Wat wordt er van de zorgaanbieder verwacht in het kader van de transparantie bedrijfsvoering?
De NZa licht in de beleidsregel Transparantie bedrijfsvoering en verbod op winstoogmerk 2022 toe dat zij zal kijken naar de transparantie, ordelijkheid en de controleerbaarheid van de bedrijfsvoering in algemenere zin. De NZa lichtte eerder in het Consultatiedocument “Uitvoering taken m.b.t. toezicht op transparante financiële bedrijfsvoering en het verbod op winstoogmerk” al enigszins toe wat zij hier verwachtte.
Voor wat betreft het vereiste van transparantie licht de NZa toe dat bijvoorbeeld inzichtelijk dient te zijn wat de zorgaanbieder heeft gedeclareerd aan zorg en wat hij aan vergoedingen heeft ontvangen.
Papierspoor
Er moet in de woorden van de NZa sprake zijn van een ‘logisch papierspoor’ tussen ontvangsten, betalingen, verplichtingen en diensten die daartegenover staan. Ook moet inzichtelijk zijn wie de verplichting is aangegaan en op welk moment. Een belangrijk element op dit punt is ook een (juiste) maatschappelijke jaarverantwoording.
Ten aanzien van de ordelijkheid van de bedrijfsvoering wordt beschreven dat de NZa toetst of er sprake is van een eenduidige verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden op het gebied van de financiële bedrijfsvoering. Die bevoegdheidsverdeling moet schriftelijk vastliggen. Dat kan in een intern document maar ook in bijvoorbeeld functiebeschrijvingen. Als er samen wordt gewerkt met bijvoorbeeld een administratiekantoor of een factoringmaatschappij dient dit uit deze documentatie naar voren te komen.
Opbrengsten en ontvangsten
Een ander aspect waar de NZa op toetst is dat de zorgaanbieder in financiële zin zijn activiteiten op het gebied van de zorgverlening van zijn andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten onderscheidt. Met onderscheiden wordt bedoeld dat de zorgaanbieder in zijn administratie helder kan aantonen welke opbrengsten en ontvangsten te relateren zijn aan welke activiteit. Dat kan door een gescheiden administratie, of één administratie met duidelijke labels.
De zorgaanbieder doet er goed aan te bekijken wat er vastligt ten aanzien van de financiële bedrijfsvoering en wat daar mogelijk verduidelijkt moet worden als gevolg van alle eisen die de NZa hieraan stelt.
Administratieve lasten
Te betogen is dat al deze vereisten wel weer extra administratieve lasten voor zorgaanbieders opleveren, waarbij men zich wel af kan vragen of en in hoeverre al deze verplichtingen ook echt nodig zijn en hoe dit zich verhoudt tot het programma (Ont)Regel de zorg, waarvan wij de eerste drie zinnen op de website hier in herinnering roepen:
“Zorgverleners besteden te veel tijd aan administratie. Tijd die niet kan worden besteed aan de patiënt. Het ministerie van VWS heeft samen met de zorgsector het programma [Ont]Regel de Zorg opgesteld met als doel dat zorgverleners minder regeldruk ervaren.”
Vanuit het veld is dan ook veel bezwaar tegen deze administratieve belasting.
Kleine zorgaanbieders
Artikel 40a Wmg maakt geen onderscheid tussen grote en kleine zorgaanbieders. De NZa beschrijft in haar beleidsregel dat zij in haar toezicht echter wel rekening houdt met de grootte en ondernemingsvorm. Zo ligt het in de rede, stelt de NZa, dat bij een kleinere zorgorganisatie beslissings- en uitvoeringsbevoegdheden meer bij dezelfde personen of persoon liggen.
Wat zijn de regels omtrent winstoogmerk?
Inhoudelijk is er met de WTZa geen grote wijziging beoogd ten opzichte van hoe het was onder de WTZi. De uitzondering op het verbod is nu wel eenvoudiger geformuleerd; in het aangepaste artikel 3.1 van het Uitvoeringsbesluit Wtzi.
Een aandachtspunt betreft het uitkeren van dividend in de extramurale zorg, waar de Minister van VWS mee bezig is. De NZa heeft aangegeven deze ontwikkelingen (op wetgevingsgebied) te volgen en waar nodig de beleidsregel aan te passen.
Tot slot
Het is goed om te weten dat, mocht de NZa een van haar handhavingsinstrumenten inzetten, daar wel rechtsmiddelen tegen aangewend kunnen worden zoals bezwaar en beroep. Indien de NZa zorgaanbieders de gelegenheid geeft om hun zienswijze te geven omdat de NZa (het voornemen bekend maakt om) handhavingsinstrumenten in zal zetten, is het wel aan te bevelen hieromtrent advies in te winnen. Ook indien zonder de mogelijkheid tot het indienen van een zienswijze kenbaar wordt gemaakt handhavingsinstrumenten in te zetten, is het van belang advies in te winnen. De boetes die de NZa kan opleggen zijn immers fors.
Demi van Rossenberg
Jurist bij Eldermans|Geerts
Dit is een verkorte versie van een artikel op Eldermans|Geerts