Gelijk krijgen is niet altijd leuk. Ruim twee maanden geleden voorspelde ik in een blog dat geen politieke partij zou kiezen voor uitvoering van de AWBZ door zorgverzekeraars – omdat het CPB daar bij voorbaat half miljard euro “strafkorting” aan verbond.
In de periode daaropvolgend werden de verkiezingsprogramma’s vastgesteld en leek mijn inschatting te pessimistisch. Verschillende partijen zetten in op overheveling van (delen van) de AWBZ naar de zorgverzekering, dan wel op uitvoering van de huidige AWBZ door zorgverzekeraars. Maar in de afgelopen maandag verschenen CPB-doorrekening kwam toch de aap uit de mouw: vrijwel alle partijen willen af van de AWBZ als volksverzekering en die vervangen door een sociale voorziening.
Voorziening als maatwerk?
De argumentatie waarmee het CPB de voordelen van een voorziening motiveert is opmerkelijk: “de zorgbehoefte kan dan meer in detail afgestemd worden op individuele omstandigheden”. Hè? Laat ik nu altijd gedacht hebben dat een individueel verzekerd recht, met een aanspraak in functionele termen, maximale ruimte geeft om aan te sluiten bij de individuele zorgvraag. Terwijl een voorziening, een collectief aangeboden arrangement, maatwerk juist bemoeilijkt en leidt tot (gemeentelijke) eenheidsworst. Met, zoals het CPB ook schrijft, verschillen in de hoeveelheid zorg tussen regio’s en wellicht ook tussen zorgaanbieders. Is dat echt wat we willen: zorg op rantsoen? Ik ben benieuwd wat de leden van die partijen daar eigenlijk van vinden.
Onverantwoorde keuzes
Inmiddels is wel duidelijk wat het zorgveld vindt: onverantwoord. In reactie op het CPB kwamen dinsdag zorgconsumenten (NPCF), zorgaanbieders (Actiz) en zorgverzekeraars (ZN) met een gezamenlijk persbericht. De gezondheidszorg, inclusief de zorg voor ouderen, dient voor alle Nederlanders gewaarborgd te blijven als verzekerd recht in een solidair en sociaal verzekeringsstelsel. Een sociale voorziening, uitgevoerd door gemeenten of een zelfstandig bestuursorgaan, leidt tot verschillen in zorg, zonder dat mensen daarin zelf iets te kiezen hebben. Dat is ongewenst, vinden de drie organisaties.
Veranderen
Een Pavlovreactie? Zorgpartijen vinden wel degelijk dat er met name op het terrein van de ouderenzorg veel moet veranderen. De huidige AWBZ is op lange termijn niet te betalen. In ons land zijn we op dat gebied ook veel duurder uit dan in bijvoorbeeld Duitsland. Bovendien dreigen er in de toekomst grote personeelstekorten te ontstaan. Het aanbod van zorg moet beter aansluiten bij de wensen en behoeften van ouderen van nu. Ouderen die zorgafhankelijk worden komen nu nog te vaak in een verpleeg- of verzorgingshuis terecht, terwijl ze doorgaans het liefst zo lang mogelijk in hun eigen huis blijven wonen. Om de noodzakelijke veranderingen vorm te geven pleiten NPCF, Actiz en ZN ervoor om de echte zorg, dus verpleging en verzorging van ouderen thuis en in een instelling, onder te brengen in de Zorgverzekeringswet. Wat geen echte zorg is, zoals ondersteuning en begeleiding, moet niet langer uit de AWBZ, maar langs andere wegen worden gefinancierd.
Gelijke rechten en samenhang
De keuze voor het onderbrengen van de zorgcomponent van de AWBZ in de Zorgverzekeringswet (en niet bij gemeenten) heeft twee belangrijke voordelen. Het eerste heeft te maken met de rechten van mensen: door te kiezen voor de vorm van een verzekering blijft gewaarborgd dat iedereen gelijke toegang heeft tot noodzakelijke zorg. Het tweede voordeel ligt in de samenhang van die zorg. Schotten tussen financiële stelsels vormen een grote belemmering bij het efficiënt inrichten en aansturen van de zorg. Dat zien we nu tussen AWBZ en Zorgverzekeringswet en – binnen die laatste wet – tussen budgetten voor de eerste en tweede lijn. Goede ouderenzorg vraagt om één financieringskanaal, zodat afspraken over vermindering van verpleeghuiscapaciteit gepaard kunnen gaan met versterking en investeringen in ouderenzorg in de eerste lijn. De functie van wijkverpleegkundige – cruciaal voor de toekomst van de ouderenzorg – kan pas goed van de grond komen wanneer alle verpleging vanuit de zorgverzekering gefinancierd wordt. Beter organiseren, niet rantsoeneren – daarmee houden we de ouderenzorg betaalbaar en voor iedereen gelijk toegankelijk.