Zorgverzekeraars voeren elk jaar een balanceeract uit tussen maximale toegang tot de beste zorg én behoud van koopkracht voor hun verzekerden. Daar zit meteen de zorg voor de toekomst.
Want uit recente cijfers van Zorginstituut Nederland blijkt dat de zorgkosten tussen 2012 en 2016 met 4 procent (195 euro per persoon) zijn gestegen. In 2016 waren de totale zorgkosten gemiddeld 5.337 euro per Nederlander, ofwel 444 euro per maand. Dat de zorgkosten ‘slechts’ 4 procent gestegen zijn, mag een prestatie genoemd worden van zorgaanbieders, zorgverzekeraars en overheid.
Stijgende zorgpremie
De zorgpremie zal komend jaar gaan stijgen, zo lazen we afgelopen week in de media. Niet gek, want we weten dat de zorgkosten de komende jaren blijven stijgen. We doen er met elkaar alles aan die stijging in de hand te houden. Maar hoewel niemand zomaar veel meer zorgpremie wil betalen, klinkt tegelijk de roep om meer geld uit te geven aan de zorg.
In bijvoorbeeld de geestelijke gezondheidszorg (ggz) stijgt de zorgvraag. Acute en complexe ggz is er voor een relatief kleine groep mensen, en vraagt om hoge investeringen. Ook de brede vraag naar ggz-zorg stijgt. En dat roept ook vragen op over de kwaliteit en effectiviteit van deze zorg. Maar dat blijkt een ingewikkeld vraagstuk. Maar let op: ondertussen betekent elke 10 procent kostenstijging voor de ggz, 25 euro per jaar per premiebetaler erbij.
Nog nooit eerder werkten zoveel mensen in de zorg, bijna 14 procent van de beroepsbevolking. In 2017 groeide de werkgelegenheid met 35.000 fte. Toch zijn volgens V&VN de komende jaren nog eens 100.000 extra verpleegkundigen nodig. Dat is een stijging van 38 procent ten opzichte van de aantallen van vandaag de dag. Rekening houdend met een parttimefactor van 50 procent gaat het om 50.000 mensen Er moet jaarlijks 240 euro per premiebetaler bij om deze extra salariskosten te kunnen betalen.
Door het stimuleren van de inkoop van effectieve en betaalbare geneesmiddelen zijn de kosten van medicijnen in Nederland minder hard gestegen. Dit beleid van zorgverzekeraars heeft de afgelopen jaren gezorgd voor een miljardenbesparing, zo’n 50 euro per premiebetaler per jaar. Maar vanuit apothekers en farmaceuten klinkt kritiek, zijn zien graag verandering. Die verandering kost de premiebetaler dan wel een paar tientjes extra per jaar.
Juiste zorg op de juiste plek
Bovenstaande voorbeelden laten zien dat de roep om meer in de zorg te investeren ons voor lastige dilemma’s stelt. Kunnen we ook nadenken hoe betere zorg niet altijd méér zorg hoeft te zijn? In de recent gesloten hoofdlijnenakkoorden neemt de juiste zorg op de juiste plek een centrale plek in. Dit moet leiden tot een transitie.. Het doel is onder meer om zorg te verplaatsen van de tweede naar de eerste lijn of naar zorg thuis. Er zijn al behoorlijk wat goede (regionale) voorbeelden, in bijvoorbeeld Twente en de Zaanstreek. Dit is essentieel om kwalitatief goede zorg ook betaalbaar te houden. Deze transitie biedt voor veel patiënten voordelen en we voorkomen in de komende jaren 1,9 miljard euro aan extra zorgkosten. Anders zou er jaarlijks 140 euro per premiebetaler bij moeten.
Om er voor te zorgen dat goede zorg in ons land voor iedereen beschikbaar en betaalbaar blijft, moet het nodige veranderen in de manier waarop de zorg georganiseerd is. Niet het huidige zorglandschap moet het uitgangspunt zijn, maar het kunnen voldoen aan de toekomstige vraag. Binnen houdbare financiële kaders, want zorg gaat (helaas) ook over geld. Zorgverzekeraars vervullen hun taken al ruim tien jaar met veel enthousiasme. Daarmee dienen zij een publiek belang, want zonder die inspanningen gaan de zorgkosten en de premies ongebreideld omhoog. En komt de onderlinge solidariteit onder druk. Zorgverzekeraars kunnen dat niet alleen. Samenwerking met onder meer (vertegenwoordigers van) patiënten/verzekerden, zorgverleners en overheid is daarbij cruciaal. Houdt zorgverzekeraars daarom scherp, maar wel via een constructieve dialoog. Een goed gesprek waarin wensen én euro’s evenwichtig aan bod komen.