Staat de oproep tot zwaarder bestraffen van geweld en bedreigingen tegen hulpverleners in de zorg en aangifte doen tegen een patiënt haaks op goed hulpverlenerschap? Neen!
Geweld tegen hulpverleners
Dezer dagen verbaasden sommigen zich er over dat Frank de Grave vanuit KNMG federatiepartner de Orde van Medisch Specialisten en ik opriepen tot zwaarder bestraffen van geweld en bedreigingen tegen hulpverleners in de zorg. Wij vinden dat dit even hard aangepakt moet worden als dat tegen ambulance-, brandweer- en politiemedewerkers. En dat zorgverleners aangifte moeten doen van dergelijk grensoverschrijdend gedrag.
Aangifte tegen patiënt
Staat aangifte doen tegen een patiënt niet haaks op goed hulpverlenerschap? Neen! Net als fouten die artsen maken, moet grensoverschrijdend gedrag van patiënten serieus genomen worden. Daarbij moeten we uiteraard niet vergeten dat de patiënt een lijdende persoon die in een onzekere situatie verkeert en zich bedreigd kan voelen in haar/zijn integriteit. In het proces waarin de arts met de patiënt samen tot een beslissing komt over het te voeren beleid moet de arts zich steeds rekenschap geven van de ongelijkheid van de relatie. Ongelijkheid in termen van kennis, maar vooral ook van emotionele betrokkenheid. De patiënt is het subject. Hij is degene over wie het allemaal gaat. Dit roept gevoelens van angst en machteloosheid op. Je leven staat op zijn kop, je kan niet functioneren zoals je gewend was. Je toekomst is even onzeker of dreigt misschien voorgoed anders te worden.
Communicatie
Als de arts zich onvoldoende rekenschap geeft van de positie van de patiënt (empathie) en daar in zijn communicatie geen rekening mee houdt dan dreigt onbegrip en escalatie. Met andere woorden de wijze van communiceren van de arts kan bij patiënten onbegrip, woede en mogelijk agressie oproepen. Zeker! En dat weet iedere arts. Artsen en andere hulpverleners (verpleegkundigen) worden er in hun opleiding in getraind. Zij moeten hun communicatieve vaardigheden steeds op peil houden om de patiënt en zijn omgeving op een vruchtbare en constructieve wijze te betrekken bij het samen beslissen bij behandelen en begeleiden.
Tegen een stootje kunnen
Kortom, een dokter moet tegen een stootje kunnen, kritische vragen, twijfels, onvredeboosheid en teleurstelling bij de patiënt horen erbij. Maar ook een patiënt moet bij deze begrijpelijke uitingen van machteloosheid de redelijke grenzen in de gaten houden. Maar goed hulpverlenerschap staat niet buiten de werkelijkheid van menselijke verhoudingen. Bedreigingen en openlijke agressie kunnen en mogen in deze niet getolereerd worden! Ook hierin moet de patiënt serieus genomen worden. En dat betekent aangifte doen. Het lijden en ongemak mag nooit als excuus dienen om de grenzen van integriteit van de ander te schenden. In die zin past aangifte doen bij bedreiging en geweld in de arts/verpleegkundige patiënt relatie tot goed hulpverlenerschap.
Rutger Jan van der Gaag
Vvoorzitter artsenfederatie KNMG