Met de transitie van het jeugdstelsel krijgen de gemeenten de regie over alle zorg voor jeugdigen. Een belangrijke taak, en zeker geen eenvoudige.
Niet alleen omdat de beschikbare financiële middelen voor gemeenten onder zware druk staan, maar ook omdat de vraag naar gespecialiseerde vormen van zorg voor jeugd toeneemt. Het nieuwe jeugdstelsel moet die laatste ontwikkeling keren. De zorg voor de jeugd moet beter en goedkoper ingericht worden.
De jeugdgezondheidszorg (JGZ) kan daar een grote bijdrage aan leveren door hulp die zij bij opgroeien en opvoeden biedt. Want die hulp heeft een preventieve werking die loont. Dat loont. Door vroeg met preventie van pedagogische, psychosociale en psychosomatische problematiek te beginnen – zo veel mogelijk op jonge leeftijd – kunnen gemeenten de negatieve ‘zorgspiraal’ doorbreken. Niet van kwaad tot erger, maar van eerder naar beter, wordt dan de beweging.
Kosteneffectiviteit
Kiezen voor die beweging naar voren vraagt om visie en overtuiging. Vorig jaar heeft ActiZ onderzoek laten doen waaruit bleek dat het investeren van 1 euro in jeugdgezondheidszorg 11 euro oplevert aan zorg die niet geleverd hoeft te worden (‘Kosteneffectiviteit van de jeugdgezondheidszorg’ Verdonck, Klooster & Associates). Dit jaar hebben we met GGD Nederland samen opdracht gegeven voor onderzoek naar de kosteneffectiviteit van de preventie van pedagogische, psychosociale en psychosomatische problematiek door de jeugdgezondheidszorg. Ook hieruit blijkt dat investeren in gezond en veilig opvoeden en opgroeien loont.
Terugverdienen
In deze vervolgstudie analyseren Paul van Dam en Bert Prinsen wat de persoonlijke, maatschappelijke en economische opbrengsten van jeugdgezondheidszorg kunnen zijn op probleemgebieden van tegenwoordig. Een mooi voorbeeld is de benadering Triple P. Preventie van gedrags- en opvoedproblemen met deze methode uitgevoerd door de JGZ leidt tot minder maatschappelijke uitval en lagere zorgkosten. En dat bespaart 400 euro per kind. Een behandelprogramma voor kinderen met obesitas, en hun ouders, levert het vijftigvoudige op van de kosten van het programma. In deze tijden van economische druk, zijn dat mooie resultaten.
Samen duurzaam
De maatschappelijke opbrengsten waar deze studie op wijst zijn alleen te realiseren met een robuuste inzet van de jeugdgezondheidszorg. De jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen en pedagogen van de JGZ/het consultatiebureau, genieten van oudsher het vertrouwen van opvoeders en kinderen. Het consultatiebureau, maar ook de JGZ op latere leeftijd, is bij uitstek de gelegenheid waar problemen in een vroeg stadium gesignaleerd en aangepakt kunnen worden. Samen met het onderwijs, de huisarts, de peuterspeelzalen en de kinderopvang is de JGZ in staat om gezinnen de juiste steun-op-maat te kunnen bieden.
Duurzaam jeugdbeleid investeert dus in de opbouw van een goede infrastructuur van mensen die elkaar helpen en van jeugdgezondheidszorg die verbinding heeft met eerstelijnszorg en gespecialiseerde zorg.
Op die manier kunnen al deze partijen de gemeenten ondersteunen in de decentralisatie van de zorg voor jeugd. Want laten we wel zijn, dat is een heel pittige klus, en de jeugd verdient het dat deze klus goed geklaard wordt.
Aad Koster
Directeur ActiZ