De titel van de zorgparagraaf in het regeerakkoord luidt “Zorg dichtbij”. Vol verwachting begon ik te lezen wat de regering van plan is om de zorg dichterbij de burger te brengen. Maar wat de burger echt belangrijk vindt als het over “zorg dichtbij” gaat ontbreekt volledig in de zorgparagraaf.
Daarom ga ik het wagen een schets te geven van de manier waarop volgens mij zorg dichtbij vorm gegeven moet worden. Als je iets mankeert heb je soms zelf een idee wat er is weet je wat je te doen staat. Of je overlegt met mensen in je directe omgeving en/of je raadpleegt dokter Google. Op basis daarvan besluit je of je de huisarts gaat raadplegen. Op de website van de huisarts loop je het triagesysteem door en plan je op de digitale agenda een afspraak in waarin de triage uitkomst staat en je je aanvullende vragen en opmerkingen kwijt kunt.
Consult
Je ontvangt binnen 1 uur een bevestiging voor de afspraak en eventueel verzoeken voor aanvullende informatie (laboratoriumonderzoek, een digitale foto of filmpje), zodat deze informatie vóór het consult beschikbaar is. De huisarts kan zelf ook extra informatie toesturen, zodat je beter bent voorbereid op het consult. Als de huisarts het vermoeden heeft dat een medisch specialistisch oordeel nodig is of dat begeleiding bij een chronische aandoening gewenst is, kan de afspraak worden omgezet in een gezamenlijk consult met de specialist (eventueel via beeldverbinding) of met bijvoorbeeld de diabetesverpleegkundige.
Verschuiving
Dichtbij betekent in dit geval: ín de huisartsenpraktijk met optimaal gebruik van digitale hulpmiddelen en voor de patiënt een aanpak met optimaal gebruik van zelfmanagementmogelijkheden en een minimale belasting. De specialist neemt alleen de behandeling over als dat noodzakelijk is; hij ondersteunt in eerste instantie de huisarts en patiënt met zijn deskundigheid. Kortom, een verschuiving van de tweede lijn naar eerste lijn.
Gepaste hulp
In de care betekent zorg dichtbij dat je zoveel mogelijk in je eigen huis de hulp krijgt die je nodig hebt. Dat wil zeggen dat de zorgverleners feitelijk gast zijn. Je bepaalt zelf wie je wanneer en waarvoor over de vloer krijgt. Je houdt de regie. Je kijkt natuurlijk eerst wat je zelf in je netwerk aan ondersteuning kunt regelen. Ondersteuning door vertrouwde mensen vind vrijwel iedereen fijner. En vanuit de maatschappelijke verantwoordelijkheid om ook op de kleintjes te letten heeft dat ook de voorkeur.
Regie
Pas als dat niet lukt komt de hulpverlening in beeld, met als uitgangspunt (net als in de Jeugdzorg), één huishouden één plan. In eerste instantie heeft de zorgvrager zelf de regie daarover. Als dat niet lukt bepaalt hij in principe zelf wie de regie voert over het plan en wie aanspreekpunt is. Dat kan de partner, ouder, kind, buurvrouw, wijkverpleegkundige, POH-er, ouderenadviseur, Wmo-lokettist of huishoudelijke hulp zijn. Iedere betrokkene heeft de verantwoordelijkheid om vanuit zijn perspectief de mogelijkheden en beperkingen van de zorgvrager en het ondersteuningssysteem te signaleren en dit met de zorgvrager en de eventuele regievoerder te bespreken en hen hierover te adviseren. Een digitaal dossier waarin de signalen, adviezen, afspraken voor iedereen (op afstand) zichtbaar zijn voor degenen die daarvoor van de zorgvrager toestemming hebben, is in complexe situaties gewenst en vergemakkelijkt de regie rond dat ene zorgplan.
Netwerk
Ook de hulpverleners moeten leren te denken en te handelen vanuit het nieuwe perspectief: wat kan de persoon zelf, wat kan het netwerk, kunnen we dat netwerk uitbreiden en wat kunnen ze niet. Alle betrokken partijen moeten de mogelijkheden en beperkingen van een ieder serieus nemen en respecteren.
Mogelijkheden
Zorg dichtbij gaat niet om geld maar om eigen regie van de burger die zorg nodig heeft, om zelfmanagement, om gebruik van digitale mogelijkheden en om hulpverleners die daarnaar handelen. De inhoud gaat boven de financiële paragraaf, maar ook hier geldt: door deze werkwijze in te voeren zijn grote besparingen te realiseren.
Jacques Loomans, directeur Zorgbelang Noord-Holland