Er was een tijd dat zorginstellingen in principe geen winstdoelstelling hadden. Inkomens waren gereguleerd via afgesproken tarieven. Er was in de zorg een algemeen gevoel van “een sociaal-maatschappelijk contract”.Na de invoering van het marktmodel in de zorg werden uitgangspunten zoals winst en concurrentie medebepalende doelstellingen. In de curatieve zorg bleven restricties in deze doelstellingen het meest bestaan. Het gevolg was dat als organisatiemodel voor een ziekenhuis de stichting als bestuursvorm bijna zonder uitzondering gehandhaafd bleef. Echter, stichtingen waren van oudsher organisaties voor beheer van goede doelen maar niet zozeer bedoeld voor het besturen van een bedrijf.
Bestuur en medische staf
Ziekenhuizen zijn in omvang en structuur al sinds een halve eeuw grote bedrijven geworden. In een stichting is de samenwerking tussen “werkvloer” en bestuur afhankelijk van de opstelling van het bestuur, niet van de structuur. Zelf heb ik de sterk wisselende interactie tussen bestuur en bijvoorbeeld medische staf, van nabij meegemaakt. Het ICT- en financiële beleid maar ook beleidsvisies over bedrijf en toekomst, waren soms onnavolgbaar met wantrouwen in de organisatie als gevolg.
Sociaal ondernemer
Het Rode Kruis Ziekenhuis is door omstandigheden getransformeerd tot een Besloten Vennootschap met sociaal ondernemer Marius Touwen als grootaandeelhouder. Er kon volop geëxperimenteerd worden met bestuurs-participatie in de vorm van gecertificeerd aandeelhouderschap van de medische staf. Hiermee ontstond een grote betrokkenheid van de medische staf met het reilen en zeilen van de organisatie. Inmiddels is het aandeelhouderschap ingewisseld voor een deelname van de voorzitter en vice voorzitter van de medische staf als niet statutaire co-bestuurders in de Raad van Bestuur. De constructie biedt voor de toekomst ruimte voor potentiële deelname van andere geledingen zoals de verpleging. Als lid van de Raad van Commissarissen heb ik gemerkt dat de constructie heeft gezorgd voor een stabiele organisatie. Afstemming en informatie tussen de diverse geledingen zijn nu structureel geborgd.
Belastingdienst
So far so good. De B.V.-constructie wordt nu echter bedreigd door de opstelling van de belastingdienst. Die stelt dat ieder rendement winst is en dient te worden afgeroomd door vennootschapsbelasting. Dit ondanks de bij herhaling vastgestelde wettelijke bepaling dat ziekenhuizen geen winst mogen maken. De opstelling van de belastingdienst maakt dat financiële reserveringen voor gebouwonderhoud en renovatie, mede door de vigerende krappe tarieven, bijna onmogelijk zijn geworden. Het ziekenhuis is nu verwikkeld in een cassatie procedure om klaarheid te krijgen in de conflicterende wetgeving.
De uitspaak van het Hof zal bepalen of het zakelijke uitgangspunt van een B.V. in de zorg – los van de winst doelstelling – toekomst heeft in Nederland. Dat er een lacune bestaat in de wetgeving rond de B.V. is inmiddels wel doorgedrongen in Den Haag. Er liggen beleidsinitiatieven voor een “B.V. met een maatschappelijke doelstelling”, een zogenaamde B.V.m. In deze organisatie is niet de winst maar de maatschappelijke doelstelling bepalend. De fiscale gevolgen zijn nog niet bekend.
Robert W. Kreis
Chirurg N.P.
Em. hoogleraar Brandwondenzorg VUmc
Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven