Nederlandse huisartsen zijn in de afgelopen jaren langzaam maar zeker onder grote druk komen te staan. De afgelopen drie maanden barstte de zorg zelfs bijna uit haar voegen door de uitbraak van het coronavirus. Van de huisarts werd het uiterste gevraagd. Huisartsen, maar ook andere zorgverleners, zagen zichzelf nog meer dan anders geconfronteerd met taken als triage, opschaling en overbelaste zorgcapaciteit. Waar de keuzes in Italië in het midden van de crisis aan de poorten van de ic plaatsvonden, speelde in Nederland juist de huisarts een cruciale rol in de besluitvorming.
Hoge druk
Wanneer de overlevingskans van een hoogbejaarde Covid-19-patiënt niet erg groot lijkt, zal de huisarts waarschijnlijk minder snel tot opname in het ziekenhuis adviseren dan bij een twintiger van wie het ziekteverloop meer hoop biedt. Situaties als deze kunnen een hoge druk op huisartsen leggen. Er is dus veel aan gelegen om de huisarts bij te staan: is er behoefte aan ondersteuning bij dergelijke dilemma’s van ethische aard? Zo ja, wat voor ondersteuning is dit en welke voorwaarden zijn hieraan verbonden? Kunnen niet-medische disciplines betrokken worden bij medisch-ethische besluitvorming en zo ja, op welke wijze?
‘Niet-medische’ ondersteuning
Het onderzoek bevestigt dat de huisarts steun kan gebruiken. In aanvulling hierop is onderzocht of de geestelijk verzorger deze ‘niet-medische’ ondersteuning kan bieden in de huisartsenpraktijk. Uit interviews en groepsgesprekken met zowel huisartsen als geestelijk verzorgers bleek een samenwerking tussen beide partijen vruchtbaar. De kansen daarvoor lijken aanwezig, maar tot nu toe werken huisartsen en geestelijk verzorgers nog nauwelijks samen. Hoe kan dat?
Soms piekert de huisarts
Sinds de invoering van de euthanasiewet in 2002 is een euthanasieverzoek een huisarts vaak niet meer vreemd. Het aantal euthanasie-uitvoeringen stijgt vrijwel elk jaar, om nog maar te zwijgen over het aantal aanvragen. Daarnaast neemt de complexiteit van de casuïstiek toe. In maar liefst 76 procent van de euthanasiegevallen is het de huisarts die uitvoer geeft aan het verzoek.
Uit eerder onderzoek is gebleken dat veel huisartsen een emotionele last ervaren wanneer zij te maken krijgen met ethische dilemma’s, zoals die bij euthanasie kunnen spelen. Zij willen over complexe casussen sparren om de juiste beslissing te kunnen maken, maar willen ook hun emoties kunnen delen. De huisarts heeft dus behoefte aan steun, zowel op persoonlijk vlak als op professioneel niveau, maar bij wie kan zij of hij terecht?
Emoties verwoorden
De geïnterviewde huisartsen zien collega’s en andere zorgprofessionals op dit moment als de belangrijkste bron van steun. Vanwege hun medische achtergrond zijn zorgprofessionals namelijk goede sparringpartners, doordat zij elkaar kunnen ondersteunen met inhoudelijk advies. Naast alle ondersteuning die de arts op professioneel vlak krijgt, spelen ook familie en vrienden een grote rol, met name omdat zij een andere taal dan het medisch jargon spreken.
Dit helpt bij het verwoorden van emoties, bijvoorbeeld met betrekking tot euthanasie: ‘mensen buiten het vak vinden het minder normaal namelijk’, aldus een van de geïnterviewde huisartsen. Hoewel de visie van een collega een belangrijke rol speelt, kan het voor een huisarts fijn zijn om de eigen overwegingen bij een bepaalde casus voor advies voor te leggen aan een derde.
Levensvragen
Op de vraag of de geestelijk verzorger deze rol zou kunnen vervullen, reageerden huisartsen positief. Er is namelijk behoefte aan ‘iemand die eigenlijk onafhankelijk is, maar die wel wat getraind is in het nadenken over bijvoorbeeld levensvragen.’ Deze persoon hoeft geen specialist of medicus te zijn, zolang deze maar ervaring heeft met het omgaan met complexe ethische dilemma’s. Of zoals een van de geïnterviewde huisartsen dit verwoordde: ‘Als ik te veel details moet gaan vertellen, als ik de situatie te veel moet uitleggen, dan gaat daar een beetje het dilemma aan verloren.’
Auteurs: Lonneke van den Bosch, Jeroen Brinkman, Marieke Glazenburg en Jurjan Havelaar.
Aan het onderzoek waaruit dit artikel is voortgekomen, werkten ook Hanneke Brouwers, Tom van Gestel, Carlijn van der Kallen en Eva Stolk mee.
Dit is een fragment uit het artikel ‘Zorg voor de zorgverlener’. Het gehele artikel vindt u hier.
Radboud Honours Academy – TT Ethical dilemmas – Artikel Skipr