De huidige Wet BIG leidt tot veel interpretatieverschillen en misvattingen, blijkt uit de studie. De minister geeft in een brief aan de Tweede Kamer aan dat hij in de nieuwe onderzoeken onder andere wil kijken naar meer flexibiliteit in de regeling voorbehouden handelingen.
Als directeur-bestuurder van RegioPlus, het landelijke samenwerkingsverband van werkgevers in zorg en welzijn, zie ik in het opnieuw kijken naar de bedoeling en werking van de Wet BIG kansen om de arbeidsmarkt te verbeteren.
Zorgvuldigheid én snelheid
De grondige evaluatie van de wet en het voornemen van de minister om te kijken naar meer flexibiliteit is positief. De arbeidsmarkt in zorg en welzijn schreeuwt immers om het flexibeler kunnen inzetten van zorgmedewerkers. Tegelijkertijd stel ik vast dat de urgentie om de arbeidsmarkt te vernieuwen groot is. Ik hoop dat de nieuwe onderzoeken die de minister nu heeft aangekondigd snel tot resultaten leiden. Het aanpakken van de arbeidsmarkt vraagt om zorgvuldigheid én om snelheid. Van de politiek, maar ook van onszelf als zorg- en welzijnspartijen.
Kwalitatief toetsen
Het uitganspunt in de Wet BIG dat voor registratie een minimumaantal theoretische en praktische uren moet worden behaald, moet op de schop. Natuurlijk moeten er vlieguren worden gemaakt in de opleiding, maar biedt meer ruimte voor maatwerk hierin, zeker om zij-instromers goed te faciliteren. Iemand met jarenlange ervaring als stewardess bij KLM heeft waarschijnlijk minder uren nodig voor bepaalde vaardigheden in een opleiding tot verzorgende in de ouderenzorg dan iemand die net van het vmbo afkomt. Dit soort zaken moet kwalitatief worden getoetst in plaats van kwantitatief. We moeten de mogelijkheden binnen de Wet BIG zo snel mogelijk benutten, zodat we deze wet kunnen benutten als katalysator voor de steeds nijpender wordende arbeidsmarkt in zorg en welzijn.
Minder rompslomp
Het niet koppelen van deskundigheidsbevordering van een zorgverlener aan de herregistratie, waar de minister nu op voorsorteert is goed nieuws. Vakbond NU’91 gaf dit eerder ook al terecht aan. Dit voorkomt veel overbodige administratieve rompslomp. Als landelijk samenwerkingsverband en als uitvoerder van verschillende programma’s en subsidieregelingen voor de sector zie ik voor RegioPlus een belangrijke rol weggelegd in de financiering van opleidingen die de deskundigheid van zorgverleners bevorderen. Dit kan onder andere door SectorplanPlus te continueren. Met dit ketenbrede plan, dat al enige tijd goed op stoom is, worden allerlei impulsen gegeven aan de arbeidsmarkt in zorg en welzijn, waaronder het financieren van opscholingstrajecten.
Thea de Jong
Jelle, met mijn achtergrond denk ik graag mee in een klankbordgroep of adviesgroep. Ben onderwijskundige met bestuurservaring mbt de wet BIG en momenteel werkzaam als clustermanager in de ziekenhuissector. Vanuit het laatste ook ervaring met arbeidskrapte en heb er ideeën over. Hoor graag als je geïnteresseerd bent. Hartelijke groet, Thea