Het zorgdossier en het pensioendossier liggen in meer dan een opzicht op de formatietafel. In de eerste plaats omdat voor beide dossiers geldt dat deze van beslissende betekenis zijn voor hoe Nederland er in de toekomst uit komt te zien.
Voor beide terreinen geldt dat “we het beste systeem ter wereld hebben”. Dat is niet relativerend of cynisch bedoeld. De kwaliteit en toegankelijkheid van ons zorgstelsel staat bovenaan de internationale lijstjes. Dat geldt ook voor ons pensioensysteem. Bijna geen ander land heeft zoveel voor de oude dag gespaard als wij.
Toekomst
Er is wel onzekerheid of dat in de toekomst zo zal blijven en of voor de komende generaties waarborgen zijn voor een betaalbare en toegankelijke zorg. En bij de pensioenen geldt dat er bij een stijgende levensverwachting (onder andere door de prestaties van de zorg!) en kwakkelende financiële markten het moeilijker wordt de balans tussen jongeren en ouderen te blijven vinden.
Anticiperen
Ingewikkelde vraagstukken, die niet alleen de inhoud van de zorg en de pensioencontracten raken, maar die ook te maken hebben met de inkomensverdeling in het heden en tussen nu en straks. Er is soms veel kritiek op het tempo waarin dat gaat. Maar hier geldt weer: het is ook een kwestie van perspectief. In het pensioendossier gaat het om de vraag of de pensioenreserves toereikend zijn om de verplichtingen over 20 a 30 jaar te kunnen betalen en welke maatregelen we nu (!) gaan nemen om mogelijke problemen daarmee te voorkomen. Toen ik dit een tijdje terug aan een groep onderzoekers van de OESO probeerde uit te leggen, vertelden zij mij bewonderend dat zij dit nog in geen enkel land waren tegengekomen.
Toekomstvisies
En het zorgdossier? De afgelopen week kwamen er twee toekomstvisies naar buiten. Een tussenadvies op hoofdlijnen over een goede, toegankelijke en betaalbare zorg van de SER commissie Sociale Zekerheid en Gezondheidszorg en De Agenda voor de Zorg van de gezamenlijke zorgpartijen. De route naar de toekomst van de zorg die uit deze twee visies naar voren komt gaat voor het overgrote deel over dezelfde weg. Meer aandacht voor preventie en gezond gedrag, meer eigen regie van patiënt en cliënt, hervorming van de AWBZ en meer sturing op uitkomst dan op volume in de cure. En vooral ook meer samenwerking.
Het komt mij voor dat de fundamenten voor een regeerakkoord op deze terreinen zichtbaar worden.