De visser vraagt: “Wat zou ik dan doen?” De zakenman antwoordt: “Dan kun je de hele dag in een hangmat liggen.” Waarop de visser zegt: “Maar dat doe ik nu al.”
Deze parabel herinnert ons aan de kracht van eenvoud. Juist in de zorg kunnen we hier veel van leren, vooral nu technologie, data en kunstmatige intelligentie (AI) steeds meer de zorg doordringen. AI wordt tegenwoordig ingezet om data te analyseren, ziekterisico’s te voorspellen en behandelopties te personaliseren. Het doel is duidelijk: betere zorg, meer efficiëntie en een verhoogde kwaliteit van leven. Maar het roept ook een fundamentele vraag op: wil je echt weten wanneer je doodgaat?
Toekomst van gezondheid
Met AI en andere technologieën zijn we steeds beter in staat om de toekomst van onze gezondheid te voorspellen. Maar willen we dat ook werkelijk? AI kan patronen herkennen in ons gedrag, onze medische gegevens en zelfs genetische informatie om ons inzicht te geven in onze gezondheid op de lange termijn. Maar als we het ultieme doel van deze voorspellingen nader beschouwen, is dat dan waar we echt naartoe willen? Als het antwoord “nee” is, waarom bewandelen we dan massaal het pad richting een doel dat we misschien niet willen bereiken?
Net als de zakenman in de parabel die zijn hele leven hard werkt voor rijkdom om uiteindelijk in de hangmat te kunnen liggen, dreigt AI in de zorg een doel op zich te worden. In plaats van als hulpmiddel, zien we technologie en data soms als het ultieme middel om de zorg te optimaliseren, zonder ons voldoende af te vragen of dit ons dichter bij het echte doel brengt: mensgerichte zorg, die gericht is op geluk en welzijn.
Vroegtijdig opsporen
Er zijn natuurlijk veel voordelen aan het inzetten van AI in de zorg. Zo kan AI bijdragen aan vroegtijdige opsporing van ziektes, efficiëntere behandelmethoden en zelfs meer ruimte creëren voor menselijke interactie doordat administratieve lasten afnemen. Het probleem ontstaat echter wanneer we blindelings volgen wat technologisch mogelijk is, zonder ons te bezinnen op wat we eigenlijk nastreven. AI zou niet het doel moeten worden, maar een middel om kwalitatief betere zorg te leveren.
Waar ik voor pleit, is dat we AI en technologie blijven inzetten, maar dat we kritisch blijven op de rol die ze spelen in de zorg. We moeten ons afvragen of we technologie inzetten om werkelijk betere zorg te bieden of dat we simpelweg bezig zijn met het behalen van technologische vooruitgang zonder aandacht voor de menselijke impact.
Dichterbij gelukkig leven
Het gevaar is dat de zorg met al deze technologie steeds verder verstrikt raakt in protocollen, systemen en regels, waarbij we het menselijke aspect uit het oog verliezen. Wat we uiteindelijk willen, is toch zorg die ons dichterbij een zinvol en gelukkig leven brengt?
Dus, of je nu werkt aan een project, nieuwe AI-ontwikkelingen toepast, een beleid ontwikkelt, of nadenkt over de toekomst van de zorg, vraag jezelf regelmatig af: waarom doen we dit eigenlijk?
Laten we AI en andere technologie niet als doelen op zich zien, maar als hulpmiddelen om mensen te helpen hun eigen ‘hangmat’ te vinden. Want alleen dan zullen we echt vooruitgang boeken en zorgen dat technologie in dienst staat van de mens, en niet andersom.
Door Markus Oei, KNO-arts