Onlangs verschenen kort na elkaar weer twee ranglijsten: in Elsevier het jaarlijkse onderzoek naar ‘De beste ziekenhuizen’ en in het AD de ‘Ziekenhuis Top 100’. Waarin verschillen ze? Wat heb je eraan als patiënt, ziekenhuis of samenleving? En wat kunnen ziekenhuizen leren van haringverkopers?
De lijsten van het AD en Elsevier komen redelijk overeen. Negen algemene winnaars van Elsevier staan ook in de top van het AD. Elseviers snelste stijgers stijgen ook in het AD, maar in het AD staan weer andere ziekenhuizen die sneller stijgen. Elseviers snelste dalers dalen ook in het AD.
Methoden
Een belangrijk verschil is dat Elsevier 777 indicatoren gebruikt en het AD 36. In de lijst van Elsevier is het gewicht van een enkele gewijzigde score op de totaalscore kleiner. 41 beoordeelde ziekenhuizen behaalden dezelfde score als in 2016 en 30 ziekenhuizen kregen er een bol bij of raakten er een kwijt. In het AD onderzoek zijn de verschillen van jaar tot jaar veel groter. Het Elsevier onderzoek is dus de meer representatieve en betrouwbare meting. Elsevier legt ook uitgebreid verantwoording af van de gebruikte methode en is dus beter navolgbaar.
Elsevier suggereert minder dat de kwaliteit van ziekenhuizen tot op drie cijfers achter de komma berekend en vergeleken kan worden. Je krijgt een of twee bolletjes als je onder het gemiddelde zit en drie of vier als je er boven zit. In principe kan ook een ziekenhuis met één bolletje nog voldoende zijn (ook al scoort het op dat punt onder het gemiddelde). Elsevier maakt geen ranglijst, maar vermeldt de winnaars alfabetisch. Er is ook geen lijstje met slecht(st)e ziekenhuizen.
Ik vind deze globaler en bescheidener rapportage sympathieker en meer getuigen van respect voor het complexe werk van zorgverleners. En ook beter aansluiten bij de gedachte dat niet alle zorg precies gemeten kan worden. Een opbeurende glimlach van een verpleegkundige kan wonderen verrichten, maar gelukkig is er nog geen indicator die dat vastlegt.
Wie heeft er wat aan?
Als patiënt kun je het ziekenhuis kiezen met de ‘beste medische zorg’. Maar onder dat algemene oordeel kunnen grote verschillen tussen specialismen schuilen. Als patiënt met een kapotte knie wil ik vooral weten in welk ziekenhuis ik het beste aan mijn knie geholpen kan worden. Alle andere dingen zijn voor mij niet relevant. Zoals Ionica Smeets al betoogde in De Volkskrant: “Ik beland liever in een middelmatig ziekenhuis met een excellente afdeling voor mijn specifieke aandoening, dan andersom.”
De data die Elsevier gebruikt, worden aangeleverd door de ziekenhuizen zelf en zijn openbaar maakt via ziekenhuizentransparant.nl. Ziekenhuizen weten dus al hoe ze er voor staan. Maar de Elsevier lijst levert wel extra werk en discussie op voor ziekenhuizen bij het controleren en corrigeren van de data. Elsevier doet ten onrechte laconiek over die registratielast. Uit onderzoek blijkt die registratielast wel degelijk een probleem te zijn.
Het verhaal is altijd dat transparantie bijdraagt aan efficiency in de markt en kwaliteit in de zorg. In een transparante markt gaan klanten naar de betere ziekenhuizen en willen slechtere ziekenhuizen zich daarom verbeteren. Maar er kunnen ook ongewenste effecten zijn. Zorgverleners kunnen terughoudender worden in het melden van incidenten of het rapporteren van negatieve uitkomsten. Of onwelgevallige data vergeten of statistisch wegmasseren. Zo kan transparantie juist een negatief effect hebben op de open cultuur en het lerend vermogen van ziekenhuizen.
Twee onbeantwoorde vragen
Twee vragen laat ook Elsevier onbeantwoord. Hoe komt het dat academische ziekenhuizen relatief slecht scoren op medische zorg? Je zou verwachten dat juist daar de kennis en technologie up-to-date is. Of is er niet gecorrigeerd voor de complexe patiëntenpopulatie?
En: is er een verband tussen de arbeidsrechtelijke positie van zorgverleners en de scores? Verrichten ingehuurde specialisten beter werk (omdat ze anders gemakkelijker ontslagen kunnen worden)? Of verrichten specialisten in loondienst beter werk (omdat ze vanwege de duidelijker gezagsverhouding met het ziekenhuis beter aangestuurd kunnen worden op kwaliteit?)
Haringkramers bouwen een eigen haringtest, als protest tegen de subjectieve haringtest van het AD. Waarom kunnen de ziekenhuizen niet wat de haringkramers wel kunnen? Zorg dat het NVZ-kwaliteitsvenster de portal wordt voor consumenten bij het vergelijken en kiezen van zorg. Werk samen om elkaar te verbeteren (en de media de wind uit de zeilen te halen). Ziekenhuizen van Nederland, vereenigt U!
Lector bij NCOI University en universitair docent bij Radboud Universiteit