer werken als ze een prettig rooster hebben, aandacht krijgen en eigen regie ervaren. Werkgevers beïnvloeden al deze factoren en kunnen hier bij wijze van spreken morgen mee aan de slag. Ze kosten wel focus, tijd en een lange adem. Dat is niet eenvoudig in een dagelijkse realiteit waarin het voor de meeste organisaties alle hens aan dek is om überhaupt de bezetting rond te krijgen.
Grotere contracten
Waar te beginnen als organisatie? Medewerkers voelen zich zelden door hun werkgever gestimuleerd om meer te werken, blijkt uit het SCP-rapport. Maak grotere contracten een prioriteit. Ga in gesprek met medewerkers en vraag wat zij nodig hebben om meer te gaan werken. Bied maatwerk. Dit resulteert niet alleen in grotere contracten, maar heeft ook positieve bijvangst op betrokkenheid, tevredenheid, verzuim en verloop.
De kabinetsplannen om het deeltijd-tij te keren zijn een goede stap, maar hebben nog heel wat voeten in de aarde. Laten we ons richten op wat zéker werkt, en ook nog eens per direct. De bal ligt bij werkgevers.
Wieteke Graven is oprichter en voorzitter van non-profit stichting Het Potentieel Pakken (HPP). Dit onderwerp gaat Wieteke aan het hart sinds ze in 2018 als partner bij adviesbureau McKinsey een rapport schreef over de waarde van meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt. Om de kansen in dit rapport ook daadwerkelijk te realiseren richtte ze vervolgens stichting Het Potentieel Pakken op. Eerder dit jaar besteedde Zorgvisie aandacht aan het traject bij zorginstelling Thebe.
maretrombout
Een van de redenen voor de oplopende werkdruk is gek genoeg ook het beleid om hetzelfde werk met minder mensen te doen.
Met allerlei methodieken, zoals de bekende Lean Methodiek, zijn werkprocessen in de zorg efficiënter gemaakt. Dit heeft ertoe geleid dat we met minder mensen het werk doen en dat de zorg soms op lopende band werk is gaan lijken. Door met een minimum van mensen het werk te doen zijn we nu heel kwetsbaar geworden.