De wijkverpleegkundige is terug, zij het van nooit weggeweest. Een positieve ontwikkeling, want de verbindende rol van de wijkverpleegkundige wijst ook de weg naar de integrale zorg van morgen. Nu is het zaak om te voorkomen dat de wijkverpleegkundige wordt gekaapt door beleidsmakers en huisartsen.
In ‘De Zichtbare schakel’ hebben de wijkverpleegkundigen van de thuiszorg hun toegevoegde waarde weer goed zichtbaar en aantoonbaar kunnen maken. Het BMC-rapport over de Zichtbare Schakel in West-Brabant, geeft zowel de financiele bijdrage als de gezondheidswinst goed weer.
Zwart garen
De resultaten van dit onderzoek dreigen echter met de wijkverpleging op de loop te gaan. Er wordt kennelijk gedacht dat de beschreven bijdrage nieuw is en niet eerder bestond. Niets is mijns inziens echter minder waar. Deze revival van de wijkverpleegkundige heeft ervoor gezorgd dat zij weer de regelruimte kreeg die tien jaar geleden niet meer dan normaal was en ook helemaal niet echt is weggeweest, alleen ondergesneeuwd is geraakt door het productdenken. De verbinding met de huisarts als noviteit komt op mij over als het uitvinden van het zwarte garen.
Levend erfgoed
Wijkverpleegkundigen zijn altijd al beschikbaar geweest om vanuit de thuiszorg allerlei disciplines te verbinden. Daarnaast zijn wijkverpleegkundigen sterk geweest in het signaleren van kwetsbare groepen en vragen over gezondheid, veiligheid, welzijn en wonen. In weerwil van het productdenken hebben beroepsorganisatie V&VN en het Van Kleef instituut getracht om dit ‘erfgoed’ levend te houden. Met succes, want verpleegkundigen bleken niet zelden bereid om een tandje bij zetten om deze taken erbij te kunnen doen. Vaak in inproductieve tijd, boven op de strikt productgebonden bijdragen, die dan weer wel productief heten te zijn.
Dubbele winst
Nu krijgen preventie, het nadenken over de vraag achter de vraag en het verbinden van mantelzorgers, vrijwilligers en wijkbewoners weer terecht de waardering die ze verdienen. Uiteindelijk leidt deze werkwijze tot de beste en meest kosteneffectieve oplossing voor de klant. De wijkverpleegkundige is de spil in deze zorg en daarmee ook de toekomstige spil in de integrale dienstverlening in de wijk. Het gaat immers in de wijk om een veelheid van vraagstukken, die wij in het verleden hebben vertaald naar allerlei instituties die slechts een deel van het probleem aanpakken. De experimenten rond regelarme zorg, waar ook Careyn aan meedoet, brengen de indicatie weer terug (net als twaalf jaar geleden) bij de wijkverpleegkundige. Het is de kunst om deze experimenten zo te verbreden dat hier een oplossende werking vanuit kan gaan waar meer disciplines bij betrokken zijn. Integraliteit en samenhang in de wijk zijn de weg om te gaan! Dit leidt tot betere oplossingen, met minder kosten en met minder instanties en dus ook minder overhead. Dubbele winst dus! En dat zonder extra kosten!
Verontrustende signalen
Wij krijgen echter verontrustende signalen over de positionering van de wijkverpleegkundige in sommige Haagse debatten. De huisartsen zien hun kans schoon en lijken – mede genoodzaakt door bezuinigingen- een claim te willen leggen op de wijkverpleegkunde. Ook de gemeenten zien een steeds grotere rol voor zichzelf weggelegd met de overheveling van de functie begeleiding van de AWBZ naar WMO. De kracht van de wijkverpleegkundige zit echter in een sterke maatschappelijk organisatorische context, zoals de thuiszorg die biedt. Maatschappelijke ondernemingen zonder financieel eigenbelang, met professionals met eigen regelvermogen aan de basis, vormen het fundament zijn voor een integraal aanbod in de wijk.
Ontschotten
Gelukkig lijkt ook inmiddels demissionair minister Schippers zich hiervan bewust. In het Algemeen Overleg van 29 februari over de huisartsenzorg stelt ze over de wijkverpleegkundigen: “wij willen de wijkverpleegkundige niet overhevelen naar de zorgverzekeringswet, want het is juist belangrijk dat die door alle schotten heen werkt”. Iets wat wij hardgrondig beamen. De thuiszorg is, met partners waaronder zeker ook, maar niet uitsluitend de huisarts, volop bezig zich met deze integrerende rol om te vormen tot brede ‘wijkzorg’ waaraan zo’n behoefte is.
Ton van Overbeek, voorzitter raad van bestuur Careyn