De keuze voor het zzp-schap wordt door zorgmedewerkers zelden gemaakt vanuit de drijfveer van ondernemerschap, maar eerder vanuit andere motivatiegronden. Op de huidige arbeidsmarkt hebben deze ZZP’ers werkzekerheid, plus de voordelen van flexwerken. Minder administratieve werkzaamheden in het werk, meer controle over de privé-/ werkbalans en roosters. Langere hersteltijd na een dienst of hoger uurtarief? Dat kan als zzp’er onderhandeld worden.
Balans zoek
Deze ontwikkeling brengt veel vraagstukken met zich mee. Zo is in veel organisaties de balans zoek tussen vast en zzp-personeel. Ook gaat er jaarlijks veel geld naar bemiddelaars, detacheerders en uitzendbureaus. Dat brengt fors hogere kosten met zich mee en minder werkplezier en regelruimte voor vast personeel. Wat als we dat geld besteden aan zorgprofessionals in vaste dienst, aan verlaging van de werkdruk, meer autonomie en ruimte voor persoonlijke en professionele groei? De vraag is dan: hoe krijgen we zorgmedewerkers die voor het zzp-schap hebben gekozen weer terug in loondienst? Wat kan een werkgever bieden om deze groep aan zich te binden? Met alleen harde fiscale maatregelen gaat dit niet gebeuren. Het is belangrijk om te onderzoeken hoe het voor zzp’ers weer aanlokkelijk wordt om in loondienst te gaan.
De zorgsector is de snelst groeiende zzp-sector
Uit CBS cijfers blijkt dat de zorgsector de snelst groeiende zzp-sector is, met 34.000 nieuwe zzp-ers in 2022. In 2022 werkte er 1 zzp’er op 7,7 werknemers in vaste dienst. Tien jaar geleden was dit nog maar 1 zzp-er op 13,4 vaste werknemers. Er is dus wel wat aan de hand. Om het tij te keren, verstrekt de Belastingdienst sinds 2014 geen zelfstandigenverklaring meer in de sector. Echter, de groei van het aantal zzp’ers in de zorg zet gestaag door. Ook komen er nieuwe beperkende (fiscale) maatregelen aan. Maar de uitwerking hiervan laat waarschijnlijk nog even op zich wachten. En tot die tijd wordt de scheve verhouding tussen personeel in loondienst (PIL) en personeel niet in loondienst (PNIL) groter. In totaal zijn er nu zeker 170.000 zzp’ers in de zorg. Het blind staren op financiële maatregelen zal de trend niet keren. Uit verschillende onderzoeken van de divisie Gezond werken in de zorg van IZZ blijkt namelijk dat een hoger salaris niet de voornaamste redenen is om zzp’er te worden. Minder administratieve rompslomp, autonomie, flexibiliteit en echt met het vak bezig zijn, de zorg voor cliënten en patiënten, zijn de redenen voor zorgprofessionals om als zzp’er door te gaan.
Juiste mix in personeelsopbouw
Een gezonde arbeidsmarkt heeft behoefte aan beweging en flexibiliteit. De flexibiliteit van uitzend- en detacheringskrachten en van zzp’ers heeft zeker een functie. Het gaat niet om de vraag of er wel of geen zzp’ers moeten zijn, maar of een zorgorganisatie de juiste mix in haar personeelsopbouw heeft. Daarbij is een goede en behoorlijke basis van medewerkers in vaste dienst het vertrekpunt. Een ongezonde opbouw betekent minder werkplezier voor de vaste bezetting en meer organisatie-risico’s door een groter verloop, een hoger verzuim, te weinig continuïteit, betrokkenheid, de afwezigheid van interne cultuurdragers en hogere personeelslasten.
Zzp-ers terug in loondienst
Is het niet mogelijk om weer evenwicht te brengen in de personeelsopbouw? Overheid, branches en individuele werkgevers hebben inmiddels beperkende maatregelen aangekondigd en een aanvalsplan ingezet om het aantal zzp’ers terug te dringen. Alles met name gebaseerd op geboden en verboden. Een tactiek van ‘verleiding’, naast verboden en geboden, geeft vaak een betere kans op een duurzaam resultaat. Zijn bestaande zzp’ers niet te stimuleren om (weer) in loondienst te komen? Er zijn zaken waar zzp’ers tegenaanlopen in hun ondernemerschap: men mist na enkele jaren het collegiaal werken in een team, de toegenomen arbeidsrisico’s zijn lastig af te dekken en ook is het financieel voordeel vaak kleiner dan gedacht vanwege de kosten van scholing en registratie, verlofdagen en pensioen. En misschien zijn enkele energievreters inmiddels geneutraliseerd aan werkgeverskant, of is daar wat aan te doen.
Onderzoek naar keuzearchitectuur
Echter, er is nog te weinig inzicht over op welke wijze werkgevers het voor zzp’ers aanlokkelijker kunnen maken om weer in loondienst te komen. Welke middelen hebben zij beschikbaar om situationeel in te spelen op de motivaties en wensen van intredende zzp’ers in loondienst? Hoe kan werkdruk bijvoorbeeld verlicht worden door kleine maar betekenisvolle veranderingen in de werkomgeving van zorgmedewerkers? We willen verder onderzoek doen naar hoe aanpassingen in de omgeving zoals ‘nudges’, met een duur woord: veranderingen in de keuzearchitectuur of communicatie zorgprofessionals, de zzpér weer richting loondienst brengt. Daarvoor is meer actiegericht onderzoek noodzakelijk, zoals de Universiteit Utrecht en Stichting IZZ komende jaren willen uitvoeren.
Daarnaast moet de aandacht altijd uitgaan naar medewerkers die nu in vaste dienst zijn. Zij dienen behouden te blijven. Dat betekent veel aandacht voor het organisatieklimaat, gezond leiderschap, het werkplezier en het individu. De achterdeur moet dicht en de voordeur wijd open!
Roland Kip
Algemeen directeur, Stichting IZZ
Henrico van Roekel
Promovendus, Departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap, Universiteit Utrecht