‘Woningcorporaties investeren in zorgwoningen’, is een veel gehoorde kreet. Is dit wel gewenst of moeten we veel meer spreken van meer differentiatie in de bestaande woningvoorraad?
Afgelopen week was ik in gesprek met mensen van een corporatie die bewust nadenken over het thema wonen en zorg. Ze maken er beleid op en nemen het thema serieus, maar tegelijkertijd vinden ze het ook complex, tot op het onbegrijpelijke af.
Er is een groeiende vraag naar zorgwoningen, maar wat zijn dit dan voor woningen en voor wie zijn ze bedoeld? Rolstoeltoegankelijk is te begrijpen, maar wat zijn extramurale zorgwoningen? In mijn ogen is extramuraal een onjuiste term, het geeft aan dat iemand niet binnen de muren van een instelling woont (intramuraal). Wonen we dan, met uitzondering van de mensen die binnen een zorginstelling wonen, niet allemaal extramuraal?
Systeemtaal
Het valt me op dat in onderzoeks- en beleidsrapporten over de woonbehoefte van mensen met een zorg- en ondersteuningsvraag de oude systeemtaal nog de boventoon voert. Mensen worden vaak nog sectoraal, bijvoorbeeld in ggz, verstandelijk gehandicaptenzorg en verpleging en verzorging, geduid op aandoening en leeftijd. Passend bij die sectorale duiding en scheiding worden dan extramurale woonvormen bedacht en gezocht, alsof iedereen tot een homogene groep behoort met allemaal dezelfde woonbehoefte.
Als het mezelf betrof, zou ik voor de corporatie een reguliere huurder willen zijn en geen zorgvrager in een zorgwoning. Hooguit heb ik zorg nodig om goed te kunnen wonen en leven en is het belangrijk dat mijn woning hier geschikt voor is. Waar we het voorheen hadden over verblijf móet er nu met het wonen ook daadwerkelijk ruimte komen om te leven volgens de nieuwe definitie van gezondheid van Machteld Huber: ‘Gezondheid als het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.’
Keuzevrijheid
Een medewerker van de corporatie vertelde dat de meeste zorgorganisaties het liefst één of meerdere woonetages willen huren voor hun cliënten. Dat dit qua ondersteuning en zorgverlening gemakkelijker is begrijp ik nog enigszins, maar of het ook de wens is van iedere bewoner? Met de term extramuraal wordt het zorgsysteem geduid, maar moest de transitie van de AWBZ, naast bezuiniging, niet ook vooral leiden tot meer eigen regie en eigen keuzevrijheid van mensen met een zorgvraag? Zoals wonen met zorg nu soms wordt georganiseerd is daar geen sprake van en zijn de meeste keuzes vooral gebaseerd op een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering van zorgorganisatie op korte termijn.
Volgens mij moeten corporaties zich afvragen welke diversiteit in de woningvoorraad er nodig is om huurders die ouder worden en eventueel een plus nodig hebben op hun woning, goed te kunnen laten wonen. Wat betekent dit voor hun woningen en hoe werken ze dan, vanuit bewonersperspectief, op een nieuwe innovatieve manier samen, met de bewoner zelf, met zorgorganisaties en andere maatschappelijke of lokale organisaties. Kortom minder ‘labelling op zorg’ en meer differentiatie in wonen. Geschikt voor een brede doelgroep en hierdoor voor alle betrokkenen ook meer toekomstbestendig!
Conceptontwikkelaar FAME Groep