In Zweden krijgen alle inwoners binnenkort hun eigen persoonlijk gezondheidsdossier. Uiteraard heeft de Zweedse overheid zich bij deze aanbesteding afgevraagd waarom dit nuttig zou zijn.
Allereerst is inzage in het eigen dossier handig, om de patiënt beter te informeren en eventuele fouten snel op het spoor te kunnen komen. Dit is ook één van de doelstellingen van de Europese eHealth agenda.
Aanvullende diensten
De Zweedse overheid heeft zich goed gerealiseerd dat het in de huidige digitale samenleving niet mogelijk is om alle toepassingen van te voren te bedenken. Belangrijke component van de aanbesteding is daarom het kunnen aansluiten van diensten van derden. Op basis van het persoonlijk gezondheidsdossier kunnen zo nieuwe diensten worden ontwikkeld, bijvoorbeeld door sportcentra of door de voedingsindustrie.
Privacy voorop
Uiteraard krijgt de patiënt, of diens wettelijk vertegenwoordiger, volledige zeggenschap over welke partijen er toegang krijgen tot welke onderdelen van het dossier. Hierbij zal, net als bij de huidige apps op smartphones, onderscheid gemaakt worden tussen lees- en schrijfrechten voor verschillende soorten gegevens. Ook zullen gegevens afkomstig van artsen en andere zorgverleners niet zomaar gewijzigd kunnen worden, zodat altijd duidelijk is wat het oordeel van de professional was.
Gebruik geregeld?
Wat vooralsnog niet blijkt uit de Zweedse aanbesteding is of zorgprofessionals ook verplicht worden kennis te nemen van de relevante inhoud van het persoonlijk dossier, of gebruik te maken van bijvoorbeeld elektronische vragenlijsten als onderdeel van het persoonlijk dossier. Zonder dit soort gegarandeerd gebruik van het persoonlijk gezondheidsdossier zal de toegevoegde waarde voor patiënt en professional minimaal zijn. Google Health is om dit soort redenen ook niet van de grond gekomen.
Naar één dossier?
In Nederland zijn er al een aantal succesvolle voorbeelden van persoonlijke dossiers vanuit diverse perspectieven. Mooi voorbeeld zijn de digitale poliklinieken zoals bij UMC St Radboud in Nijmegen gerealiseerd voor patiënten die daar onder behandeling zijn. Ander voorbeeld is het diabetesdossier, waarin de diabeet goed inzicht heeft in het ziekteverloop en wat daar actief aan te doen is. De effecten van dieet, insuline en activiteit worden hierbij in samenhang door de persoon zelf gemanaged. Voor psychische aandoeningen is er een portal voor zogenaamde e-mental health, zoals MijnTherapie of Zorgaanbieders Online. Als patiënt loop je zo wel het risico dat je door de bomen het bos niet meer ziet, of veel tijd kwijt bent met het actueel houden van al je verschillende dossiers. Tegelijk weten we ook dat de kans minimaal is dat de Nederlandse overheid een persoonlijk gezondheidsdossier gaat regelen zoals in Zweden.
Samenwerking gezocht
Natuurlijk wil Nederland, met de NPCF voorop, graag een succesvol traject richting persoonlijk gezondheidsdossier inzetten. Op termijn zal de patiënt het liefst één, maar zeker niet meer dan twee of drie dossiers naast elkaar willen gebruiken, dus de weg om vanuit elke zorgaanbieder of per ziektebeeld een persoonlijk dossier aan te bieden lijkt niet haalbaar. Een vorm van samenwerking zal gezocht moeten worden om het zinvolle gebruik van een persoonlijk dossier door de patiënt of burger mogelijk te maken. Kies dus nu al bij het vormgeven van de samenwerking voor het perspectief van de patiënt: wat kunt u doen met uw persoonlijk dossier?
Robert Stegwee
Bedrijfsinformatiekundige bij Capgemini Consulting