De beoordeling van de vergunning voor apotheekhoudende huisartsen om medicijnen te leveren wordt iets aangepast. De aanpassing was bedoeld om deze huisartsen in een betere positie te brengen, maar zou in de praktijk wel eens in hun nadeel kunnen werken.
In artikel 61 lid 10 van de Geneesmiddelenwet is geregeld dat een huisarts een vergunning kan krijgen om geneesmiddelen ter hand te stellen als er geen apotheek in de buurt is. Als de afstand van de eerste potentiële patiënt tot de apotheek meer dan 4,5 km is, zal die vergunning verleend worden. Als deze afstand minder is dan 3,5 is, zal die vergunning niet verleend worden. Bij een afstand tussen de 3,5 en 4,5 km is de bereikbaarheid van de apotheek bepalend, waarbij een verbinding via het openbaar vervoer tenminste eens per uur afdoende wordt geacht.
Onwenselijke situatie
Na een vergunningaanvraag van een huisartsenpraktijk in Annen blijkt dat er in de nabijheid van de huisartsenpraktijk een apotheek is gevestigd. De afstand van de apotheek tot een deel van deze patiënten is zodanig dat de huisarts daarvoor geen vergunning krijgt om geneesmiddelen ter hand stellen, terwijl dat voor een ander deel van de patiënten wel het geval is.
Dit betekent dat de ene patiënt wel bij de huisarts terecht kan voor de geneesmiddelen en de ander niet. Kamerlid Wolbert geeft aan minister Schippers aan dat dit een onwenselijke situatie is en verzoekt te onderzoeken of verruiming van het bestaande beleid ten aanzien van apotheekhoudende huisartsen mogelijk is.
Bewuste keuze
Op 5 juli 2016 heeft Schippers de Kamer geïnformeerd over haar visie ten aanzien van de wet- en regelgeving met betrekking tot de apotheekhoudende huisarts. Schippers geeft aan op basis van de wetgeving geen ruimte te hebben om het beleid voor het verlenen van vergunningen helemaal om te gooien. Ze concludeert dat er in de kamer geen behoefte bestaat aan het aanpassen van de wet. De wet gaat uit van het primaat van de apotheker voor de medicatieverstrekking en Schippers benadrukt dat dit een bewuste keuze is geweest en dat dit niet zal wijzigen.
Bezorgdienst
Schippers geeft in haar brief aan dat uitsluitend voor de beoordeling van vergunningen van apotheekhoudende huisartsen die gelegen zijn in een straal van tussen de 3,5 en 4,5 km een aanvullend criterium bij de beoordeling meegenomen zal worden, namelijk of de in de buurt gelegen apotheek ook een bezorgdienst heeft.
Wassen neus
Aangezien nagenoeg alle apotheken in Nederland wel een bezorgdienst hebben, is dit criterium feitelijk een wassen neus. Sterker nog, door dit criterium toe te voegen, kan de vraag rijzen of alleen een bezorgdienst ook afdoende is. Dat zou immers betekenen dat een apotheekvergunning aan een huisarts ook geweigerd kan worden indien er wel een bezorgdienst is, maar de bereikbaarheid per openbaar vervoer niet op orde was.
Als deze uitleg gevolgd wordt, zijn de apotheekhoudende huisartsen er als gevolg van de vragen van het kamerlid Wolbert alleen maar slechter van geworden. Hoe dit in de praktijk vormgegeven zal worden, moet nog blijken. Uit de brief van Schippers volgt dat deze nieuwe lijn alleen geldt voor nieuwe aanvragen en herbeoordelingen van bestaande vergunningen.
Karik van Berloo
Partner bij Eldermans|Geerts