Gehaaide lobbyïsten van zorgaanbieders aan de ene kant van de vergaderzaal. Geslepen zorgverzekeraars aan de andere kant. Tussen hen in de vertegenwoordigers van wat nu heet de Zorgautoriteit, toen: het Centraal Orgaan Tarieven Gezondheidszorg.
In de jaren ’90 mocht ik in commissies van dat COTG ‘waarnemer’ zijn namens het ministerie van Volksgezondheid. ‘Kamers’ heetten die commissies, lekker archaïsch.
Het COTG was een plek waar de zorgsector polderde. Zorgverzekeraars en zorgaanbieders onderhandelden daar over prijzen en budgetten. Wanneer de polder er uit was, moest Den Haag het finale goedkeuringsstempel geven. Als de minister geen goedkeuring wilde geven volgden politieke gevechten, rechtszaken, stakingen soms. Rumoer.
Onverwoestbaar
Te midden van alle gedoe was het COTG de rots in de branding. Behoedzaam, deskundig, gedegen. Ooit vond ik een rekenfoutje. Schaamrood op de kaken van de betrokken secretaris. We konden er na de vergadering samen wel hartelijk om lachen. De baas had een iets grotere middenklasse-auto dan de ondergeschikte. Maar bijna allemaal hadden ze een Ford. Een blauwe of een grijsgroene Ford. Hun stoutste daad was misschien het broodje kroket in de middagpauze. Ik gebruik nog steeds de simpele stalen briefopener die ik ooit kado van ze kreeg. Die is onverwoestbaar.
Het Centraal Orgaan, dat zich vervolgens College mocht noemen en nu Autoriteit heet, kreeg in de loopt der tijd met nieuwe wetten nieuwe taken. Maar de rol veranderde niet: boven het gewoel staan, misschien er naast, maar nooit er middenin.
Snoepreisjes
Wat is er gebeurd met dat eens eerbiedwaardige orgaan? Een medewerker die zelfmoord pleegde nadat zijn forse en terechte kritiek systematisch was genegeerd. Een voorzitter die lang op zijn stoel bleef zitten, ‘in afwachting van de resultaten van onderzoek’. Een voorzitter die pas terugtrad toen ook nog eens bleek dat hij snoepreisjes – sorry: dienstreizen – liet betalen door accountants en farmaceuten. Reisjes naar conferenties in verre, zonnige oorden, Mexico, Zuid-Afrika, Singapore, de Côte d’Azur. Ik wed dat de gereserveerde plekken voor de directie in de parkeergarage van de Zorgautoriteit inmiddels bezet werden door stoere Volvo’s, Audi’s en Landrovers. Geleased.
Het is allemaal eigenlijk nog ‘klein bier’ vergeleken met schandalen uit de wereldjes van banken, accountants, corporaties, farmacie. Maar de cultuur ligt gevaarlijk dicht bij elkaar. Spreken met meel in je mond. Regels naar de letter, maar niet naar de geest volgen. Je verschuilen achter anderen. Desnoods je excuses maken, maar zo lang mogelijk op je stoel blijven zitten.
Groenteburger
Controleurs mogen de randen niet opzoeken. Die zijn van onbesproken gedrag. Die springen nooit uit de band. Zo hoort het. Zo moet het. Ze rijden in een Ford. Ze eten een kroket in de lunchpauze, tegenwoordig misschien een groenteburger.
De tijd voor schoon schip is gelukkig aangebroken. Eis nummer één voor de voorzitter van de Zorgautoriteit: oer-Hollandse dienstbaarheid. Eis nummer twee: oer-Hollandse degelijkheid. Eis nummer drie: oer-Hollandse saaiheid.
Otto Reuchlin
Directeur van PeerAdministratie